Het ‘keppeltjesincident’ dat er geen was

Camouflagepet van de AEL'ler: 'nieuw religieus symbool voor Antwerpse moslimstrijders?'
Camouflagepet van de AEL: 'nieuw religieus symbool voor Antwerpse moslimstrijders?'
Michael Freilich mèt keppeltje in de VRT-studios
Michael Freilich mèt keppeltje in de VRT-studios

Slechte verliezers rakelen nep-incident op

(Tekst van Brabosh weblog)
Er lijkt weer een rel in de maak omtrent het keppeltje van Mr. Michael Freilich, dat hij droeg tijdens het kortgeding van de AEL tegenover Joods Actueel op 24 april 2009 in de rechtszaal te Antwerpen. In feite was er helemaal geen incident, maar werd wel door een lid van de AEL gepoogd een incident uit te lokken, uitlokking die door rechter van dienst prima werd gepareerd. Blijkbaar heeft de AEL haar verloren rechtszaak nog steeds niet goed verteerd en heeft ze zelfs een lezersbrief naar de krant de Gazet van Antwerpen gezonden, die het  vandaag, 30 april, publiceerden (afbeelding hieronder).

Zomaar een artikel overnemen van de AEL zonder achter het complete verhaal aan te gaan, vind ik persoonlijk niet zo verstandig, vooral niet als je op voorhand niet alle bronnen nacheckt. Vermits ik die dag persoonlijk aanwezig was in de rechtszaal toen dit ‘incident’ plaatsvondt, kan ik precies vertellen hoe dat eigenlijk ging. Nog vooraleer de Heer Freilich de rechtszaal betrad had hij duidelijk te kennen gegeven dat hij helemaal geen bezwaar maakte om in de rechtszaal zijn keppeltje af te nemen indien daarom zou verzocht worden. Wat niet gebeurde: de (vrouwelijke) hoofdrechter liet zwijgend begaan. Net voor het geding begon, kwam nog een supporter van de AEL met een camouflage (leger) petje op zijn hoofd de rechtszaal binnen. Zonder dat de rechter daarover wat had opgemerkt, stond die man-met-de-pet opeens recht en vroeg de rechter of hij zijn pet moest afzetten, wijzend op de Heer Freilich-met-keppeltje. Iedereen schrok even, want het was meteen duidelijk dat de AEL provoceerde omdat Freilich in de zaal zat met het keppeltje op zijn hoofd. De rechter keek even naar Freilich en antwoordde de AEL-supporter dat de man zijn petje mocht ophouden. ‘Incident’ gesloten.

Het spreekt voor zich dat hoofddeksels en hoeden normaliter niet zijn toegestaan in het Antwerpse justitiepaleis. Echter, de rechter beslist hierin volledig autonoom en draagt voor die beslissing de volledige verantwoordelijkheid. Niemand die dan ook de hetze begrijpt van de AEL vermits de bewuste klager-met-pet eveneens zijn camouflagepet mocht ophouden en dat ook effectief deed en daardoor door de rechter inderdaadop gelijke voet werd behandeld als de Heer Michael Freilich. Als de ordehandhaver (in dit geval de rechter) geen bekeuring geeft, is er toch ook nooit een overtreding geweest? Als de AEL een echte ’schuldige’ zoekt in deze keppetkesaffaire, kan zij altijd proberen tegen de rechter van dienst een rechtszaak aan te spannen, met name dat zij de wet in de rechtszaal niet [goed] heeft toegepast. Ik wens hen veel succes toe.

Advertentie

Tot zover het artikel van Brabosh.

Michael Freilich wenst hier aan toe te voegen dat indien de rechter een moslima had gevraagd haar hoofddoek (een religieus symbool dus) af te zetten in de zaal, hij uit respect hetzelfde zou hebben gedaan met zijn keppeltje. Religies moeten inderdaad gelijk behandeld worden en elke rechter bepaalt zelf in zijn/ haar rechtszaal de procedure.

Het is echter niet juist (zoals de AEL stelt) dat Joden hun keppel steeds mogen aanhouden. Zie bijvoorbeeld het artikel ‘Antwerpse rechter zet jood uit rechtszaal om keppel‘.

Andere bemerking is dat er wel degelijk een juridisch verschil bestaat tussen een toehoorden in de zaal, in dit geval het AEL lid en de betrokken partij. Artikel 759 van het Gerechtelijk Wetboek is waar het hier allemaal om draait. Dat stelt dat “toehoorders de zittingen moeten bijwonen met ongedekten hoofde”. Lees goed, het gaat om “toehoorders” in de zaal, niet over de betrokken partijen.  “Die mogen zelf hun conclusies en verweermiddelen voordragen, van enig ontbloot hoofd of stilzwijgen is geen sprake” aldus een professor recht in Gazet Van Antwerpen in april 2007, “die moeten noch blootshoofds, noch stilzwijgend het proces ondergaan.”

Nog een laatste bedenking die we willen maken. Het keppeltje heeft eigenlijk nooit iets te maken gehad met het hoofddoekendebat, wel de onderdrukking van de vrouw binnen de Islam. Doch om niet als anti-moslim uit de hoek te komen nemen politici een breder kader aan door ‘alle’ religieuze symbolen te verbieden. Patrick Dewael, toenmalig Vlaams Minister-president en huidig kamervoorzitter, liet in januari 2004, toen het hele debat voor het eerst opkwam, een opmerkelijk opiniestuk in De Morgen verschijnen, waarvan hier de hoogtepunten. Lees en oordeel zelf:

Het verplichten van jonge meisjes vanaf 8, 9 of 10 jaar tot het dragen van een sluier is op zich een vorm van onderdrukking. Sluiers die worden opgelegd aan kinderen veroorzaken psychologische storingen. Ze kunnen worden geculpabiliseerd als potentiële zondaars die mannen op slechte ideeën brengen.

Tot wat onderdrukking kan leiden werd pijnlijk duidelijk toen 18-jarige Sohane in Vitry-sur-Seine levend verbrand werd omdat ze zich niet plooide naar de ’traditionele’ gedragsnormen. Sociologe Hélène Orain heeft zo een hele reeks getuigenissen van jonge vrouwen gebundeld. Schrijfster Nahed Salim wijst er op dat de fanatieke, agressieve golf tegen de verworvenheden die vrouwen binnen de seculiere staat hadden bereikt, in luttele jaren zijn afgebroken; het opnieuw propageren en/of opdringen van de sluier is immers een recent verschijnsel.

Advertentie

De Franse president Jacques Chirac stelde dat de graad van beschaving bepaald wordt door de plaats die vrouwen in de samenleving kunnen innemen. We moeten dat in ons land ook doen. In die zin is elke dwang tot het dragen van een sluier onaanvaardbaar, net zoals gedwongen huwelijken, vormen van seksuele verminking en polygamie dat zijn.

Voor sommigen is de verplichte sluier een onbelangrijk detail in de politiek. Voor mij is het evenwel een essentieel bestandsdeel van onze democratische rechtstaat. We moeten immers de ware motieven achter het opdringen van de sluier ontmaskeren en via de wet diegenen beschermen die onze bescherming behoeven.

Wat heeft het joods keppeltje daar nu mee te maken? Dat Karim Hassoun en de AEL zich maar eens bezig houden met de rechten van de vrouw in de moslimwereld te verbeteren, of is dat misschien tegen de door hen opgehemelde doctrine van de extremistische Hezbollah?