De TEVA-flaters van CD&V en co

De recente oproepen tot een boycot van het Israëlische farmabedrijf TEVA zijn niet alleen ondoordacht, maar ook ronduit schadelijk voor patiënten, de farmasector én de Europese gezondheidszorg als geheel.
GUIDO JORIS
Anesthesist Frederick De Buck van het UZ Leuven verklaarde onlangs openlijk dat hij weigert TEVA-geneesmiddelen voor te schrijven — enkel en alleen omdat ze Israëlisch zijn. Eerder dit jaar deden zes huisartsen in Gent — de zelfverklaarde woke-hoofdstad van Vlaanderen — hetzelfde, onder het mom van “verzet tegen kolonisatie”.
Nu roept ook CD&V-fractieleider Nawal Farih, tevens echtgenote van partijvoorzitter Sammy Mahdi, op om TEVA te boycotten. Iedereen heeft uiteraard recht op vrije meningsuiting — ook mevrouw Farih. Maar haar oproep getuigt van een onthutsende onwetendheid over hoe onze gezondheidszorg en farmaceutische bevoorrading functioneren.
Wat is TEVA echt?
TEVA Pharmaceutical Industries Ltd. is een Israëlisch, beursgenoteerd bedrijf dat wereldwijd één van de grootste producenten is van generieke medicijnen. De firma heeft honderden vestigingen wereldwijd — met productie voor de Europese markt hoofdzakelijk in Duitsland, Ierland, Polen, Spanje, Italië en andere EU-landen. Geen enkele van de medicijnen die u in de Belgische apotheek onder de merknaam TEVA terugvindt, komt uit Israël.
In Europa stelt TEVA meer dan 18.000 mensen te werk en levert het geneesmiddelen die jaarlijks tot 8 miljard euro aan besparingen opleveren voor de gezondheidszorg, omdat hun producten betaalbaarder zijn dan die van de concurrentie. In Nederland is één op zes voorgeschreven medicijnen een TEVA-product — in België zijn de cijfers vergelijkbaar.
Een boycot van TEVA zou niet alleen patiënten treffen, maar ook duizenden jobs in Europa. TEVA produceert namelijk ook zogenaamde API’s (Active Pharmaceutical Ingredients) die door tientallen Europese farmabedrijven worden gebruikt als basismateriaal voor hun eigen geneesmiddelen. Zonder deze toevoer zouden Belgische en Europese producenten op korte tijd in grote problemen komen.
Zeldzame ziektes? Geen hulp meer…
Naast generieken investeert TEVA ook in innovatieve behandelingen, vooral voor aandoeningen van het centraal zenuwstelsel, kanker en zeldzame ziekten (“orphan diseases”). Door TEVA in het verdomhoekje te duwen, gooit men dus niet alleen vitale medicijnen weg, maar ook hoop voor patiënten met levensbedreigende of zeldzame aandoeningen. Het is cynisch dat net een partij die graag praat over “familiewaarden”, families in nood aan hun lot zou overlaten.
Het is belangrijk om te benadrukken dat TEVA géén staatsbedrijf is. Het is een beursgenoteerde onderneming, actief op zowel de beurs van Tel Aviv als die van New York. De meerderheid van de aandelen zit verspreid bij institutionele beleggers en particuliere aandeelhouders van over de hele wereld. Er is geen enkele formele band met de Israëlische regering of met het leger. TEVA opereert onafhankelijk en heeft één missie: betaalbare en toegankelijke geneesmiddelen produceren.
Ook N-VA politica Kathleen De Poorter bekritiseerde CD&V voor dit standpunt. Ze deed dat op X, het voormalige Twitter, met volgend bericht.
Vrije meningsuiting ≠ domheid zonder gevolgen
Dat artsen en politici hun mening uiten, is hun goed recht. Maar meningen die gebaseerd zijn op flagrante onwaarheden en ideologische vooringenomenheid verdienen rechtzetting. Een boycot van TEVA is geen moreel statement, maar een aanslag op betaalbare gezondheidszorg, innovatie, jobs en patiëntveiligheid.
Dat partijvoorzitter Mahdi zijn echtgenote niet tot enige terughoudendheid heeft kunnen aanmanen, is op z’n minst opvallend. U mag zelf oordelen of dat uit onmacht komt — of uit medeplichtigheid.