Een circus met een mezoeza
Wist u dat er binnen de circuswereld een bijzonder grote Joodse inbreng en aanwezigheid is? De allergrootste circusnamen Circus Blumenthal, Circus Cohen, Circus Lorch, Circus Kinsbergen zijn of waren in handen van Joodse families. Ook de allergrootste namen als Het Wiener Circus en het Staatscircus van Moskou hebben Joodse roots. In de stambomen van circusartiesten vind je de families Blanus, Cohen, Rodenburg, Dassi, Kinsbergen, Pauwels en vele anderen. Hun beroepen staan vermeld als artiesten, circusdirecteurs, jongleurs, kunstrijders, paardendresseurs, dompteurs, clowns en muzikanten.
Nog steeds zijn twee van de zes circussen dat Vlaanderen rijk is, waaronder het circus Pauwels, onvervalst Joods van origine en zijn er in de anderen Joodse artiesten aan het werk. Circus Pauwels heeft sinds een aantal jaren een vaste standplaats in Ukkel. Tijdens schoolvakantieperiodes kunnen kinderen uit de omgeving er terecht voor een circusstage. Als ik de grote circustent betreed zie ik een aantal jonge kinderen aan tafel zitten bij circusdirecteur Marquis Pauwels. De kinderen zien me niet eens, ze kijken gebiologeerd naar hun circusdirecteur en hangen aan zijn lippen. In de grote tent staan een aantal kinderen te jongleren met ringen, kegels en ballen.
Het jonge volkje heeft het duidelijk naar zijn zin. De warme sfeer doet hen goed. De tent lijkt een indoor kermis met een treintje, drie draaimolens en een springkasteel. Het is een gaan en komen van ouders die hun kroost aan het eind van de dag komen afhalen, Marquis vertelt aan elke ouder kort hoe de dag met hun kind verlopen is, ik merk op dat hij bij een Italiaanse moeder vlot overschakelt van Frans naar Italiaans. Als directeur Pauwels me opmerkt begroet hij me hartelijk in het Nederlands maar met een Duitse tongval zoals je die steeds lijkt aan te treffen bij circusdirecteurs. Ik moet denken aan de uitspraak van Toon Hermans beroemde circustypetje ‘De toif is toot’ (De duif is dood). Een medewerker neemt de leiding van de kinderen van hem over en ik krijg meteen een rondleiding. De grote circustent staat via een gang met een paddenstoelendecor in verbinding met een andere tent waar een heus theater is opgebouwd. De plaats waar de circusspektakels doorgaan. Er is veel aandacht besteed aan het podium, een draaibaar podium en de geluids- en lichtaccommodatie is die van een modern theater. Er is een tribune voor zevenhonderd mensen. Het podium draait in twee richtingen.
Marquis Pauwels vertrouwt me toe dat zijn voornaam afgeleid is van zijn naam Mordechai en stelt me voor om het gesprek in zijn woonwagen verder te zetten in een rustige omgeving. We stappen daar naartoe en hij toont me de onopvallende witte mezoeza aan de deur van zijn woonwagen. (mezoeza : Kokertje aan de deurpost bij Joden met daarin de tekst uit de Bijbel ‘Hoor Israël’) Als we binnen zijn in ‘de huiskamer op wielen’ haalt hij meteen zijn keppeltje uit de kast met Joods zilverwerk te voorschijn.
Lees de rest van het verhaal en een openhartig gesprek met Marquis Pauwels over zijn joodse roots, het circus, familie en zijn toekomst en Joods Actueel van april. Nog geen abonnement? Abonneren kan hier.