Opinie: Kanttekeningen bij de ‘Belgische Liga tegen het antisemitisme’

Persconferentie bij de oprichting van de LBCA
Persconferentie bij de oprichting van de LBCA

Vorige maand deed Joël Rubinfeld, de voormalige voorzitter van de Franstalige koepelorganisatie CCOJB, zijn jongste initiatief uit de doeken. Hij stelde tijdens een persconferentie in Brussel de Ligue Belge Contre l’Antisémitisme (LBCA) voor. Antisemitismebestrijding, goed zo, zou je in eerste instantie denken, maar enkele vragen die bij me opkwamen nopen me toch om kanttekeningen te plaatsen bij het initiatief.

Michael Freilich
Michael Freilich

België telt verschillende organisaties, zowel Joodse als niet-Joodse, die het antisemitisme bestrijden. Heeft een bijkomende organisatie dan nog wel zin en vooral, zal die slagen waar anderen – althans sommigen – schromelijk falen? De bestaande Joodse organisaties FJO, CCOJB en B’nai B’rith zijn natuurlijk niet al te opgetogen over Rubinfelds initiatief omdat hun organisaties de bestrijding van het antisemitisme eveneens als kerntaak in hun doelstellingen hebben staan.

En is deze nieuwe Liga wel zo “Belgisch” als de naam ervan doet vermoeden? De website is eenduidig in het Frans, zelfs de naam “Ligue Belge Contre l’Antisémitisme” krijgt er geen vertaling. Een kwestie van tijd? Ik denk het niet, want de belangrijkste spelers waaronder de voorzitter en ondervoorzitters zijn Franstaligen. Het is typisch voor onze landgenoten uit Brussel en Wallonië om zich de naam “Belgisch” aan te meten zonder zich te bekommeren om de Nederlandstaligen, die nochtans de meerderheid vormen in dit land. En het zijn heus niet alleen Joodse organisaties die hier uit de bocht gaan.

Een vriend vertelde me over een vereniging die zegt op te komen voor de belangen van de Belgische “vapers”, elektronische rokers. Die stelt zich in binnen- en buitenland voor als de Association Belge de Vapoteurs maar bestaat uitsluitend uit Franstaligen en communiceert enkel eentalig.

Toch zal de Ligue Belge, naar eigen zeggen, ook de antisemitische incidenten in Vlaanderen aanpakken. Gaat Rubinfeld daarmee voorbij aan het feit dat hij en zijn bestuur de culturele gewoonten en gevoeligheden voorbij de taalgrens mogelijk niet altijd goed inschatten? Ik zou zeggen, opletten geblazen!

Advertentie

Op de persconferentie was te horen dat de LBCA het antisemitisme juridisch zal aanpakken. Dat werd meteen in de praktijk omgezet met een lijvig dossier tegen parlementslid Laurent Louis en een klacht bij het Brusselse parket. Verder werden er geen concrete en meetbare doelstellingen aangekondigd. Maar voor mij is antisemitismebestrijding meer dan het deponeren van klachten en het verspreiden van persberichten. De Ligue Contre l’Antisémitisme moet beseffen dat er geen enkele behoefte is voor een zoveelste organisatie die roept dat het antisemitisme toeneemt. Er moeten vooral pro-actieve acties op poten worden gezet. Het melden van antisemitische incidenten als een bewijs van activiteit is zinloze retro-actieve recuperatie waarmee niets bestreden wordt.

Een Liga tegen het antisemitisme zou bijvoorbeeld lesmateriaal moeten ontwikkelen en aanbieden, lobbyen bij de overheid en bedrijven om de problematiek te erkennen, jongeren opvoeden, de media sensibiliseren, reizen naar Auschwitz promoten en nieuwe invalshoeken vinden om de boodschap bij brede lagen van de bevolking bekend te maken. Voorlopig hebben we daar niets van gemerkt en werden er ook geen plannen in die richting bekendgemaakt. Misschien, zo vraag ik mij af, was de naamkeuze dan logischer en correcter met een “Brusselse Juristenliga voor Antisemitismebestrijding”.

In ieder geval is ook dat geen sinecure. We weten uit ervaring dat juridische klachten in België jarenlang aanslepen. Kijk maar naar Vlaams Blokker Roeland Raes die pas na een procedureslag van een decennium (!) finaal veroordeeld werd voor negationisme. De traagheid van het gerechtelijk systeem vergt veel doorzettingsvermogen. Het FJO verdient dan ook een pluim in deze kwestie omdat ze jarenlang – ondanks alle vertragingsmanoeuvres en procedures – de kosten bleef dragen en deze moeizame rit tot het einde uitzat. Mijn hoop is dan ook dat de nieuwe Liga hetzelfde doorzettingsvermogen aan de dag zal leggen en daarna spoedig zal evolueren naar een organisatie die haar naam echt waardig is.