Arabische Liga boycot bekroonde film omdat die deels in Israël werd gedraaid

lattentat
beeld uit de film

“Terwijl Syria in brand staat, Irak lijdt onder onophoudelijke zelfmoordaanslagen en Libië volledig stuurloos is, hakt de Arabische Liga in op een filmartiest”, zei de Algerijnse auteur Mohammed Khadra tegen de Israëlische krant ‘The Times of Israel’ nadat zijn prent vorige week door de Arabische Liga geboycot werd. “Is dat niet het toppunt van obsceniteit?”

Moulessehoul ontdekte pas dat de Liga de tweeëntwintig aangesloten lidstaten  heeft opgeroepen om de internationaal fel bejubelde film ‘l’Attentat’ te boycotten, de film ging recent in Frankrijk in première. “Eigenlijk verbaast het me niet”, zei hij. De houding van de Arabische Liga illustreert “hoe belachelijk de Arabische politieke elite kan zijn”, aldus de 58-jarige schrijver die publiceert onder het pseudoniem Yasmina Khadra.

In Frankrijk zorgde de boycotoproep van de Arabische Liga voor veel verontwaardiging. Minister Yamina Benguigui, zelf actief in de filmwereld, nam in mei contact op met de Libanese overheid om de film niet te verbieden. Tevergeefs.

Omdat sommige scènes in Israël werden opgenomen en de 49-jarige producer Ziad Doueiri elf maanden in Israël verbleef riskeert hij nu – op basis van een wet uit 1955 die Libanezen verbiedt om naar Israël te reizen – drie jaar gevangenis, ook al heeft hij ook het Amerikaans staatsburgerschap.

Tegen de Franse krant Le Figaro liet Doueiri zich ontvallen: “Ik heb schoon genoeg van dat intellectueel terrorisme dat mij verplicht Israël als Darth Vader en de Palestijnen als schattige teddyberen te portretteren. Er bestaat niet zoiets als een volstrekte slechterik aan de ene en louter onschuldige slachtoffers aan de andere kant.”

Advertentie

“De rol van een filmmaker is om vragen te stellen. De Arabische wereld zou zichzelf in vraag moeten kunnen stellen. De sterkste kritiek op Israël komt meestal uit Israël zelf.”

“De film waarschuwt voor fanatisme en blinde haat”, aldus het Franse magazine Tribune Juive op 3 juni. “Het boek, geschreven door een arabier is allesbehalve een anti-Israëlische scheldpartij.”

“Het is een mooie film, moedig gemaakt door een Libanese man… Laten we hem naar waarde schatten.”

De film vertelt het verhaal van de Arabische Israëliër Amin Jaafari, een chirurg wiens leven in duigen valt als hij ontdekt dat zijn vrouw Sihem omkomt bij een zelfmoordaanslag in Tel Aviv. Een aanslag die zij zelf uitvoerde. Jaafari trekt uit op onderzoek, verscheurd tussen rouw en verraad.

Khadra vindt het ironisch dat de tweeëntwintig lidstaten van de Arabische Liga het eindelijk over iets eens raken. Ook al is het maar om een kunstwerk te censureren. “De Arabische Liga is een broederschap van gefrustreerde en agressieve mannen wars van cultuur of legitimiteit”, zei hij. “Ze lezen nooit een boek, weten nauwelijks wat een museum is en beschouwen een soap als cinematografische kunst”.

“Hun houding illustreert hun onvermogen en hun overbodigheid”, voegde hij er aan toe.

Hij haastte zich erbij te vertellen dat de Arabische Liga het Arabische volk niet vertegenwoordigt. “De Arabische Liga spreekt enkel voor zichzelf”, zei Moulessehoul. “Het heeft geen invloed op ons volk en geen enkele geloofwaardigheid.”