Eerherstel voor Oostendse leerlingen 66 jaar na datum
Op vrijdag 6 mei werden de namen van de Joodse leerlingen aangebracht aan het herdenkplaat in het Atheneum van Oostende. In de editie van 11 mei kunt u hierover een verslag lezen. Westvlaanderen TV maakte deze reportage.
Voorgeschiedenis
Het artikel in Joods Actueel ‘Slecht voorbeeld herinneringseducatie in Oostends Atheneum‘ heeft haar effect niet gemist. In het stuk kaartten we de desinteresse van de directie aan om de ontbrekende namen van Joodse slachtoffers naast de lijst van niet-Joodse gesneuvelden aan te brengen. Het artikel was nog maar pas verschenen of de lokale pers ging zich er ook mee bemoeien. Daarin liet atheneumdirectrice Berlinda Willaert een heel andere klok luiden. Natuurlijk was ze uitermate bekommerd om dit onrecht, verklaarde ze terwijl ze zich liet fotograferen voor het oorlogsgedenkteken.
De afgevaardigde bestuurder van het Gemeenschapsonderwijs, Raymonda Verdyck, liet in een reactie aan Joods Actueel weten dat het hele traject “enige vertraging” had opgelopen maar dat dit zeker niet te wijten was aan een gebrek aan betrokkenheid of interesse.
Dat het project enige vertraging opliep, zou de oud-leraar van het Oostendse atheneum Raymond Chaffaert zeker beamen. Maar hij kan spijts al zijn inspanningen niet zelf meer meemaken dat de gedenkplaat er eindelijk komt, hij overleed in september vorig jaar. Uit de notities die we van zijn vrouw kregen, lezen we: “Toen ik kort na de Tweede Wereldoorlog (nvdr tijdens het schooljaar 1945) werd aangesteld aan het Koninklijk Atheneum te Oostende, was het mij opgevallen dat op de gedenkplaat voor de oorlogsslachtoffers alle slachtoffers van Joodse origine niet vermeld werden. Dit was voor mij een onvergefelijke nalatigheid van de schooldirectie. De door mij gemaakte opmerking bleef dode letter”. Maar de onderwijsman schrijft even verder ook “al is het decennia later, de fout zal worden rechtgezet. Laat ons deze mensen, die op de meest afschuwelijke manier werden omgebracht alleen omdat ze Jood waren, laat ons deze martelaars indachtig zijn”.
Oostendenaar Eddy Fontaine, die al een jaar geleden over de pogingen van Chaffaert om de namen te laten aanbrengen, in Het Nieuwsblad en in De Standaard berichtte, spreekt van een positieve ontwikkeling: “Het is duidelijk dat nu de verantwoordelijken van het Gemeenschapsonderwijs in Brussel zich ermee bemoeien, er schot in de zaak komt”.
Advertentie
Nood
Johan Vanbesien, de voorzitter van Groen! Oostende stuurde ons een e-mail door, die bij zijn partij binnenliep. De mail was afkomstig van een studente van het Oostendse atheneum die de berichtgeving in de krant had gelezen. Voor Joods Actueel deed zij een rondvraag bij een tiental medeleerlingen in verschillende klassen van de school. Het resultaat was onthutsend. Tot het verhaal vorige maand in de pers verscheen, had geen enkele student er weet van dat op hun school Joodse leerlingen zaten, die tijdens WOII gedeporteerd en vermoord werden door de nazi’s.
De mededeling van de afgevaardigde bestuurder van het Gemeenschapsonderwijs dat leraren op de school grote inspanningen leveren in verband met herinneringseducatie, is zonder de minste twijfel correct. Het komt ons voor dat de Oostendse atheneumleerkrachten zelf niet van de Joodse geschiedenis van hun school op de hoogte waren. Dat is niet vreemd want bijna niemand in Oostende weet er iets over. Maar in het geval van dit atheneum begint herinneringseducatie – hoe prijzenswaardig ook – niet in Breendonk of in Mechelen, zelfs niet op een Shoahherdenking in Antwerpen maar in de Alfons Spillaertstraat nr.31 te Oostende.
Of zoals mijnheer Chaffaert – die nog met een oude typmachine tikte – zijn verslag beëindigde met een oproep in hoofdletters, waarbij hij extra spaties tussen de letters plaatste: “L E T ‘S R E M E M B E R T H E M”.