Panorama reportage over Jeruzalem niet conform eigen BBC Guidelines

In dit filmpje legt het Committee for Accuracy on Middle-East Reporting haarfijn uit hoe de BBC de eigen regels over objectiviteit aan zijn laars lapt:

Joods Actueel berichtte in het verleden al over deze materie. Download het volledig artikel hier of herlees hieronder.

Jane Corbin tijdens de opnames van ‘A walk in the park’
Het Israëlische leger, dat er in het holst van de nacht op uittrekt om argeloze Palestijnen uit hun huizen te drijven. Bulldozers en sloophamers, die de huizen met de grond gelijkmaken. Joodse burgers, die hun Palestijnse buren beschieten en archeologen die erop uit zijn om moslim heiligdommen te vernietigen. Dit zijn de items die aan bod komen in de reportage ’A walk in the park’ van Jane Corbin over Oost-Jeruzalem. Deze feiten starten in het ijle en lijken geen voorgeschiedenis te hebben. Er is wel een duidelijke verhaallijn: alle wantoestanden in Oost- Jeruzalem zijn steevast op de rekening van Israël te schrijven. Wanneer één van de Palestijnse respondenten naar een rij wachtende Israëlische soldaten uitroept dat “Israël de meest racistische staat ter wereld is”, zwijgt de journaliste instemmend.

En toch: Corbin staat niet op de loonlijst van de Iraanse TV, Al Manar of Al Jazeera. Ze maakt haar programma voor Panorama, het paradepaardje van de BBC, een zender met wereldfaam vanwege zijn kwaliteitsvolle en onafhankelijke journalistiek. Vroeg of laat kan deze bewuste uitzending ook op VRTte zien zijn, in een ondertitelde versie welteverstaan. (nvdr, op 13/3/2010 zond de vrt dit programma uit in Vranckx op Canvas). Savasorda bekeek de uitzending, vond de inhoud en de manier van werken bedenkelijk en ging zelf ter verduidelijking op zoek naar de historische achtergrond.

Advertentie

Onder de loep door Savasorda (verschenen in Joods Actueel van februari 2010)

Eerst de feiten. Van 1948 tot 1967 wordt Oost-Jeruzalem door Jordanië geannexeerd. Joden worden uit de stad verdreven en hebben geen toegang tot de joodse heilige plaatsen. “Oost-Jeruzalem is bezet gebied”, stelt Corbin, “volgens het internationaal recht mocht het statuut niet gewijzigd worden”. Welk statuut niet mocht gewijzigd worden, onder welke wet dit zou vallen of waarom dit zo zou zijn, wordt niet uitgelegd.

In het UNO verdelingsplan van 1947 wordt Jeruzalem beschouwd als een corpus separatus, dat door de VN bestuurd zou worden. Daar komt echter niets van terecht. Op de dag dat de Britten het mandaatgebied Palestina verlaten, wordt de pas uitgeroepen staat Israël door een coalitie van vijf Arabische landen binnengevallen. Het Jordaanse leger bezet (en annexeert) Oost-Jeruzalem, Israël houdt stand in West-Jeruzalem en maakt hiervan zijn hoofdstad. De plannen om van Jeruzalem een corpus separatus te maken, zijn door de feiten achterhaald. Bovendien komen er door de Koude Oorlog andere prioriteiten in de internationale politiek: het probleem Jeruzalem verdwijnt naar de achtergrond. Het laatste wat de USA en Groot-Brittannië willen, is een deelname van de USSR in het internationale bestuur van Jeruzalem. Frankrijk van haar kant blijft voorstander van het idee van de corpus separatus. Voor Parijs biedt dit een mogelijkheid om de verloren Franse invloed in de Heilige Stad te herwinnen. Brussel volgt Parijs in deze politiek. De BBC-reportage stelt dat Israël in 1967 het statuut van Oost-Jeruzalem niet mocht wijzigen. Dat betekent concreet voor het oostelijke stadsdeel een voortzetting van de Jordaanse wet, waardoor de Joodse inwoners uit de stad verdreven werden en de Joden niet toegelaten werden tot hun heilige plaatsen in de Oude Stad. Is dit het statuut van Oost-Jeruzalem dat niet gewijzigd mocht worden volgens Corbin? Concreet: De journalist heeft het bij het foute einde en neemt (bewust?) de anti-Israëlische propaganda over.

Misbruik van de archeologie?

Sinds Bijbelse tijden is er een ononderbroken Joodse bewoning in Jeruzalem, ook na de vernietiging van de stad door de Romeinen (jaar 70) en de daaropvolgende diaspora. De Joden verdwijnen er alleen in periodes waarin hun aanwezigheid in de stad verboden wordt en ze keren daarna ook telkens opnieuw terug. Natuurlijk blijkt hun aanwezigheid uit de vele archeologische opgravingen die her en der in Jeruzalem – zoals op zoveel andere plaatsen in Israël – opgezet worden. Maar ook andere bronnen getuigen daarvan. Zo komen de Joden van Jeruzalem uitvoerig aan bod in reisverslagen die pelgrims door de eeuwen heen publiceerden. Archeologisch onderzoek in Israël gebeurt bovendien volgens de internationale wetenschappelijke standaard en staat wereldwijd hoog aangeschreven. Het lijkt ook logisch dat een – met godsdienst en geschiedenis zwaar beladen – stad die leeft van het toerisme, als het kan, opgravingen doet. Nergens wordt de aanwezigheid van de moslims in het gebied ontkend of geminimaliseerd. Dat de Arabieren de stad in 638 veroveren in de naam van de islam, en dat de Ottomaanse Turken er heersen van 1517 tot in 1917, vind je er in elk historisch overzicht, in elk museum. In de reportage beschuldigt een Palestijnse activist de Israëlische archeologen ervan door middel van de opgravingen islamitische ereplaatsen te willen vernielen. Dergelijke beschuldigingen op basis van een intentie weerklinken al jaren in antizionistische kringen, hoewel ze nooit hard gemaakt worden door feiten. Dat labelling niet te rijmen valt met het basisprincipe van de rechtstaat, wordt door de reporter niet vermeld. Concreet: de journalist begaat een fout door een leugen – die dus tegen alle concrete feiten ingaat – niet recht te zetten, of een wederwoord te laten horen.

Advertentie

Sheik Jarrah en Shimon Hatsadik

Na 1850 kopen het comité van de Sefardische gemeenschap en de Ashkenazische vereniging van Israël gronden in de wijken Sheik Jarrah en Shimon Hatsadik in Oost-Jeruzalem. Het gaat in de reportage precies om deze eigendommen. Nadat de Joodse inwoners er in 1948 uit hun huizen verdreven werden, komen deze woningen in handen van de Jordaanse Beheerder van Vijandige Eigendom. Midden de jaren ’50 worden er Arabische families in gevestigd, die hun huur betalen aan de Jordaanse Beheerder. Na 1967 komen deze eigendommen onder de hoede van de Israëlische Beheerder van Achtergelaten Eigendom. In 1972 geeft die het land terug aan de oorspronkelijke eigenaars, het Comité van de Sefardische gemeenschap en de Ashkenazische vereniging van Israël, de wettige eigenaars. In 1988 oordeelt het Israëlische Hooggerechtshof dat de 28 Arabische families die er wonen, de status krijgen van ‘beschermde bewoners’, maar dat het eigendom van de panden aan de Joodse organisaties toekomt. De bewoners kunnen dus niet uit hun huizen worden gezet.

Tien jaar later betrekken Joden verlaten panden in de buurt: tot op heden een 10-tal families. Op hetzelfde moment start een langdurige juridische procedure van uitzetting ten nadele van Arabische families die de huishuur weigeren te betalen aan de Joodse eigenaars. De familie Hanoun die in de reportage als slachtoffer naar voren komt, weigert al tientallen jaar de huur te betalen. De BBC beperkt zich tot het filmen van emotionele beelden van de Arabische familie. Commentaar van de reporter: deze brutale uitdrijvingen kaderen in een plan van het stadsbestuur om Jeruzalem te ‘verjoodsen’. De hele voorgeschiedenis, het feit dat de huur al tien jaar niet betaald wordt? Dat komt allemaal niet ter sprake.

Schuld van kolonisten

Ook in deze buitenwijk in Oost-Jeruzalem (Kfar Shiloah/Silwan) werd al in de 19de eeuw grond gekocht voor de vestiging van Jemenitische Joden. Corbin illustreert het toenemende geweld in de stad met het relaas van een schietincident dat plaatsvond enige tijd voor de reportage. Het voorval kwam ook uitvoerig aan bod in de Israëlische pers en in de Engelstalige media. In een schermutseling op straat voelen enkele Joden zich bedreigd door een groep Palestijnen, waarop een Joodse man de Palestijn Achmed Qaareen in het been schiet. Het politioneel onderzoek naar de zaak komt tot het besluit dat de dader handelde uit wettige zelfverdediging. Het beeldmateriaal dat eerder in de Israëlische media te zien was, wordt niet volledig overgenomen in de BBC-reportage. Het materiaal wordt zo verknipt en gemonteerd dat het ’bewijst’ dat de schietpartij het resultaat was van het geweld van de Joodse settlers in Silwan. Natuurlijk zijn schietpartijen niet goed te keuren. Maar er is wel meer aan de hand. Als je als verslaggever ook niet wijst op de bloedige aanslagen aan Palestijnse kant en de oorzaak van het geweld uitsluitend legt bij de Joodse kolonisten, dan lap je alle regels van de journalistieke deontologie aan je laars.


Bevolkingsgroei in Jeruzalem (per religie)

A walk in the park?

Ten slotte nog dit: Corbin verwijt de Israëli’s ook dat ze nog op een andere manier woongebied van de Palestijnen willen afnemen: een aantal woningen wordt gesloopt om een vrije ruimte te creëren tussen de omwalling van de Oude Stad en het woongebied. Dergelijke bestemmingsplannen bestaan al heel lang zelfs, maar zijn niet ontsproten uit het brein van de Israëli’s en ze hebben zeker niet als doel ‘de Palestijnen van hun grond te beroven’. De plannen zijn iets ouder: ze dateren uit de periode van het Britse mandaat en kaderen in de Britse ambitie om de oriëntaalse pracht van Jeruzalem nog meer tot zijn recht te laten komen en tezelfdertijd de erbarmelijke woonomstandigheden te verbeteren. Op 1 juli 1918 wordt een ambitieus urbanisatieplan voorgesteld voor Jeruzalem. Om de Oude Stad en de stadsmuren beter tot hun recht te laten komen en tegelijkertijd de toegankelijkheid te verbeteren, was het de bedoeling om aan de buitenkant van de muren een open ruimte te creëren, een park, waar geen bebouwing in mocht komen. Toen Jordanië het bestuur in 1948 overnam, bleef dit intact. Ook Israël wijzigde de bestemming van die terreinen niet. Het is dan ook logisch dat aanvragen om op die terreinen woningen te bouwen, niet goedgekeurd worden. Dit ambitieus bestemmingsplan werd in 1918 goedgekeurd in Londen. Dit had de BBC toch ook kunnen achterhalen.

Besluit:

De onderzoekers van Panorama kunnen de geschiedenis heus wel opzoeken: er is duidelijk meer aan de hand. Hier wordt (bewust) niet met alle feiten voor de dag gekomen. Alle feiten en omstandigheden die de Israëlische politiek begrijpelijk en logisch maken, worden systematisch weggelaten. Terwijl het nu net de bedoeling van een dergelijke uitzending is om alle feiten op een rij te zetten om de kijker dan in staat te stellen een gefundeerde en op feiten gebaseerde mening te vormen. Dit is wat goede duidingsprogramma’s moeten doen.

Nochtans is Panorama van BBC een begrip op dat gebied en worden de afleveringen van dit duidingsprogramma vaak wereldwijd door buitenlandse zenders overgenomen. Deze aflevering valt door de mand op alle vlakken en is een perfect voorbeeld van hoe het niet moet. “A walk in the park” brengt dan ook een serieuze deuk in de reputatie van Panorama / van de BBC. Ons advies aan de nieuwsdienst van de VRT: zeker niet aankopen! (nvdr, profetische woorden weliswaar, enkele weken later werd het programma uitgezonden op Canvas)

Bronnen: Honest Reporting/ Just Journalism/ Catherine Nicault, Une histoire de Jérusalem 1850-1967, CNRS Editions, Paris, 2008

Kadertekst Joodse en Arabische inwoners in Jeruzalem

Tijdens de Ottomaanse periode (1517 -1917) kent de stad een sluimerend bestaan. Rond 1800 telt Jeruzalem tussen de 8.000 en 10.000 inwoners en is daarmee even groot als Gaza of Akko. Jeruzalem is de hoofdplaats van een district in een afgelegen Ottomaanse provincie. In de loop van de 19de eeuw verzwakt het Ottomaanse rijk zienderogen en neemt de buitenlandse invloed toe. De Westerse mogendheden proberen steeds meer voorrechten te verkrijgen: Jeruzalem wordt het uitverkoren terrein voor hun onderlinge rivaliteit. Vanaf 1850 kent de stad een enorme bevolkingstoename, vooral te wijten aan de toegenomen Joodse inwijking. Vanaf dat moment vormen de Joden de grootste religieuze groep in de sterk groeiende stad en dit blijft zo tot de dag van vandaag. Deze bevolkingstoename is bij alle bevolkingsgroepen te verklaren door immigratie. De hygiënische omstandigheden binnen de stad en de beperkte medische voorzieningen staan een ‘natuurlijke’ bevolkingstoename in de weg. Naast toegenomen Joodse inwijking uit Oost-Europa, vestigen zich ook veel (christelijke) Armeniërs in Jeruzalem. De Ottomaanse gezagsdragers van hun kant bevorderen actief de vestiging van moslims – uit onder meer de Kaukasus, Algerije en uit de Balkan – beducht als ze zijn om hun overwicht te verliezen. Op het vlak van de urbanisatie gebeurt er niet veel. Tot 1841 blijft het grondgebied van de stad beperkt binnen de stadsmuren van de Oude Stad, die in het huidige Oost-Jeruzalem ligt. Gebrekkige veiligheid maakt het wonen zonder de bescherming van de stadsmuren onmogelijk. Door een aantal hervormingen verbetert de situatie en wordt bewoning buiten de muren van de Oude Stad na 1850 wel mogelijk. Dan barst Jeruzalem uit zijn voegen. De belangrijkste uitbreiding gebeurt in westelijke en noordelijke richting en betreft vooral Joodse inwoners. Vaak wordt de grond gekocht door Joodse filantropen (zoals Moses Montefiore) of door coöperatieve verenigingen, waardoor ook minder gegoede mensen een eigendom kunnen verwerven. Maar ook in het oostelijke stadsdeel vestigen er zich Joden. Aan de achterkant van de Olijfberg, met zijn grote Joodse begraafplaats, die ook in Oost-Jeruzalem ligt, worden de Hebreeuwse universiteit en het Hadassah ziekenhuis gebouwd op de berg Scopus. En er wordt ook in Oost-Jeruzalem grond gekocht voor Joodse bewoning.