Belgische Joden in de knel

Is de situatie voor Joden in België zorgwekkend te noemen? Helaas zou dat een understatement zijn. Het is vijf voor twaalf, misschien al vijf over twaalf. Het ergste is dat beleidsmakers medeplichtig zijn aan de onrustwekkende toename van antizionisme en Jodenhaat.

Jonath Weinberger
Jonath Weinberger

Jonath Weinberger

Elke dag worden Joden in België op pijnlijke wijze geconfronteerd met de oorlog in Israël. De overal wapperende Palestijnse vlaggen en de zorgvuldig verspreide stickers met ‘Free Palestine’ behoren dezer dagen tot het straatbeeld in veel Belgische steden. Zo worden Joden constant aan de verschrikkingen van 7 oktober herinnerd. Velen worden geregeld lastiggevallen door lieden die ‘Free Palestine’ scanderen of – nog erger – het genocidale riedeltje ‘From the river to the sea’.

Ook in het onderwijs voelen Joodse leerlingen zich niet langer veilig, omdat ze op een verwijtende toon aangesproken worden over het conflict in Gaza. In sommige scholen worden zelfs anti-Israëlpamfletten uitgedeeld. Andere scholen organiseren een minuut stilte voor de slachtoffers in Gaza. Daarbij echter geen woord, noch een minuut stilte voor de meer dan duizend afgeslachte mannen, vrouwen en kinderen aan Israëlische zijde. Nergens wordt geëist de onschuldige Israëlische gijzelaars vrij te laten.

Advertentie

In Gent besloot een groep huisartsen Israëlische medicijnen te boycotten. Ze riepen collega’s en apothekers op hun voorbeeld te volgen. “Kauft nicht bei Juden?”

Zelfs feesten kunnen niet meer zonder Palestinapropaganda. Het Vlaamse openingsevenement in Mechelen, ter gelegenheid van het Belgische EU-voorzitterschap, werd door pro-Palestijnse actievoerders verstoord. Een dichteres verkondigde pro-Palestijnse boodschappen en vanuit het publiek klonk ‘From the river to the sea’. Toen zangeres Laura Tesoro op haar beurt het podium betrad, kwam er geen verbetering. Integendeel, door op het podium met een Palestijnse vlag te zwaaien zweepte zij de bezoekers nog verder op. Een goed georganiseerde groep activisten is er met een misleidende eenzijdige campagne in geslaagd de openbare ruimte te kapen. De brutale moordaanval op 7 oktober op onder meer een muziekfestival en enkele kibboetsen is net als de gijzelaars compleet uit beeld verdwenen.

Jihadexpert
Hierbij valt de eenzijdigheid van de berichtgeving door de Vlaamse omroep op. Die nodigde bijna uitsluitend pro-Palestijnse activisten uit, die daardoor een open forum kregen om hun haat en leugens te verspreiden. De extremistische Abou Jahjah, een sympathisant van de terroristische Hezbollahbeweging, kon probleemloos in twijfel trekken of Hamas wel echt de gruwelen van 7 oktober had begaan. Deze Libanees-Belgische extremist heeft inmiddels een eigen politieke beweging opgericht; het gedachtegoed van die partij laat zich raden. Jahjah weigert Hamas een terreurbeweging te noemen. Ook arabist Montasser AlDe’emeh – zelfbenoemd jihadexpert – toont zijn extremistische kantje en mag op tv zonder kritische vragen een aantal compleet uit de lucht gegrepen beschuldigingen aan het adres van Israël uiten. Door de andere kant in dit conflict niet of nauwelijks aan het woord te laten komen, begaat de openbare omroep niet alleen een ernstige fout, maar laat hij ook na de opgezweepte gemoederen te bedaren.

Dat merk je op straat, waar het anti-Joods geweld toeneemt. Dat varieert van opzettelijk porren tijdens een rondje hardlopen tot van de fiets gesleurd worden. Op 13 januari werd zelfs een 19-jarige man aangehouden op verdenking van verboden wapenbezit en voorbereiding van een terroristische aanslag. Vrienden van Palestina treden hardhandig op als Joden producten uit Israël kopen. Werkelijk geen enkele intimidatie of geweldsdaad wordt geschuwd.

En dan verwacht u als welmenende, bezorgde medemens dat politici hard optreden tegen de toenemende Jodenhaat in onze maatschappij. Helaas. Op enkele uitzonderingen na blijft het oorverdovend stil op dat vlak. Evenmin is er iets te horen over de Israëlische gijzelaars, die nog steeds onder barre omstandigheden in Gaza gevangen worden gehouden.

Politiek
Onze ministers blunderen er bewust of onbewust op los. Het bezoek van premier Alexander De Croo aan Israël laat een bittere nasmaak na. Samen met zijn Spaanse collega Pedro Sánchez hield hij een persconferentie op de plaats waar de overhandiging van de gijzelaars plaatsvond. Dat was natuurlijk niet de juiste plek, noch het juiste moment. De Croo maakte het vervolgens nog bonter door te pleiten voor een volledig staakt-het-vuren en een einde aan het veroorzaken van burgerslachtoffers. De boodschap werd met applaus onthaald door Hamas, dat op X de Belgische eerste minister zelfs feliciteerde met zijn vriendelijke woorden.

Maar dat bleek nog niet genoeg. Zo schreef Petra De Sutter, federaal vicepremier en minister van Overheidsbedrijven en Ambtenarenzaken, op X: “België kan niet blijven toezien op wat er gebeurt in Gaza. Het lijkt steeds meer op genocide. En daarom wil ik dat ook ons land, net als Zuid-Afrika, naar het Internationaal Gerechtshof stapt. Dat leg ik binnen de regering op tafel.”

Advertentie

Een politica zou moeten weten dat het gebruik van de term ‘genocide’ geen lichte zaak is. Genocide is een gehele menselijke groep het recht op een bestaan ontzeggen, wat in de praktijk massamoord op die groep betekent. De industriële moord op de Joden tijdens de Shoah was genocide. De volkerenmoord op de Armeniërs in het begin van de twintigste eeuw was genocide. Maar het was de terreurbeweging Hamas die met de bloeddorstige pogrom op 7 oktober in Israël de oorlog begon.

Dat het dodental in Gaza groot is, is volledig te wijten aan Hamas, die nooit enige maatregel nam om de Gazaanse burgers te beschermen. Integendeel: Hamas gebruikt bewust sinds jaar en dag onder meer scholen en ziekenhuizen als uitvalbases en wapendepots. De terreurgroep lokte de oorlog uit en hield zich vanaf dat moment schuil achter de gijzelaars en de eigen bevolking. Israël houdt zich aan de regels van oorlogsvoering. Het grote dodental maakt van een conflict geen genocide. Ook Israël is als staat verantwoordelijk voor de veiligheid van zijn burgers. Zolang Hamas de touwtjes in handen heeft in Gaza, is Israël niet veilig. Daarom is het heel belangrijk om voor eens en altijd korte metten te maken met Hamas.

Dat minister De Sutter zich wenst aan te sluiten bij een land als Zuid-Afrika, waar mensenrechten kritiekloos geschonden worden, toont aan dat ze van kwade wil is tegenover Israël.

Strafbaar
Caroline Gennez, minister van Ontwikkelingssamenwerking, deed er nog een schepje bovenop met de vraag: “Duitse vrienden, gaan we weer aan de foute kant van de geschiedenis staan?” De oorlog tegen Hamas vergelijken met de Shoa? Dat is niet enkel choquerend, dat is een minimalisering van de Holocaust – een strafbaar feit in België. Minister Gennez zou zich beter ongerust kunnen maken over het Belgische belastinggeld dat onder het mom van ontwikkelingssamenwerking terechtkomt in de zakken van terroristen. Al eerder zei de minister dat ze sancties wenst tegen Israël wegens ‘oorlogsmisdrijven’.

U kunt zich voorstellen dat heel wat Joden zich niet meer op hun gemak voelen in België. De Joodse gemeenschap wacht op een sterk politiek signaal tegen het groeiende antisemitisme. Op 27 januari is het de Internationale Herdenkingsdag voor de Holocaust, een moment dat menig politici aangrijpt om met de hashtag #NeverAgain medeleven te tonen voor de slachtoffers van de Shoa. Maar de Joodse gemeenschap heeft geen behoefte aan holle frasen: “never again is now!”

Jonath Weinberger is vrijwilligster in een groep onder leiding van Michel Kotek die een balans wil brengentussen de berichtgeving over het Palestijns-Israëlisch conflict enerzijds en bestrijding van het antisemitisme anderzijds. De groep bestaat uit zowel Joden als niet-Joden.