Hoe niet te worden beschoten door gewapende soldaten
Brabosh heeft op zijn blog een mooie tekst geplaatst over wat je moet doen om niet te worden beschoten. Enkele hoofdpunten:
Het volgende is bedoeld als een nuttige handleiding voor diverse activisten, demonstranten, migranten en ander totaal niet-gewelddadig volk dat toevallig bepakt is met messen, geweren, stenen en breekijzers. U zal op uw vredesmissie soldaten tegenkomen, officieren en grenspatrouilles, diverse soorten ordetroepen en militair personeel – en dit zijn enkele waardevolle tips om niét door hen te worden neergeschoten.
Het goede nieuws is dat er een zeer gemakkelijke manier bestaat om niet te worden neergeschoten. Het begint ermee dat je geen vriendelijke mensen in uniform aanvalt. Dat betekent dus dat je niet moet proberen hun buik op te snijden met je vreedzame mes en geen stenen gaat gooien naar hun hoofd. Want hoewel je misschien zal denken dat onder legaal activisme ook poging tot moord is toegestaan, zullen die vriendelijke mannen in uniform denken dat een moordpoging kan resulteren in een plotselinge dood.
Een Kefiyah op je hoofd zetten of een paar Birkenstocks zal je niet vrijstellen van de wetten van de fysica, of de code van het gezonde verstand.
Iedereen heeft zo zijn eigen verhaal en elk speelt de heldenrol in zijn eigen verhaal. En terwijl je misschien wel een leuk verhaal verzint waarin je de Mahdi bent of de reïncarnatie van Che Guevara, zou de man die je hebt aangevallen wel eens een verhaal kunnen hebben waarin hij de rol van John Wayne speelt. En alleen maar om je geheugen op te frissen: Che werd doodgeschoten in zijn dertiger jaren door de Boliviaanse Special Forces. De laatste Mahdi is gestorven aan tyfus in zijn veertiger jaren in een belegerde stad en zijn stoffelijke resten werden in de Nijl gegooid samen met de rest van het vuilnis. John Wayne overleed vredig in zijn zeventiger jaren. Welk lot zou je liever verkiezen?
Advertentie
Het verschil tussen enerzijds gewelddadige activisten en anderzijds ordehandhavers en soldaten, is dat gewelddadige activisten mensen willen doden, maar niet over de nodige vaardigheden beschikken om dat goed te doen. Terwijl de mensen van de ordehandhaving en soldaten wel de vaardigheden hebben om mensen te doden, maar dat liever niet doen. Wanneer boze mensen gewapend met stenen, messen, breekijzers en een paar pistolen een aanval openen op getraind personeel met geweren, gaat de overwinning altijd naar de mensen die opgeleid zijn om te doden, en niet naar diegenen die willen doden. En wanneer bloeddorstige radicalen klagen over disproportioneel geweld, is wat ze in werkelijkheid doen, zeuren over hoe verbazend moeilijk het wel is om mensen te doden.