Marinower scherp voor Abicht & Co. die Palestina in Holocaustmuseum willen zien

Claude Marinower, ondervoorzitter van het nieuwe Holocaustmusuem in Mechelen reageert bijzonder scherp op de vraag van Ludo Abicht en anderen om Israël te vermelden naast andere landen die zich schuldig maken aan genocide.

hierLudo Abicht

Vorige week gaf filosoof Ludo Abicht een interview aan Radio 1 in het programma Nieuwe Feiten waarin hij pleitte om ook de Palestijnse ‘Nakba’ (Nvdr Al-Nakba een Arabisch woord : النكبة – ‘de catastrofe) “naast andere genociden en grove mensenrechtenschendingen” in het nieuwe Holocaustmuseum in Mechelen, een plaats te geven.

Beluister het interview hier: [audio:https://joodsactueel.be/wp-content/uploads-pjact001/2012/12/lanf.mp3.mp3]
De Nakba is de naam die de Palestijnen gaven aan het feit dat door de oorlog in 1948 meer dan een half miljoen Palestijnen op de vlucht sloegen. Vooreerst geven wij de feitelijkheden waarom de vraag van Abicht sowieso niet klopt.

1. Tijdens elke oorlog zijn er vluchtelingen, dat is een spijtig bijproduct van een gewapend conflict. Belangrijk is echter om weten wie die oorlog is begonnen en daar is, zelfs onder historici, geen debat over. De Arabische landen verklaarden de oorlog aan Israël, niet andersom.
2. Er waren eveneens Joodse vluchtelingen, tussen 1947 en 1968, meer dan 700.000 Joden die uit Arabische landen werden verdreven. Je hebt dus de zelfde beweging langs beide kanten
3. De Arabische vluchtelingen gingen voor een groot deel (niet allemaal) zelf lopen omdat ze bang waren voor het geweld. Ze gaven daarmee gehoor aan de oproep van hun eigen Arabische leiders maar ze werden niet door Israël ‘verdreven’.

Advertentie

Claude Marinower, de nieuwe ondervoorzitter van het Holocaustmuseum geeft in de huidige editie van Joods Actueel een interview aan ons maandblad. Daarin haalt hij scherp uit tegen mensen zoals Abicht en stelt:

De correlatie die men zoekt met het Palestijns-Israëlisch conflict is van een zeer bedenkelijke aard en dat is ook één van de zaken die er toe leiden dat anti-israëlische gevoelens op een antisemitisch fundament worden opgetrokken of omgekeerd met alle gevolgen van dien. Het is duidelijk dat als men bereid is dergelijke vergelijkingen te trekken dat het einde niet meer veraf is.

Ik kan best aannemen dat je de Palestijnse zaak ter harte neemt, maar je zal toch bepaalde grenzen in acht moeten nemen. Er is voor zover mij bekend door niemand en zeker niet door de Israëlische regering, dewelke ook trouwens, ooit gestreefd naar een politiek die erop gebaseerd is de systematische uitroeiing van het Palestijnse volk te wensen, laat staan uit te voeren.

Het volledige interview met Claude Marinower kan u lezen in het magazine dat morgen verschijnt.

Israël even erg?

Michael Freilich is van oordeel dat er nog een ander mechanisme speelt: “Hiermee komt vooral aan het licht dat sommigen in Europa na de Holocaust ervoor kiezen om op elk mogelijke manier aan te tonen dat Israël, de Joodse staat, niet beter is ook al moet men daarvoor de waarheid zwaar geweld aan doen”, aldus de hoofdredacteur van Joods Actueel.