Palestina erkennen? Dan ontploft de doos van Pandora

Waarom het erkennen van ‘Palestina’ als staat eigenlijk niets verandert — of erger: alles bemoeilijkt

Opnieuw gaan Europese landen over tot de symbolische erkenning van een “Palestijnse staat”. Na Zweden in 2014 zijn het nu Ierland, Spanje en Noorwegen, met Malta en Slovenië in de wachtkamer. Zij verklaren hiermee “vrede” te willen bevorderen in het Israëlisch-Palestijns conflict.

Cedric Vloemans

Maar achter deze goedbedoelde diplomatieke gestes schuilt een gevaarlijke naïviteit. Niet alleen verandert zo’n erkenning niets aan de realiteit op het terrein — ze draagt zelfs bij tot meer juridische en militaire onduidelijkheid, ondermijnt internationale normen en creëert een valse beeldvorming die echte vrede alleen maar verder op afstand zet.

Juridisch: een staat zonder staatselementen?

Volgens het internationaal recht zijn er drie minimumvereisten voor staat zijn, zoals omschreven in de Conventie van Montevideo (1933): een permanente bevolking, een afgebakend grondgebied, en een regering die gezag uitoefent over dat grondgebied. Geen enkele van die drie voorwaarden wordt vandaag vervuld door de entiteit die zichzelf “Palestina” noemt.

Advertentie

De Palestijnse Autoriteit (PA) heeft geen effectieve controle over Gaza — dat is sinds 2007 in handen van Hamas, dat de PA uit de Gazastrook heeft verdreven na gewelddadige gevechten. Hamas is niet alleen een concurrerende politieke macht, maar wordt door de EU zelf als terroristische organisatie bestempeld. Tegelijk heeft de PA geen soevereiniteit over Oost-Jeruzalem, noch over grote delen van de Westelijke Jordaanoever, waar Israël nog steeds veiligheidsgarantie biedt sinds de Oslo-akkoorden. Er is geen eenheidsregering, geen controle over grenzen, luchtruim, havens of veiligheid. Kortom: geen functionerende staat.

Erkennen van een “staat Palestina” is dus juridisch gesproken een lege doos — een erkenning van een entiteit die geen staat is, wat de betekenis van “erkenning” ondermijnt in het internationaal recht.

Politiek: diplomatie als moreel gebaar

Wat Spanje, Ierland en Malta doen, is in wezen symbolische diplomatie bedrijven. In plaats van druk te zetten op beide partijen om te onderhandelen, kiest men de kant van een partij die niet aan de voorwaarden voor staatsvorming voldoet, maar die zich wel in slachtofferstatus weet te hullen. Dit is geen bijdrage tot vrede, maar een vorm van eenzijdige politieke beloning — zonder dat daar wederzijdse concessies tegenover staan. Waarom zou de Palestijnse leiding nog onderhandelen over grenzen, veiligheid of erkenning van Israël, als ze toch al internationaal als “staat” wordt erkend?

De “erkenning” wordt daardoor een politiek drukmiddel, niet op de Palestijnen — maar op Israël. En dat is precies waar het fout gaat.

Symbolisch: een staat zonder vrede

De symbolische waarde van staatsherkenning wordt vaak onderschat. Een land erkennen is niet zomaar een administratieve daad. Het is een krachtige diplomatieke boodschap: “Wij beschouwen u als legitieme actor onder de volken der aarde.” Voor wie dat toekent aan een entiteit die systematisch terrorisme goedpraat of laat begaan (zoals Hamas in Gaza), of die interne verdeeldheid en democratisch deficit tentoonspreidt (zoals de PA op de Westelijke Jordaanoever), is dat een zorgwekkend precedent.

Het gaat hier niet om solidariteit met de Palestijnse bevolking, maar om een vorm van morele gelijkstelling tussen een stabiele democratie als Israël en een intern verdeelde entiteit zonder grondwettelijk bestel, geen regelmatige verkiezingen en met openlijke propaganda tegen de joodse staat.

Militair: erkenning maakt van terrorisme een oorlog

Een erkende staat voert geen “gewapend verzet” maar oorlog. Elke raket die dan vanuit Gaza op Israël wordt afgevuurd, zou juridisch gelden als een daad van agressie door een erkende staat. Dat maakt het conflict geen “binnenlands veiligheidsprobleem” meer, maar een internationaal conflict tussen staten, met potentieel enorme gevolgen.

Advertentie

Zal de EU dan ook artikel 51 van het VN-Handvest erkennen, dat Israël het recht geeft op zelfverdediging tegen een ander land? Of zal men blijven doen alsof Israël zich moet inhouden tegenover een “bezet volk”, ook als dat volk dan formeel een soevereine staat zou zijn?

De hypocrisie zou compleet zijn: men erkent Palestina als staat, maar blijft Israël behandelen alsof het een kolonisator is, niet een buurland in oorlog.

Praktisch: welke grenzen, welk bestuur?

Erkent men “Palestina” binnen de grenzen van 1967? Maar die grenzen waren wapenstilstandslijnen, nooit internationale staatsgrenzen. En ze omvatten ook delen waar Israël al meer dan 50 jaar woont, bouwt en beschermt, waaronder Joodse wijken in Oost-Jeruzalem.

Of erkent men “Palestina” inclusief Gaza én de Westoever — terwijl er geen enkel gezag is dat beide gebieden bestuurt?

Wie onderhandelt namens Palestina? Abbas, die al 18 jaar geen verkiezingen hield? Hamas, dat Israël uitroeiing toewenst? Of een toekomstige technocratische regering onder toezicht van Qatar en de EU?

Zolang die vragen onbeantwoord blijven, is elke erkenning niet alleen prematuur — ze is contraproductief. Ze beloont onduidelijkheid en chaos.

Slotbedenking

De erkenning van een Palestijnse staat is geen stap richting vrede, maar een gevaarlijke shortcut die het internationale recht ondermijnt, politieke verwarring zaait, terrorisme onbedoeld legitimeert en elke onderhandeling op voorhand uitholt. Vrede vereist realisme, wederzijdse erkenning, veiligheidsgaranties en duidelijke grenzen — niet holle symbolen die de feiten negeren.

Bibliografie

  • Montevideo Conventie over de Rechten en Plichten van Staten (1933), artikel 1.
  • UN Charter, Artikel 51 (recht op zelfverdediging).
  • Oslo-akkoorden (1993-1995), inclusief Interim Agreement on the West Bank and the Gaza Strip.
  • Europese Unie – Lijst van terroristische organisaties, laatste update m.b.t. Hamas.
  • ICJ Advisory Opinion on the Legal Consequences of the Construction of a Wall in the Occupied Palestinian Territory (2004).
  • Cedric Vloemans, “De valse claim van bezetting van de Palestijnse Staat”, Joods Actueel, 19 mei 2021.
  • Efraim Karsh, Palestine Betrayed, Yale University Press, 2010.
  • Dore Gold, The Fight for Jerusalem: Radical Islam, the West, and the Future of the Holy City, Regnery, 2007.
  • Eugene Kontorovich, “The Legal Case for Israel,” in Israel’s Rights as a Nation-State in International Diplomacy, Jerusalem Center for Public Affairs, 2011.