Niemand is veilig: Israël treft Hamas-kopstukken in hartje Doha

Doha dacht Hamas-leiders te kunnen beschermen, maar Israël bewees opnieuw dat grenzen slechts lijnen op een kaart zijn. Voor de planners van 7 oktober is geen stad, geen paleis en geen hotel nog veilig.
Cedric Vloemans
Op 9 september trof Israël met chirurgische precisie in Doha, hoofdstad van Qatar, een groep Hamas-leiders die zich daar al maanden veilig waanden. In totaal kwamen zes mensen om – vijf Hamas-functionarissen en een Qatarese veiligheidsbeambte. Of de volledige top werd uitgeschakeld of slechts een deel van de ondergeschikten is nog onduidelijk, maar de boodschap is glashelder: voor de daders van 7 oktober bestaat geen veilige haven meer.
De operatie in Doha
De aanval vond plaats terwijl Hamas-onderhandelaars in Qatar bijeenkwamen om de laatste Amerikaanse voorstellen voor een wapenstilstand te bespreken. Onder de aanwezigen bevond zich Khalil al-Hayya, een van de bekendste figuren van de beweging. Hamas claimt dat hij overleefde, maar moest erkennen dat meerdere hooggeplaatste kaderleden omkwamen. Voor Qatar was het een vernedering: een aanval in de hoofdstad, midden in een zogenaamd onschendbare diplomatieke zone.
De Qatarese regering reageerde furieus en sprak van een flagrante schending van de soevereiniteit. Rusland, China, het Verenigd Koninkrijk en diverse andere landen spraken harde veroordelingen uit. Israël krijgt de gebruikelijke storm van kritiek over zich heen. Dat verrast allang niemand meer – maar het verandert niets aan de realiteit dat de planners en uitvoerders van de gruwelijke pogrom van 7 oktober overal ter wereld worden achtervolgd.
Wie slaapt er slecht?
Sinds München 1972 is het Israëlische principe onveranderd: wie joods bloed vergiet, zal nooit meer rustig slapen. De prijs voor het vermoorden van onschuldige burgers is hoog, en hij wordt geïnd – vroeg of laat. Dat gold voor de Palestijnse terroristen die tijdens de Olympische Spelen atleten afslachtten, en het geldt vandaag voor de moordenaars van 7 oktober. Israël maakt duidelijk dat het geheugen lang is en de arm nog langer.
De oorlog die Hamas begon
Het is essentieel dat dit niet verloren gaat in de mist van diplomatieke verontwaardiging: de oorlog begon niet met Israëlische luchtaanvallen, niet met speciale operaties, maar met de brute en onuitgelokte terreuraanval van Hamas op 7 oktober 2023. Die dag werden meer dan 1.200 Israëli’s vermoord en honderden gijzelaars ontvoerd in een orgie van geweld die de wereld schokte. Dat was het startschot van de oorlog. Alles wat sindsdien gebeurt, is reactie.
Dat betekent niet dat de oorlog beperkt blijft tot Gaza. Hamas is slechts één tentakel van een bredere coalitie die zich koestert in Teheran. Hezbollah in Libanon, de Houthi’s in Jemen, Iraanse Revolutionaire Garde-adviseurs: allemaal maken ze deel uit van hetzelfde netwerk dat Israël wil verzwakken en vernietigen. Vandaag ligt dit hele kwaadaardige lappendeken onder zware druk. Hezbollah is militair en politiek uitgeput, de Houthi’s krijgen zware klappen, Hamas is zijn infrastructuur kwijt en verliest ook zijn leiderschap.
Hypocrisie en dubbele standaarden
De verontwaardiging over een aanval op Qatarees grondgebied was voorspelbaar, maar de dubbele moraal is adembenemend. Toen de Verenigde Staten in 2011 Osama bin Laden in Pakistan liquideerden – eveneens op soevereine bodem, zonder toestemming – werd dat wereldwijd bejubeld als een triomf van gerechtigheid. Israël schakelt de verantwoordelijken uit van de ergste massamoord op joden sinds de Holocaust, en wat klinkt er? Geen applaus, maar hoon.
Het Westen, dat destijds unaniem stelde dat geen land terroristen mag beschermen, legt nu andere maatstaven aan zodra het Israël betreft. Het is dezelfde selectieve verontwaardiging die we kennen uit talloze VN-resoluties en krantenkolommen: Israël mag zich verdedigen, maar enkel zolang het geen indruk maakt. Zodra het effectief is, heet het “buitenproportioneel”.
“Ik kies overwinning”
Premier Netanyahu liet in een recente toespraak geen twijfel bestaan over de koers. “If I have to choose between victory over our enemies and evil propaganda against us – I choose victory.” Dat is de kern van het beleid: de propaganda-oorlog kan Israël verliezen, de militaire oorlog niet. Geen enkel kabinet in Jeruzalem kan na 7 oktober accepteren dat Hamas-leiders zich ongestoord verplaatsen, onderhandelen of schuilen in luxehotels.
Daarom werd Doha geraakt. En daarom zal geen enkel ander toevluchtsoord veilig blijken. Wie rechtstreeks of onrechtstreeks verantwoordelijk is voor 7 oktober, weet dat hij vroeg of laat in het vizier komt. Israël toont aan dat tijd en plaats slechts details zijn.
De uitkomst staat vast
Meer dan elf maanden na het begin van de oorlog is duidelijk dat Israël stap voor stap zijn doelen bereikt. Hamas is militair verminkt en verliest ook politiek terrein. Hezbollah kampt met zware verliezen. De Houthi’s worden afgesneden van bevoorrading en lijden onder voortdurende aanvallen. Iran zelf ziet zijn proxies uitgeput raken.
De internationale kritiek verandert niets aan die fundamentele realiteit. Israël begon deze oorlog niet – het werd in haar straten en kibboetsim binnengevallen. Maar Israël zal hem wel beëindigen, en wel op haar voorwaarden. Niet omdat dat een keuze is, maar omdat er voor een land dat wil overleven geen alternatief bestaat.
De aanval in Doha is daarmee niet zomaar een spectaculaire operatie. Het is een signaal aan de hele regio en ver daarbuiten. Israël is niet geïntimideerd, niet ontmoedigd, en niet van plan terug te deinzen. De vijanden van Israël slapen slecht. En zo hoort het.