Dans in Auschwitz “schandalig en helemaal misplaatst” [audio update]

Een overlevende van de Holocaust heeft voor een rel gezorgd door met zijn familie een nummertje op te zetten in het concentratiekamp Auschwitz. De bejaarde man, mijnheerKorman, 89, kwam hiervoor speciaal uit Australië overgevlogen.

Bedoeling was om te tonen dat Hitler het Joodse volk niet klein kon krijgen. Daarom dat ook werd gekozen voor de hitsong ‘I will survive’. Pa Korman, die samen met zijn familie het clipje online zette draagt ook een t-shirt met de bijpassende slogan.

Maar critici vinden het ongehoord dat een vrolijk disconummer wordt opgevoerd aan de poorten van Auschwitz waar anderhalf miljoen Joden niet ‘survived’ hebben.  Korman benadrukt echter dat het gaat om een ‘viering van het leven’. Volgens de familie tonen de beelden hoe dankbaar ze is voor het feit dat veel joden aan de genocide ontsnapten.

Neo-nazi groepen zouden de beelden ook al op hun site hebben geplaatst.

Wij vroegen aan ridder Nathan Ramet, zelf een holocaustoverlever, wat hij vond van dit vreemde initiatief en van de motivering waarmee de dansers hun activiteit verklaren. Hij was verbijsterd over deze toestand: “Dit begrijp ik echt niet, het is schandalig. Dansen is een teken van grote vreugde, dat kun je toch niet doen aan de poort [van Auschwitz]. Dit is helemaal ongepast, onethisch en egoïstisch omdat ze denken enkel ‘wij hebben het overleefd’”

Advertentie

Luister hieronder naar zijn reactie:

[audio:/wp-content/uploads-pjact001/2010/07/ramet.mp3]

Vorige maand gaf Nathan Ramet nog een toespraak in de senaat. Prins Filip was hierdoor zeer onder de indruk. Volgend artikel verscheen in de jongste editie van Joods Actueel

Kroonprins Filip diep geraakt door ontroerende toespraak Ridder Nathan Ramet in Belgisch Senaat

Toen Nathan Ramet vorige maand in de senaat een toespraak hield over zijn driejarig verblijf in de nazi-kampen, luisterde prins Filip vanaf de eerste rij toe. Ridder Ramet was door senaatsvoorzitter Armand de Decker uitgenodigd naar aanleiding van de plechtige herdenking van de 65ste verjaardag sinds de bevrijding na WOII.

Ook de oud-strijders en weerstanders André Charlier, baron Paul Halter en Pieter Paul Baeten spraken over hun wedervaren tijdens WOII. Nathan Ramet, stichter en voorzitter van het Joodse Museum voor Deportatie en Verzet, deed aan het einde van zijn getuigenis een indringende oproep aan de scholieren om “vrij te zijn en waarschuwde voor bedriegers die andere mensen willen uitsluiten”. In een gesprek met onze redactie zei Ramet dat prins Filip, bij het verlaten van het halfrond, hartelijk afscheid nam. De prins vertelde hoe zeer hij onder de indruk was van de redevoering. Hieronder de toespraak:

Monseigneur,
Beste vrienden,

Mijn speciale dank gaat naar de heer Armand de Decker, voorzitter van de senaat, voor het voorrecht om in de senaat aan jongeren te mogen vertellen waarom deze datum voor mij zo bijzonder is.

Advertentie

Na de 17 verordeningen tegen Joden, de razzia’s en de jacht op hen, werd ik, 17 jaar oud, uw leeftijd nu, met mijn 50-jarige vader opgesloten en gedeporteerd vanuit de kazerne Dossin in Mechelen. Kazerne Dossin was het verzamelkamp voor 25.000 Joden en 350 zigeuners, het was letterlijk de ‘wachtkamer’ van de dood. Slechts 1.207 Joden en 12 zigeuners keerden terug. Mijn vader stierf naast mij in het kamp Tzjebinia in Polen van uitputting na 3 maanden dwangarbeid aan de spoorwegen.

Ikzelf begon aan een tocht door verschillende kampen vooraleer ik in het vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau terechtkwam. Daar verloor ik mijn naam. Mijn nieuwe identiteit werd het kampnummer getatoeëerd op mijn linker voorarm. Na een nieuwe selectie stuurde de SS mij naar het concentratiekamp van Warschau, opgericht om het puin van het getto op te ruimen, dat na de opstand van de Joden compleet vernield was. Enkele van mijn schoolkameraden van het atheneum van Berchem werden daar voor mijn ogen vermoord. De Sovjettroepen kwamen intussen tot aan de buitenwijken van Warschau, maar zij kwamen niet tussen in de nieuwe opstand van de Polen. Wij werden op een dodenmars gezet met 500 man, te voet richting Duitsland. Met 250 zijn we aangekomen in Kutzno. Dan in beestenwagons naar Dachau en naar de verschillende kampen in de buurt: Kaufering 4, Kaufering 7, Seestall, Landsberg, de onderaardse fabriek voor de ‘Messerschmitz’ met turbinemotors.

Op 24 april 1945 worden we terug naar Dachau gestuurd. Joden, Sovjets en Duitse tegenstanders van het naziregime gaan nu op dodenmars. Het doel is ons onderweg te vermoorden. We marcheren vier dagen door de sneeuw, wij eten sneeuw. Ik val flauw. Een SS-er wil mij doden met een nekschot, maar twee kameraden redden mij en door me recht te trekken en te ondersteunen. Ik bezwijk weer en ’s morgens word ik wakker in een gracht, tussen levenden en doden. Een man met armband van het Rode Kruis zegt ons dat de Amerikanen onderweg zijn. De SS-ers zijn gaan lopen. Wij kruipen uit de gracht. Ik ga op een paaltje zitten. De grond beeft onder de rupsbanden van de Amerikaanse tanks, gevolgd door camions en jeeps. Ik hou niet op te huilen. Men brengt me naar een veldhospitaal. Zodra ik wat beter ben mag ik van de Amerikanen met enkele kampkameraden naar de stad Bad-Tölz wandelen. Wij zijn met 6 Antwerpse jongens en 1 Nederlander. In een mooie buurt bellen wij aan ’t mooiste huis en eisen dat men eten voor ons maakt. Zo zitten wij na 3 jaar gevangenis eindelijk op stoelen, aan een tafel gedekt met een wit tafelkleed, twee dienstmeiden serveren ons op borden, we eten met lepels, vorken en messen. Het is 2 uur in de namiddag als we vragen de radio aan te zetten: Churchill verklaart de overwinning van de geallieerden en Keitel heeft de capitulatie van Duitsland ondertekend. Dat was op 8 mei 1945, wij zijn echt vrij.

Beste vrienden,

Vrijheid is, voor iemand die 3 jaar in de nazi-kampen heeft doorgebracht geen leeg begrip. Het is geen fantasietje of een verzonnen ideaal. Vrijheid is voor de mens even belangrijk als de lucht die we inademen. Pas dus goed op voor bendes die met vlaggen beginnen te zwaaien. Pas op voor volksbedriegers die ‘de andere’ – wie of wat hij ook mag zijn – uitsluiten. Vergeet nooit dat ons land België het eerste land op het Europese continent was, waar de grondwet belangrijker dan de koning was, waar de vrijheid van mening en godsdienst in de wet zelf werd geschreven. Ons land is altijd een land geweest waar de wetten door de verkozen vertegenwoordigers van het volk werden geschreven in plaats van door mannen met wapens. Daarom is er deze senaat en dit parlement. Beste vrienden, blijf vrij.
Dank u.