Lezersbrief “respect voor de moed en waardigheid van de Joodse gemeenschap”

De redactie ontving volgende lezersbrief van dhr. John Decoster, die wij u zeker niet willen onthouden. Het is een ontroerend bericht van steun aan de Joodse gemeenschap, waarvoor onze oprechte dank.

Geachte,

Mijn naam is Decoster John en ik woon te Antwerpen. Waarom ik u contacteer en deze brief schrijf Ik heb, voor zover ik weet, geen Joodse achtergrond en ik ken niet veel (zo goed als niets) over Joodse gebruiken, over het geloof, over de hechte gemeenschap.

En toch, op de één of andere manier voel ik een soort band met de Joodse gemeenschap. Een soort verbondenheid. Ik ga u dit trachten uit te leggen. Als ik Joodse kinderen zie op een speelplein dan denk ik steeds ‘die kinderen zijn goed opgevoed, dat zijn geen “wildebrassen” maar toch amuseren ze zich, ze hebben plezier’. Als ik Joodse ouders zie denk ik ‘die mijnheer en mevrouw zijn zorgzaam voor hun kinderen, ze trachten goed te doen’.

In deze hectische tijden dat vele mensen meer aandacht hebben voor hun smartphone dan voor hun kinderen en hun medemens en dat zinloos en ander geweld bijna ‘gewoon’ is geworden in onze maatschappij heb ik altijd het idee als ik mij door Antwerpen verplaats met de fiets ‘ die Joodse mensen hebben gelukkig nog waarden en normen, ze komen niet negatief in het nieuws en het lijken mij vriendelijke, begane, zorgzame mensen’.

Advertentie

Nogmaals, ik heb geen Joodse achtergrond maar ik heb dit gevoel van respect en eerbied tegenover de Joodse mensen altijd gehad. Waar dit gevoel van komt ? Ook dit ga u dit trachten uit te leggen. Ik ben zelf geboren in 1964. Ik heb dus zelf de tweede wereldoorlog niet meegemaakt. Mijn grootmoeder (Constance Spenders die ik ,door haar naam hier te schrijven, tracht te eren en die voor altijd een plaatsje in mijn hart zal hebben) heeft die wereldoorlog wel meegemaakt. Ik herinner mij haar getuigenissen over de toenmalige agressor en het leed en verdriet dat zij heeft moeten ondergaan tijdens de bezetting en bombardementen op Leuven tijdens die wereldoorlog. Ik herinner mij haar getuigenissen over hoe mensen anderen verraden, over de door en door slechtheid van de mensen maar ook over het goede, het zorgzame, de menselijkheid tijdens die vreselijke periode.

Ik herinner mij haar getuigenissen over moed, zelfopoffering, de helden daden. Door haar getuigenissen ben ik naar documentaires beginnen te kijken over de tweede wereld oorlog. Uiteraard heb ik door deze documentaires te bekijken ook beelden en informatie over de holocaust te zien gekregen.

Die beelden over de holocaust raken mij als mens, ik moet dikwijls wenen als ik zie hoe dat een mens van vlees en bloed een ander mens van vlees en bloed heeft behandeld heeft in die periode. Die beelden maken mij soms echt ziek ze maken me misselijk. En ook al heb ik zelf die periode niet meegemaakt : ik ben van oordeel dat dit nooit mag vergeten worden. Wij moeten de volgende generaties er op attent blijven maken dat deze wreedheden, de misdaden, … nooit of te nimmer mogen vergeten worden. Wij moeten alle slachtoffers blijven eren voor wat hen is overkomen. Wij moeten deze slachtoffers in ons hart omarmen.

Via het internet heb ik verschillende getuigenissen gezien en gelezen van mensen die de holocaust hebben overleeft. Wat mij opvalt in die getuigenissen is het serene. Het zijn geen getuigenissen over haat. Het zijn getuigenissen van mensen die, ondanks de wreedheden dat ze hebben meegemaakt en ondanks dat ze veel familieleden hebben verloren, spreken over kracht, over moed, over doorzettingskracht.

Die mensen spreken tot mij. Ze geven mij moed. Ze zijn voorbeelden. Ze geven mij sterkte. Ik heb uiteraard zelf geen holocaust meegemaakt. Ik heb zelf als kind ook ernstig leed en verdriet moeten ondergaan. En ook al is mijn leed niet te vergelijken met de holocaust : verdriet is verdriet, leed is leed . Wat de oorzaak ook is. Wat het lijden ook is.

En nu kom ik tot de kern van de zaak. Die stemmen uit het verleden (mijn grootmoeder, de getuigenissen van de overlevenden van de holocaust) geven mij kracht, ze geven mij moed. Uit al die getuigenissen komt naar voor ‘wat het leed of verdriet ook is, laat je niet klein krijgen, door niemand of niks. Hou moed, hou vol. Er komen betere tijden’.

En terwijl ik dit schrijf rollen weeral de tranen uit mijn ogen. Deze tranen komen er omdat ik moed haal uit getuigenissen van mensen die ik van pluim noch haar ken of gekend heb. Maar ze helpen mij, ze houden mij sterk, ze geven mij kracht, ze geven mij ook dat doorzetting vermogen en de wil om te leven als er dagen zijn als ik het heel moeilijk heb. Als er dagen zijn dat ik er de brui wil aan geven.

Advertentie

In gedachten zeg ik tegen die mensen ‘dank u voor uw getuigenis, dank u voor uw moed, dank u om er over te praten, zelfs nu – in 2024- maakt u voor mij het verschil”.

Ik buig voor alle slachtoffers, hun nabestaanden en hun familie diep mijn hoofd uit respect. Ik buig niet alleen het hoofd voor het ondergane leed, maar ik buig evenzeer het hoofd voor hun kracht, hun doorzettingsvermogen, hun incasseringsvermogen als mens, de sterkte, de waardigheid, het goede.

John Decoster