Redders van familie Perlberg 70 jaar na data onderscheiden

[Archiefstuk] Op 30 november ontvingen vier landgenoten, Frans en Maria de Coninck en Gustaaf en Coleta de Witte, postuum de onderscheiding Rechtvaardigen onder de Naties, de uitreiking vond plaats in de ambassade van Israël in Brussel. Beide families ontvingen de onderscheiding voor de onbaatzuchtige en moedige manier waarop ze hulp boden aan de familie Perberger die dankzij deze hulp de oorlog kon overleven.

Ambassadeur Tamar Samash zette in haar toespraak het belang dat het Joodse volk hecht aan deze onderscheiding uiteen en liet weten hoe in de duisterste dagen van de Europese geschiedenis er nog helden waren, die zich met gevaar voor eigen leven, hebben ingezet voor hun Joodse medeburgers.

Mevrouw Simone Wenger, een vriendin van de familie verklaarde zich bevoorrecht te voelen om de ontroerende plechtigheid te hebben bijgewoond. De familie Perlberger telt vandaag kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen. Deze Perlbergers, de kinderen en andere familieleden, waren voor deze gelegenheid vanuit verscheidene landen overgevlogen om hulde te brengen aan de nakomelingen van de redders van hun voorouders. Vanuit Genève, Zürich, Wenen, London en natuurlijk ook de families uit Antwerpen.

Joods Actueel had een gesprek met Marcus Perlberger. Die zei dat er een groot gevoel van dankbaarheid heerst onder al zijn familieleden. “Nooit ofte nimmer zullen wij vergeten wat deze mensen voor ons gedaan hebben tijdens de Holocaust. En je moet weten dat deze families mijn vader niet eens kenden, we waren er zelfs niet mee bevriend. Toen mijn vader een oproepingsbrief kreeg om zich voor een arbeidskamp te melden rook hij onraad. Hij had vernomen dat bij een andere familie die niet op een soortgelijk verzoek inging de Gestapo het hele gezin, ook het kleine baby’tje, het huis hadden uitgesleurd. Dat was voor hem het signaal dat het niet om zo maar een tewerkstelling ging en hij besloot om mijn moeder, mijn broer, zus en mezelf in veiligheid te brengen.”  Op onze vraag hoe zijn vader dan in contact kwam met de familie de Witte? “Tijdens de oorlog had mijnheer de Witte aan mijn vader per vergissing dezelfde rekening twee keer betaald, zestienduizend in plaats van achtduizend frank. Toen mijn vader dat opmerkte bracht hij achtduizend frank terug. De man was blij verrast want het was een betaling zonder factuur. Omdat mijn ouders vanuit Berlijn naar België gevlucht wqren en mijn vader niet zoveel mensen kende in Brussel besloot hij deze man om raad te vragen. Die liet daarop ons ganse gezin onmiddellijk in de beste kamer van zijn eigen huis wonen en toen dat na zes weken ook te gevaarlijk werd, omdat de Gestapo in woningen binnenviel, heeft hij een andere familie voor ons gezocht. En die hebben ons tot aan het einde van de oorlog verborgen gehouden. Enkele jaren geleden vatte ik het plan aan om deze mensen nogmaals te bedanken voor wat ze gedaan hebben, daarom dat ik Yad Vashem gevraagd heb hen deze onderscheiding te geven”.

Mevrouw Liliane de Witte, de jongste dochter van Gustaaf en Coleta de Witte: “Ik ben in 1944 geboren en heb de situatie niet echt of toch maar als pasgeborene meegemaakt. Mijn ouders zijn door hun verhuis het contact met de familie Perlberger verloren maar het was zo een ingrijpende periode in hun leven – omdat het ook voor hen zulke bange dagen waren – dat ze er vaak met mij en met de andere kinderen over spraken. Ze hadden trouwens ook nog een ander Duits echtpaar verborgen in Schaarbeek, je moet je voorstellen wat dat was. Ze hadden een kruidenierswinkel in Schaarbeek en moesten altijd opletten dat de klanten niets te weten kwamen, dat was altijd op de tippen van je tenen lopen. Maar het is nu ook fantastisch om te weten hoe de hele familie is gegroeid met kinderen en kleinkinderen over de hele wereld, prachtig is dat. En ik ben zo blij en vereerd met de onderscheiding die mijn ouders gekregen hebben. Als de inscriptie van hun namen in Yad Vashem in de muur van de Rechtvaardigen onder de Naties is aangebracht, ga ik zeker naar Israël om te kijken”.

Advertentie

Rechtvaardigen onder de naties

Het uitreiken van de onderscheiding Rechtvaardigen onder de Naties is een taak die het Israëlische parlement in 1953 bij wet aan Yad Vashem (het Holocaustinstituut in Jeruzalem) heeft toevertrouwd. De onderscheiding wordt enkel verleend aan niet-Joden die Joden hebben gered tijdens WOII. Sinds 1963 wordt de commissie die de onderscheidingen toekent voorgezeten door een rechter van het Hooggerechtshof. Deze commissie heeft als opdracht zorgvuldig alle documentatie, bewijzen en getuigenverklaringen en de historische omstandigheden en het risico dat de redder(s) liepen te onderzoeken. In elk geval dienen een aantal voorwaarden vervuld te zijn om in aanmerking te komen voor deze onderscheiding. We zetten ze even op een rijtje:

Een Jood kan niet in aanmerking komen voor deze onderscheiding. De geboden hulp mag zich niet beperken tot een enkele incidentele hulpdaad en de hulp moet geboden zijn zonder financiële vergoeding, tenzij de normale kosten van levensonderhoud. Als de redder niet meer in leven is, zijn het zijn of haar rechtstreekse nakomelingen die gerechtigd zijn om de onderscheiding in Israël of op de Israëlische ambassade in hun eigen land in ontvangst te nemen. Iedereen die de onderscheiding ontvangt kan het Israëlische staatsburgerschap aanvragen en als hij of zij in Israël wenst te leven ontvangt hij daar een pensioen, recht op gezondheidszorg en hulp bij huisvesting in het land.

Op 1 januari 2009 waren er 22.765 mannen en vrouwen uit 45 landen die de erkenning van Rechtvaardigen onder de Naties verkregen hadden. Daaronder 1476 uit ons land. Yad Vashem beklemtoont dat er waarschijnlijk nog duizenden gevallen zijn van mensen die deze onderscheiding verdienen maar waarvan nooit iets werd bekendgemaakt. Het Yad Vashem laat op zijn website ook nog weten dat het redden van Joodse levens op een ander moment in de geschiedenis niet kan leiden tot een erkenning als Rechtvaardige onder de Naties omdat de wet die haar de bevoegdheid verleent enkel handelt over de Shoah en niet over eerdere of latere reddingsacties.