Duitse Joden vernietigend voor minister Caroline Gennez (Vooruit)

Caroline Gennez op De Afspraak met Michael Freilich
Caroline Gennez op De Afspraak met Michael Freilich

De voorzitter van de Centrale Raad van de Joden in Duitsland valt Vooruit minister Caroline Gennez frontaal aan voor haar recente uitspraken over Israël en Duitsland. Dat schrijft De krant Jüdische Allgemeine.

De voorzitter van de Centrale Raad van Joden in Duitsland, Josef Schuster, heeft scherpe kritiek geuit op de Belgische minister van Ontwikkelingssamenwerking, Caroline Gennez, vanwege haar recente aanvallen op Israël en Duitsland.

De uitspraken zijn een belediging. “Gennez demoniseert Israël schokkend en op de meest ergerlijke manier. Ze maakt de slachtoffers van de Shoah belachelijk en belastert de Duitse regering met een perfide vergelijking met de nazistaat. Het overduidelijke en uitbundige antisemitisme van haar uitspraken zou slechts één van hun problemen moeten zijn,” zei Schuster.

De Duitse ambassadeur, Martin Kotthaus, bekritiseerde Gennez ook voor haar uitspraken in het tijdschrift “Knack”. “Duitsland heeft natuurlijk een speciale verantwoordelijkheid voor de veiligheid vanIsraël vanwege de Shoah.

Een woordvoerder van het Duitse ministerie van Buitenlandse Zaken zei ook: “We kunnen de uitspraken van de Belgische minister voor Ontwikkelingssamenwerking op geen enkele manier begrijpen.”

Advertentie

Gennez had Duitsland er in een interview met Knack ervan beschuldigd “zich voor het karretje van Israël te laten spannen.” Terwijl de Joodse staat “een schaamteloze kolonisatiepolitiek” voerde, werd Duitsland door Israël misleid, zo beweerde ze.

“Tweede keer aan de verkeerde kant van de geschiedenis”

De Vlaamse socialistische minister voor ontwikkelingssamenwerking, had ook een vergelijking getrokken tussen Israël en de misdaden van de nazi’sen beschuldigde Duitsland ervan “een tweede keer aan de verkeerde kant van de geschiedenis te staan.” Gennez zei dat ze hoopt dat “de Duitsers diep in hun eigen hart kijken en zich niet laten verstoren door hun eigen historische trauma’s. Je moet altijd proberen een trauma te boven te komen, hoe moeilijk dat ook is.”

“Ik heb Duitsland altijd bewonderd om zijn vermogen om haar eigen oorlogsverleden onder ogen te zien. Dit was de basis van het Europese project,” zei de minister. Het is daarom “moeilijk te begrijpen dat juist dit Duitsland ingepakt kan worden door deze Israëlische regering, die een schaamteloze nederzettingenpolitiek voert.”

Terugtrekking

Kamerlid Michael Freilich van de grootste oppositiepartij in het Belgische parlement, de Vlaamse N-VA, riep de minister op om haar uitspraken terug te nemen. “Ik begrijp dat emoties kunnen oplaaien als je over dit conflict praat. Maar deze opmerkingen zijn kwetsend en het is schandalig om Israël op hetzelfde niveau te plaatsen als nazi-Duitsland. Ik vraag minister Gennez om haar woorden terug te trekken,” zei het Joodse parlementslid.

Volker Beck, voorzitter van de Duits-Israëlische Vereniging, eiste zelfs het ontslag van de minister. “Hoe verward kan men zijn dat men de zelfverdediging van Israël kan gelijkstellen met de massamoord op Europese Joden? “Wie denkt dat hij Israël instructies moet geven over proportionaliteit in hun oorlogsvoering, moet oppassen in zijn retoriek om niet elke maatregel te laten ontbreken. Deze minister zou moeten aftreden. Zij is intellectueel niet opgewassen voor dit ambt.”

Advertentie

Europees Joods Congres: “Dit is een schandaal”

Ook het Europees Joods Congres (EJC), waar ook de Centrale Raad deel van uitmaakt, veroordeelde de verklaring van Caroline Gennez “in de sterkste bewoordingen”. “Het bagatelliseren van de Holocaust schendt de fundamentele waarden van de Europese democratieën en ondermijnt de IHRA werkdefinitie tegen antisemitisme die België sinds 2018 heeft ondertekend. Het gebruik van de Holocaust, de systematische en geplande afslachting van het Joodse volk, die leidde tot de dood van zes miljoen Joden, als vergelijkingspunt is een schandaal en hoort niet thuis in het discours van een politicus, en al helemaal niet van de minister van een land dat het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie bekleedt”, legde de EJC uit.