Anderlecht : Brandbom tegen Synagoge zet deur in de fik

In de nasleep van de rellen die in de Brusselse gemeente Sint-Gillis uitbraken werd op dinsdagavond rond 21.45 uur een molotovcoctail tegen de toegangsdeur van de Anderlechtse synagoge in de Kliniekstraat geworpen. Die vloog in brand.
Een voorbijganger en enkele buurtbewoners slaagde erin om het vuur te doven. Dit antisemitische incident is het zoveelste op rij in de gemeente van burgemeester Gaëtan Van Goidsenhoven.

In de nabijgelegen metrostations werden herhaaldelijk antisemitische slogans aangebracht “Dood aan de Joden”, een auto waar een keppeltje zichtbaar op de achterbank lag werd in vuur gestoken en in het koetswerk van de auto van de congierge van de synagoge werd een hakenkruis gekrast en de autoruiten verbrijzeld.

Acht jaar geleden werd dezelfde synagoge aangevallen  toen op 1 april 2002 een vijftal brandbommen door het raam van de tweede verdieping werden gegooid en het interieur van de synagoge vuur vatte.  De bezoekers van deze synagoge (en van andere Brusselse synagogen) worden regelmatig lastig gevallen door groepen jongeren.

Ook rabbijnen blijven niet gespaard van het antisemitisch geweld: de opperrabbijn van Rusland werd op weg naar de  Kliniekstraat aangevallen toen hij op 21 april 2002 wou deelnemen aan een betoging tegen het antisemitische geweld in Anderlecht. Hij werd aangevallen door een persoon met Arabisch uiterlijk die hem van zijn hoofddeksel beroofde en neersloeg. Ook de Brusselse opperrabbijn Albert Guigui werd in het verleden aan de  vlakbij gelegen metrohalte Clemenceau bespuwd en beschimpt door een groepje Marokkaanse jongeren.

De Joodse veiligheidsdienst in Brussel vertelt aan Joods Actueel dat “poging tot brandstichting op deze synagoge niet nieuw zijn en elk jaar één of twee keer voorkomen. Vroeg of laat zullen ze er in slagen om het gebouw helemaal in de vlammen te doen opgaan. Structurele maatregelen zoals camerabewaking zijn nodig zodat het niet zover zal komen. Men kan zich later niet verstoppen achter excuses alsof een aanval tegen de synagoge niet had kunnen voorkomen worden.”