Tempel-item van 2000 jaar opgegraven in Jeruzalem

Een zeldzaam gouden belletje werd vorige week ontdekt bij opgravingen in Jeruzalem. Archeologen vermoeden dat het twee duizend jaar oude belletje afkomstig is van het kleed van een hogepriester.

Het item werd afgelopen donderdag gevonden bij opgravingen in een archeologische site niet ver van de Klaagmuur, aldus Israëls officiële archeologische organisatie, de Antiquities Authority, dat het onderzoek leidt samen met de Israel Nature and Parks Authority. De financiering van de opgravingswerken gebeurt door de City of David Foundation, die vlakbij eveneens een bekend archeologisch museum beheert.

“Het lijkt dat het belletje genaaid was op het kleed van een vooraanstaande religieuse vertegenwoordiger in het Jeruzalem van het einde van de tweede tempelperiode, de eerste eeuw van onze tijdrekening”, aldus Eli Shukron en professor Ronny Reich van de universiteit van Haifa, die de opgravingen leiden. “Het belletje werd ontdekt in een ondergronds kanaal dat indertijd water vanuit de bronnen van Shiloah via de zogenaamde stad van David toevoerde naar de oude stad en de klaagmuur.” Zij vermoeden dat het belletje bij een wandeling door Jeruzalem loskwam en in de zandgrond op de bodem van het ondergrondse kanaal belandde waar het tweeduizend jaar verborgen bleef.

Voor de stelling dat het belletje mogelijks toebehoorde aan de hogepriester baseren de archeologen zich onder meer op het gedeelte van de Torah waar over de vervaardiging van het kleed van de eerste hogepriester, Aäron, staat vermeld: “En gij zult op zijn zomen granaatappels in blauwpurper, roodpurper en scharlaken, rondom op zijn zomen, zetten, en gouden belletjes overal daartussen: telken een gouden belletje en een granaatappel, rondom op de zomen van het opperkleed.” (Exodus 28:34)

Het kleinood is hoedanook een zoveelste getuige van de millenia-oude Joodse aanwezigheid in Jeruzalem.