Yitzhak Shamir (1915-2012): zionist in hart en nieren

Shamir
Yithak Shamir (1915-2012)

De Israëlische oud-premier Yitzhak Shamir is zaterdag op 96-jarige leeftijd overleden. Shamir diende na Ben Gurion het langst als premier van Israël. Shamir was een overtuigd zionist die weigerde compromissen te sluiten als hij overtuigd was van eigen gelijk. Hij gaf leiding aan het land in de Golfoorlog van 1991 en tijdens de massa-immigratie uit de Sovjet-Unie.

Shamir was premier van 1983 tot 1984 en van 1986 tot 1992. Hij was lid van de nationalistische partij Likud enverzette zich met tegen  het afstaan van de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook aan de Palestijnen.

Shamir werd in 1915 geboren in Rushany, in wat nu Wit-Rusland is maar destijds Polen, hij studeerde rechten aan de universiteit van Warschau en emigreerde in 1935 naar Palestina. Hij studeerde verder aan de Hebreeuwse universiteit van Jeruzalem en sloot zich in 1937 aan bij de radicale Etzel-groep.

Toen in 1940 de leider van de groep, Avraham (Yair) Stern, de groep ”Etzel in Israël of ”Lehi” oprichtte, ging Shamir mee. De Britten spraken van de ”Stern Gang”, omdat deze verantwoordelijk was voor diverse aanslagen. In 1946 verbanden de Britten Shamir naar een kamp in Eritrea, waaruit hij wist te ontsnappen. Hij verbleef in Parijs totdat hij in mei 1948 naar Israël terugkeerde.

In 1955 trad hij toe tot de Mossad, waar hij tien jaar lang diende. In 1965 werd hij zakenman en spande zich tegelijkertijd in voor de Sovjet-Joden. Hij sloot zich aan bij de Herut (voorloper van de Likud) en werd gekozen tot voorzitter. In 1974 werd hij Knessetlid, waar hij drie jaar later voorzitter van werd.

Advertentie

Toen de Knesset in 1978 moest stemmen over het Camp David-akkoord, onthield hij zich van stemming. Toch moest hij zorgen voor de uitvoering van het verdrag tussen Israël en Egypte, nadat hij in 1980 minister van Buitenlandse Zaken was geworden.

In oktober 1983 volgde hij Menachem Begin op als premier, die aftrad wegens uitputting. Shamir was toen 68 en slechts twee jaar jonger dan zijn voorganger. Het was een moeilijke periode. Israël was verwikkeld in een oorlog in Libanon en het land ging gebukt onder hyperinflatie. Shamir wist 
de strategische samenwerking met de VS uit te bouwen en een vrijhandelsverdrag met dat land te sluiten.

In 1984 kreeg Israël een regering van nationale eenheid, samen met de Arbeidspartij van Shimon Peres. Eerst werd Peres twee jaar premier en Shamir minister van Buitenlandse Zaken en in 1986 draaiden ze de rollen om.

In 1988 werd hij opnieuw premier, maar de regering die was opgezet met de Arbeiderspartij kwam in 1990 ten val. Hij zag daarna echter kans een rechtse coalitie op te zetten.

In augustus 1990 viel Irak Koeweit binnen. De spanning in het Midden-Oosten steeg naar ongekende hoogten. In 1991, toen een coalitie van strijdmachten onder leiding van de VS Irak aanviel, schoot Irak Scudraketten op Israël af om dat land in de oorlog te betrekken. Shamir gaf gehoor aan de wens van de VS om zich afzijdig te houden.

Na de Golfoorlog voerden de VS de druk op om vredesbesprekingen te openen. Eind oktober 1991 begon in Madrid de vredesconferentie. Voor het eerst spraken Israël en een aantal Arabische landen met elkaar. Na deze conferentie verdubbelde het aantal landen dat diplomatieke betrekkingen aanging. Het overleg met Jordanië leidde in 1994 tot een vredesakkoord. Met de Palestijnen werd geen doorbraak bereikt. Shamir geloofde dat Israël de Westoever nodig had voor de huisvesting van immigranten.

Onder Shamir kwam ook de massale immigratie uit de voormalige Sovjet-Unie op gang. Deze immigratie was van cruciaal belang voor Israël, want het land werd er aanzienlijk door versterkt. In mei 1991 was Shamir de drijvende kracht achter Operatie Salomo. Tijdens een 36-urige luchtbrug tussen Tel Aviv en Addis Abeba werden bijna 15.000 Ethiopische Joden naar Israël gebracht.

Advertentie

Het roer in de relatie met de Palestijnen ging radicaal om nadat Yitzhak Rabin de verkiezingen in 1992 won. In 1993 werd het eerste Osloakkoord met de Palestijnen gesloten, dat leidde tot Palestijnse autonomie. Shamir was ertegen.

In 1996 trad Shamir af als Knessetlid. In 2004 bleek hij alzheimer te hebben. In zijn laatste jaren werd hij verpleegd. Vorig jaar overleed zijn vrouw Shulamit, met wie hij sinds 1944 was getrouwd. Yitzhak Shamir wordt maandagavond naast zijn vrouw op de berg Herzl in Jeruzalem begraven.

Bron: Reformatorisch Dagblad