Rechtbank in Jeruzalem verwerpt aanklacht tegen paus
Een rechtbank in Jeruzalem heeft de aanklacht van twee Israëli’s die het Vaticaan beschuldigden van diefstal verworpen. De aanklacht bevatte een lijst van de geplunderde Joodse goederen die het Vaticaan al meer dan 1000 jaar in haar bezit zou hebben. Op de lijst stond ook de gouden menora die uit de Joodse tempel geroofd werd door Romeinse troepen onder bevel van Titus tijdens de verwoesting van de tempel in het jaar 70.
Baruch Marzel en Itamar Ben Gvir noemden in hun aanklacht Benedictus XVI als hoofdschuldige maar hun aanklacht gold ook voor andere katholieke autoriteiten wegens het bezitten en verbergen van gestolen goederen.
De klacht werd ingediend tijdens het bezoek van de kerkvorst vorige week. De rechtbank zei in haar verdict dat ze de zaak niet kan behandelen omdat de paus als staatshoofd van Vaticaanstad diplomatieke onschendbaarheid geniet. Het Vaticaan zelf heeft al jarenlang een ambigue houding t.o.v. Israelische vragen om het archief met oude tempelschatten te bekijken.