En wat vindt de koning van de jaren veertig? Opinie Louis Davids en Michael Freilich

LDavidsMFreilich
Louis Davids en Michael Freilich

In de Standaard van vandaag (28/1) verscheen onder de titel “Wat vindt de koning van de jaren veertig?” een opiniestuk van Louis Davids, de oprichter van het Belgisch Israëlitisch Weekblad en van Michael Freilich de hoofdredacteur van Joods Actueel. Daarin stellen ze de vraag of koning Albert II als staatshoofd ook de collaboratieschuld van de Belgische staat als dusdanig zal erkennen in navolging van de senaat. Die erkende vorige week de gewillige en vergaande medewerking van de overheden in ons land met de nazi-bezetter.

Louis Davids (84) werd als kind gedeporteerd vanuit de Kazerne Dossin naar Auschwitz. Hij kon uit de trein springen en overleefde als bij wonder de oorlog. Later richtte hij het Belgisch Israëlitisch Weekblad op. Michael Freilich (32) is de kleinzoon van Louis Davids.

Beide auteurs vragen zich af of ook een onderzoek naar de rol van het vorstenhuis tijdens de nazibezetting in ons land, in navolging van het Somarapport over de houding van de overheidsdiensten, niet wenselijk is.

Afgelopen donderdag keurde de Senaat de resolutie goed waarmee de schuld erkend werd van de Belgische Staat voor de Jodenvervolging (DS 24 januari) . Zelfs bijna zeventig jaar na de feiten bleek dat geen vanzelfsprekendheid te zijn.

In een persbericht wees het CCOJB, de koepel van Franstalige Joodse verenigingen, erop dat de ‘hoogste autoriteiten van ons land’ de Senaat reeds waren voorgegaan. ‘Zijne Majesteit de koning, de eerste minister en de burgemeesters van de drie grootste steden van ons land hebben de verantwoordelijkheid van de Belgische autoriteiten duidelijk erkend’, schreven ze.

Advertentie

Maar die informatie is niet correct. De koning heeft zich nooit uitgesproken omtrent enige verantwoordelijkheid van Belgische overheden en hun collaboratie. Men verwijst bij ons graag naar Frankrijk, waar president Jacques Chirac in 1995 de stap zette om de schuld van de Republiek te erkennen. Maar mogen wij u eraan herinneren dat in ons land niet de premier, maar nog altijd de koning het staatshoofd is?

Bij dezen dan ook onze oproep aan koning Albert II om dit alsnog te doen. Het gaat hier immers om het grootste misdrijf dat ooit op Belgisch grondgebied gepleegd werd. En zoals aangetoond werd door het onderzoekscentrum Soma, werkten de Belgische overheden gewillig mee aan de uitvoering van het uitroeiingsbeleid van de nazi’s. Geen hogergeplaatste morele verantwoordelijke dan de koning.

In zijn toespraken voor het volk verwijst de koning meermaals naar de donkere periode van de oorlogsjaren en waarschuwt hij voor onverdraagzaamheid en racisme. Die oproepen genieten onze steun: de Joodse gemeenschap weet maar al te goed wat er kan gebeuren als racisme en haat ontaarden en discriminatie, razzia’s, deportatie en uitroeiing. Wij weten dat de koning belang hecht aan herinneringseducatie, dat bewees hij ook met zijn aanwezigheid bij de inhuldiging van het nieuwe Holocaustmuseum in Mechelen. Maar het zou het staatshoofd sieren als hij het goede voorbeeld zou stellen en, wars van alle polemiek, zelf de stap zetten om de rol van zijn land in deze zaak te erkennen.

Leopold III en Elisabeth

Dat brengt ons bij de rol van het koningshuis zelve tijdens de oorlogsjaren. Het is bekend dat de voorganger van de huidige vorst, zijn vader Leopold III – op eigen initiatief – op de thee ging bij Adolf Hitler. Anderzijds weten we dat koningin Elisabeth grote inspanningen leverde om Joodse kinderen te redden. Het zou daarom geen slecht idee zijn als, in navolging van een onderzoek over de rol van de overheidsdiensten ten tijde van de bezetting, historici de exacte rol van het koningshuis kunnen onderzoeken. Want zoals altijd in dit verhaal van verzet en collaboratie, is niet alles ongenuanceerd, niet alles eenduidig zwart of wit.

Dergelijke vraag is in onze politieke context echter zo goed als ondenkbaar en behoort waarschijnlijk niet tot de grondwettelijk mogelijkheden van de regering. Er is echter één uitzondering: als de vorst zelf zijn goedkeuring geeft voor zo’n onderzoek en de premier daarvoor om instemming verzoekt.

Het is dan ook onze hoop dat de erreur de plume in het persbericht van het CCOJB weldra rechtgezet kan worden, waarmee een zin als deze wel degelijk correct zal zijn in het België van de 21ste eeuw: ‘De hoogste autoriteiten in dit land, onder wie de koning en de premier, hebben het schuldige aandeel van de Belgische staat, door de collaboratie met nazi-Duitsland, erkend.’

Advertentie

Het opiniestuk verscheen ook in de online-editie van De Standaard en kan u hier lezen.