Terechte ongerustheid, ongegronde paniek: Chikli en de veiligheid van Joden in België

Met een dramatisch statement beweerde de Israëlische minister voor Diaspora-zaken, Amichai Chikli, dat België zijn Joden niet meer kan beschermen. In een interview liet hij optekenen dat Brussel zou zijn “gekaapt door islamistische menigten” en dat de Belgische staat haar soevereiniteit heeft verloren. Hij riep Belgische Joden op om het land te verlaten. Een uitspraak die tegelijk voortkomt uit bezorgdheid én gespeend is van nuance of kennis van de Belgische realiteit.
Laat ons duidelijk zijn: wie het toenemende antisemitisme in Europa ontkent, sluit moedwillig de ogen. Ook in België neemt het aantal incidenten toe, zowel online als fysiek. Joodse jongeren krijgen te maken met scheldpartijen op school, er zijn oproepen tot haat op sociale media, en in sommige wijken vermijden Joden bewust zichtbare tekenen van hun identiteit. Er is binnen de Joodse gemeenschap onmiskenbaar sprake van ongerustheid — niet uit paranoia, maar gevoed door concrete ervaringen. Zeker sinds 7 oktober 2023 is die spanning voelbaar toegenomen.

Verbond van progressieven en islamisten
Een belangrijk element daarbij is de ideologische bron van die vijandigheid. Veel van het hedendaags antisemitisme komt niet zomaar uit het niets, maar vindt voeding bij bepaalde religieuze en politieke stromingen. In sommige islamitisch geïnspireerde milieus wordt het conflict in het Midden-Oosten rechtstreeks vertaald naar de straat hier: Joden worden collectief verantwoordelijk gehouden voor Israëlisch beleid, met alle gevolgen van dien. Tegelijk blijft er binnen extreemlinkse, ecologische en zogenaamd progressieve kringen een hardnekkige reflex bestaan om Israël systematisch als enige agressor af te schilderen — vaak uit electorale overwegingen of opportunisme. Daarbij wordt gemakshalve voorbijgegaan aan de Joodse realiteit in Europa, aan de veiligheid van Joodse burgers, en aan het feit dat antisemitisme niet exclusief van rechts komt.
Maar daarmee houdt de waarheid niet op. De Belgische Joodse gemeenschap is niet weerloos, noch verlaten. Integendeel. Al jarenlang bestaat er een intense samenwerking tussen veiligheidsdiensten en Joodse instellingen, zowel in Antwerpen als in Brussel. Synagogen, scholen, culturele centra en winkels worden structureel beveiligd, en dat gebeurde al ruim vóór de terreuraanslagen in Europa of de recente uitbarstingen in Gaza. Het bestaan van initiatieven als Shmira – die op vrijwillige basis de veiligheid in Joodse wijken helpen garanderen – wordt actief ondersteund en gerespecteerd door de Belgische overheid.
Advertentie
Bart De Wever
Ook politiek is het beeld genuanceerder dan wat Chikli suggereert. Premier Bart De Wever (N-VA), zelf burgemeester van Antwerpen, is een uitgesproken bondgenoot van Israël en een principiële verdediger van de Joodse gemeenschap. Kort na 7 oktober pleitte hij voor een duidelijke positionering in het conflict en sprak hij bij een herdenking de woorden:
“There is only one side to choose: that is the side of Israel, the side of democracy and the side of light. Against the forces of tyranny and terror, of antisemitism and barbarism, we know the long arm of Tehran, of Hezbollah, of Hamas, which reaches into the streets of Europe.”
Diezelfde helderheid klinkt ook bij Georges-Louis Bouchez (MR), die zich sinds het begin van de Gaza-oorlog heeft gepositioneerd als een uitgesproken verdediger van de Joodse aanwezigheid in België en een criticus van wat hij “de lafheid van links-progressieve partijen tegenover antisemitisme” noemt.
De uitspraken van Chikli moeten dus vooral in hun eigen politieke context gelezen worden. Chikli staat bekend als een ideologische hardliner, iemand die graag met forse taal uithaalt en de grenzen van diplomatie opzoekt. Dat hij bij momenten de indruk wekt dat Europese Joden enkel nog in Israël thuishoren, past in een bredere zionistische lezing, maar sluit niet aan bij de complexe realiteit van de diaspora. En belangrijker: het helpt de situatie van Europese Joden geenszins vooruit.
Sterker nog, het brengt risico’s met zich mee. Wanneer een Israëlische minister openlijk stelt dat België “zijn Joden niet meer kan beschermen”, ondergraaft hij het vertrouwen in de Belgische instellingen en zadelt hij de gemeenschap zelf op met een gevoel van isolatie. Het dreigt een self-fulfilling prophecy te worden: als zelfs Israël roept dat Joden hier niet veilig zijn, geven we extremisten de indruk dat hun strategie werkt. En dat is ronduit gevaarlijk.
Ook economisch is de schade niet te onderschatten. Antwerpen is nog steeds een wereldcentrum voor de diamantindustrie, waarin Israëli’s en Belgische Joden een sleutelrol spelen. Het vertrouwen dat nodig is voor die sector berust niet alleen op veiligheid, maar ook op stabiliteit en imago. Wie België afschildert als een soort post-Europese chaosstaat, draagt daar allesbehalve aan bij.
Advertentie
Laat ons dus helder zijn. Ja, de situatie vraagt waakzaamheid. Ja, het antisemitisme groeit, vaak vanuit islamistische en extreemlinkse, ecologische of populair-progressieve hoek, en daar moet keihard tegen worden opgetreden. Ja, de Joodse gemeenschap maakt zich zorgen — terecht. Maar neen, België is geen mislukte staat. En neen, de Joden worden hier niet aan hun lot overgelaten.
De band tussen België en zijn Joodse gemeenschap is niet toevallig, maar gegroeid in wederzijds respect en gedeelde geschiedenis. Ze verdient bescherming, zowel door middel van concrete veiligheidsmaatregelen als door woorden die niet de paniek voeden, maar de waarheid dienen. En dat is precies wat minister Chikli verzuimde te doen.
Cedric Vloemans