101-jarige Meshulam Ostersetzer overleden

Vorige week overleed op 101-jarige leeftijd dhr. Meshulam Ostersetzer in Antwerpen. Wij brengen hieronder een artikel verschenen in Joods Actueel vorig jaar, n.a.v. de 100 jarige verjaardag van deze bijzondere meneer.

Meshulam Ostersetzer viert 100ste verjaardag in Antwerpen

Hugo Van Minnebruggen

Meneer en Mevrouw Osterzetser (foto september 2009)

Naar aanleiding van de 100ste verjaardag van de heer Meshulam Ostersetzer, kreeg ik de eer en het genoegen om deze man en zijn echtgenote in zijn appartement te Antwerpen op te zoeken. Enkele weken geleden werd hij flink in de bloemetjes gezet, ondermeer met een bijzondere viering in de Antwerpse synagoge Moryah en met toespraken van opperrabbijn M. Lieberman en rabbijn A. Kohen die hem en zijn echtgenote nog vele gezonde jaren toewensten.

Aangenaam verrast merkte ik al gauw dat de heer Ostersetzer nog niets aan geestkracht en verbaliteit had verloren. In levendig jiddisch, een Duitsklinkend Joods dialect doorspekt met Poolse en Hebreeuwse woorden, vertelde hij me zijn levensloop vanaf zijn geboorte op 22 september 1909 in Brody, een Joodse ‘shtetl’ thans in Oekraïne gelegen.

Tijdens het gesprek werd snel duidelijk dat Meshulam Ostersetzer een typisch voorbeeld is van Joods ondernemerschap, vindingrijkheid en een bijzonder groot vermogen om zich onder alle omstandigheden aan te passen. Brody, de geboorteplaats van Meshulam, heeft onmiskenbaar een grote invloed gehad op diens kwaliteiten. Sinds de 17de eeuw was daar een belangrijke Joodse gemeenschap gegroeid die tot aan de Tweede Wereldoorlog zeventig procent van de bevolking uitmaakte.

Advertentie

Brody was voortdurend betwist gebied tussen Polen, Oekraïne en Rusland en was deel van het Hongaars Oostenrijkse keizerrijk in het jaar dat Ostersetzer geboren werd. Die bloeiende Joodse gemeenschap werd helaas nagenoeg volledig uitgeroeid toen de nazi’s in 1942 het gebied bezetten.

De heer Ostersetzer, telg uit een gezin met zeven kinderen, is nauwelijks vijf jaar oud toen de familie in 1914 naar Tsjechië emigreert, om in de omgeving van Praag de oorlogsjaren te ondergaan. Na de oorlog verhuist het gezin naar Hamburg. De heer Ostersetzer die inmiddels het beroep van slotenmaker en metaalbewerker heeft geleerd, kan eerst aan de slag als loopjongen in de bibliotheek Goldsmith, en wordt vervolgens handelaar in de huis-aan-huis-verkoop van beddengoed.

Na de beurscrash van New York in 1929 zijn ook de gouden jaren in Duitsland voorbij en slaat de economische crisis hard toe. De werkloosheid drijft miljoenen Duitsers in de armoede, de ideale voedingsbodem voor de nazipartij van Adolf Hitler. Voor Meshulam wordt het stilaan zeer zwaar om zijn waren nog huis-aan-huis aan te prijzen. Zelfs in gewone plattelandsdorpjes zijn de straten roodgekleurd van de swastikavlaggen die haast aan elke gevel hangen. Af en toe krijgt hij een flink pak slaag wanneer zijn potentiële kopers merken dat hij van Joodse origine is. In het voorjaar van 1932 heeft hij er zijn buik vol van en besluit hij zijn geluk elders te zoeken. In maart 1932 vertrekt hij naar Israël, dat toen nog het Brits Mandaat Palestina heette.

Meshulam Ostersetzer vestigt zich in Tel Aviv, de stad aan de kust van de Middelandse Zee, die net als hijzelf dit jaar 100 jaar werd. Zijn beroep van slotenmaker en metaalbewerker komt hem goed van pas. Met een vennoot start hij een klein atelier waar ze ijzeren ledikanten in elkaar steken. In 1929 begint, onder druk van de opkomst van het nationaal-socialisme in Duitsland, de ‘vijfde Aliyah’, de illegale Joodse immigratie naar het Beloofde Land. Tussen 1929 en 1939 zullen zo’n 250.000 West- en Oost-Europese Joden naar Palestina emigreren. De heer Ostersetzer doet gouden zaken met zijn beddenatelier want nieuwe immigranten hebben ook bedden nodig.

De vraag ernaar blijft groot en op zeker ogenblik maakt hij wel vijftig ledikanten per dag en werkt haast de klok rond helemaal op zijn eentje om de bestellingen klaar te krijgen. Dit duurt tot in 1939, aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog, want dan blokkeren de Britten elke vorm van Joodse immigratie. Vanaf dan en tot het einde van de oorlog worden Joodse immigranten overal in Palestina door Britse soldaten opgepakt en in kampen opgesloten op het eiland Cyprus of langs de kusten van de Middellandse Zee. Aan de bloeiende handelszaak van de heer Ostersetzer komt, bij gebrek aan nieuwe immigranten, abrupt een einde.

In West-Europa heeft de heer Osterzetser de donderwolk zien aankomen en nauwelijks een week voor de Duitse inval in Polen op 1 september 1939, kan hij voor veel geld zijn ouders, die in Polen waren achtergebleven, naar het Zwitserse Zürich laten overkomen. Net op tijd, zo zal blijken, want een week later mocht niemand Polen nog verlaten en de grootste Joodse gemeenschap van Europa, zo’n 3 miljoen Joden zou tijdens de oorlogsjaren brutaal vergast en vermoord worden in KZ Auschwitz-Birkenau en andere vernietigingskampen in het Oosten. Gelukkig is de hele familie van de heer Ostersetzer de Holocaust bespaard gebleven. Bij de familie van zijn echtgenote heeft de nazirazernij wel degelijk hard toegeslagen.

Inmiddels is in het Mandaat Palestina de opstand uitgebroken tussen Britten, Arabieren en Joden die uiteindelijk op 14 mei 1948 naar de onafhankelijkheid van Israël zal leiden. Tijdens de Onafhankelijkheidsoorlog wordt Meshulam Ostersetzer onder de wapens geroepen en is hij van 1948 tot 1950 ingedeeld bij het grondpersoneel van de Israëlische luchtmacht, die pas in 1949 over eigen vliegtuigen zal beschikken. Tijdens de oorlogsjaren is de familie van de heer. Ostersetszer verspreid geraakt doorheen Europa. Sommige zijn zelfs naar Antwerpen getrokken en zo is hij zich een paar jaar later bij hen komen voegen.

Advertentie

De heer Ostersetzer heeft zich inmiddels een nieuw beroep aangemeten in de diamanthandel. De Israëlische regering verbood toen nog de rechtstreekse verkoop van diamant aan particulieren en in 1956 besluit hij definitief naar Antwerpen te emigreren. In 1962 stapt hij in Zürich in het huwelijksbootje maar het huwelijk blijft kinderloos. Halverwege de jaren tachtig is het crisis in de diamantsector en besluit hij op 76-jarige leeftijd en na een lange en succesvolle beroepscarrière van veel vallen en opstaan en hard labeur, op een wel verdiend pensioen te gaan.