JCall opinie: Terry Davids

In een artikel over Sjavoe’ot, het Wekenfeest, schrijft, rabbijn Israel Meir Lau, gewezen opperrabbijn van Israël, over een parabel betreffende een heftige discussie tussen de vijf joodse feestdagen, welk feest het meest bijdraagt tot de waarden in de wereld. Nieuwjaar symboliseert: geloof, Jom Kippoer: vergiffenis, het Loofhuttenfeest: vreugde, Pesach, het paasfeest: vrijheid en tenslotte Sjavoe’ot: de ontvangst van de Thora.

Feit is dat alle feestdagen van het Joodse volk schakels zijn van een gouden ketting. De feestdagen, met de waarden die zij vertegenwoordigen vormen een geheel.
De ketting moet heel blijven, het Joodse volk moet in eenheid samenleven.

Toen ik op de lancering van de Europees-Joodse JCall in het Europees Parlement uitgenodigd werd, heb ik geen ogenblik geaarzeld om daar op in te gaan.

Ik vind het onze journalistieke plicht goed ingelicht te zijn en steeds de twee kanten van een verhaal te horen vooraleer iets neer te pennen in Joods Actueel.

Ondertussen had ik hun ‘oproep tot rede’ reeds meerdere keren gelezen en ontleed. Ik wilde persoonlijk horen wat grote aanbidders van Israël, zoals de liberale filosofen Bernard-Henri Lévy en Alain Finkelkraut, zowel als gewezen ambassadeur van Israël, Avi Primor, ertoe had aangezet hun handtekening te plaatsen onder de oproep van JCall een organisatie opgericht door onder andere, David Chemla, hoofd van de Frans tak van ‘Vrede Nu’, Joodse antizionisten van linkse signatuur.

Advertentie

Met uitzondering van politicus Daniel Cohn-Bendit, die zichzelf met veel trots een ‘slechte Jood’ noemde, hebben alle sprekers op deze avond hun onvoorwaardelijke liefde voor de staat Israël uitgesproken. Zij poneren een probleem te hebben met de politiek van de huidige regering en dat is hun goed recht. Daarom zijn zij nog geen verraders van het Joodse volk en is het spijtig dat er soms te heftig tegen hen gereageerd werd.

Mag men kritiek hebben op iemand van wie men houdt?
Mag men een geliefde vragen om zich redelijk op te stellen?
Mogen Joden uit de diaspora een mening hebben op de Israëlische politiek?
Natuurlijk, indien die kritiek onderbouwd is en tot doel heeft constructief te zijn. Maar dan moet er wel een rechtstreekse dialoog komen met diegenen die je ergernis opwekken. Er moet gepraat worden met de betrokken partijen en zeker niet met ‘outsiders’, in dit geval de EU waarop JCall druk wenst uit te oefenen.

Harvard professor Alan Dershowitz, een van Israëls vurigste verdedigers, heeft vorige week de eerste minister van de Palestijnse Autoriteit, Salam Fayyad, ontmoet. Na een gesprek van anderhalf uur verklaarde Dershowitz: “Aan beide kanten heb je redelijke mensen die van mening verschillen over redelijke problemen”. Hetgeen telt is wel dat er gesproken wordt!

Door aan Europa te vragen druk uit te oefenen op de Joodse staat los je niets op. Er zijn genoeg landen die maar al te happig zijn om Israël sancties op te leggen. JCall had die oproep tot rede in Israël moeten lanceren, het debat moet daar gehouden worden. JCall heeft zijn mening, die ik zeker niet deel, geef mij maar de petitie ‘behoud de rede’ maar alsjeblieft laten we allen in naam van de vrede, voor de vrede, voor het bestaan van Israël met elkaar praten.

Het Joodse volk, alle schakels van die lange ketting, moet één blijven, met verschillende opvattingen, maar wel met hetzelfde doel.