“Het islamistische Turkije mispakt zich” Pipes in National Review

De door Turkije gesponsorde ‘Free Gaza’-vloot was niet meer dan een afgezaagd theater om Israël te delegitimiseren, met als hoofdrolspeler de ondertussen gekende alliantie tussen islamisten en links. Het was zo voorspelbaar dat het bijna saai werd, en het was een sombere illustratie van het feit dat de Israëliërs niet begrijpen wat voor oorlog ze nu moeten voeren. Het statement van Turkije is echter een zeer betekenisvolle voorbode van de toekomst van de islamistische beweging.

De bekende columnist Daniel Pipes, die ook voor de New York Times schrijft, heeft volgend artikel geschreven voor de national review online. Vertaald door Sam Van Rooy.

Beste maatjes: Ahmadinejad en ErdoganEen korte achtergrondschets: na ongeveer 150 jaar van haperende inspanningen om te moderniseren, klapte het Ottomaanse Rijk in 1923 definitief in elkaar. Het werd vervangen door de dynamische en westers georiënteerde Turkse Republiek, opgericht en gedomineerd door een voormalige Ottomaanse generaal, Kemal Atatürk. De volgende vijftien jaar, tot aan zijn dood in 1938, legde Atatürk een programma op met als doel te verwestersen. Dat ging zelfs zo ver dat hij op een gegeven moment de tapijten in de moskeeën vervangen had door een soort van kerkbanken. Hoewel in Turkije zo goed als iedereen moslim is, wilde hij absoluut een zuiver seculiere staat.

Atatürk kreeg nooit de volledige Turkse bevolking achter zich, en steeds meer moesten hij en zijn laïcistische republiek rekening houden met de sentimenten van vrome moslims. Dankzij een strikte handhaving door het korps van legerofficieren, bleef gedurende de jaren negentig de wil van Atatürk intakt. Zij maakten immers een prioriteit van de bewaking van zijn herinnering en seculariteit.

Begin 1970 kregen islamisten voor het eerst parlementaire vertegenwoordiging nadat hun leider, Necmettin Erbakan, al drie keer vice-premier was. Terwijl de mainstream Turkse politieke partijen hun legitimiteit verspeelden door een schandelijk mix van egoïsme en corruptie, werd Erbakan een jaar lang eerste minister (1996-1997), totdat het leger hem eruit gooide.

Advertentie

Enkele van de flexibelere en ambitieuzere luitenants van Erbakan vormden in augustus van 2001, onder leiding van Recep Tayyip Erdoğan, een nieuwe islamistische politieke partij, de Adalet ve Kalkınma Partisi of AKP. Ruim een jaar later won de partij met een klinkende meerderheid van 34 procent van de stemmen en domineerde – als gevolg van de grillen van het Turkse kiessysteem – het parlement met 66 procent van de zetels.

Erdoğan werd eerste minister, en als gevolg van goed bestuur won de AKP in 2007 de verkiezingen met nog meer stemmen. Met een vernieuwd mandaat en een leger dat steeds meer aan de kant werd gezet, vervolgde de AKP op een agressieve manier valse samenzweringstheorieën; ze gaven een criticus een boete van 2,5 miljard dollar, filmden een oppositieleider in een compromitterende seksuele situatie, en nu hebben ze plannen om de grondwet te wijzigen.

Het buitenlandse beleid, in handen van minister van Buitenlandse Zaken Ahmet Davutoğlu (die de ambitie heeft om Turkije weer leider van het Midden-Oosten te maken), was nog schaamtelozer. Niet enkel ging Ankara Cyprus agressiever benaderen, men ging zich ook mengen in gevoelige materie zoals de Iraanse nuclaire plannen en het Arabisch-Israëlisch conflict. Het meest verrassende is de steun voor IHH, een binnenlandse Turkse ‘liefdadigheidsorganisatie’ met gedocumenteerde banden met Al Qaida.

Het onverantwoordelijke gedrag van Ankara heeft niet enkel zorgwekkende gevolgen voor het Midden-Oosten en voor de islam, het heeft ook een verzachtend effect. De Turken hebben het voortouw genomen bij de ontwikkeling van wat ik ‘islamisme 2.0’ zou willen noemen: de populaire, legitieme en niet-gewelddadige versie van wat Ayatollah Khomeini en Osama bin Laden met geweld probeerden te bereiken via islamisme 1.0. Ik heb voorspeld dat de verraderlijke vorm van het islamisme van Erdoğan “misschien zelfs bedreigender is voor de beschaving dan de brutaliteit van de 1.0-versie.”

Afkeuring vanwege Fethullah GülenMaar het opgeven van bescheidenheid en voorzichtigheid suggereert dat islamisten zichzelf niet kunnen helpen. Het toont aan dat de taaiheid en gewelddadigheid die inherent is aan het islamisme uiteindelijk opnieuw zal moeten opduiken; dat de 2.0-variant opnieuw naar zijn 1.0-oorsprong moet. Zoals Martin Kramer stelt: “hoe minder macht islamisten hebben hoe ingetogener ze zijn, en omgekeerd.” Dit betekent misschien dat het islamisme een minder geduchte tegenstander is dan men denkt, en wel om twee redenen.

Ten eerste herbergt Turkije de meest geavanceerde islamistische beweging in de wereld. Een beweging die niet alleen bestaat uit de AKP, maar ook uit de Fethullah Gülen massabeweging, de propagandamachine van Adnan Oktar, en nog veel meer. De nieuwe oorlogszucht van de AKP heeft tweedracht veroorzaakt: zo heeft Gülen de ‘Free Gaza’-farce publiekelijk veroordeeld, wat aangeeft dat er wel eens een slopende interne strijd over de te gebruiken tactiek zou kunnen plaatsvinden.

Ten tweede: het was slechts een kleine groep analisten die de de islamist in Erdoğan erkenden, maar inmiddels is het een vanzelfsprekendheid voor de hele wereld geworden. Erdoğan heeft zomaar zijn zorgvuldig opgebouwde imago van pro-westerse ‘moslim-democraat’ weggegooid, waardoor het nu veel gemakkelijker is om hem effectief te behandelen als de Teheran-Damascus-bondgenoot die hij werkelijk is.

Advertentie

Turkije is teruggekeerd naar het centrum van het Midden-Oosten en naar de oemma, zoals Davutoğlu het wilde. Maar het verdient niet langer een volledig NAVO-lidmaatschap, en de Turkse oppositiepartijen verdienen ondersteuning.

Daniel Pipes is directeur van het Middle East Forum.

Update van 8 juni 2010: Extra punten die niet pasten in het hoofdartikel.

(1) Het seksschandaal dat een maand geleden de oppositieleider Deniz Baykal ontslag deed nemen als hoofd van de CHP, kan mogelijk het omslagpunt worden waarop de seculiere krachten van Turkije hun stem vinden en een niet te stuiten programma ontwikkelen.

(2) Ahmet Davutoğlu heeft een aantal verbazingwekkende uitspraken gedaan over de Gaza-vloot. Zo impliceerde hij dat men zich moet beroepen op artikel 6 van het Noord-Atlantisch Verdrag: “Burgers van lidstaten werden aangevallen door een land dat geen lid was van de NAVO. Wij vinden dat dat binnen de NAVO moet worden besproken.”