Nederlandse Kamer debatteert over antisemitisme

Afgelopen donderdag (25 april ’24) debatteerde de Nederlandse Tweede Kamer over antisemitisme. Sinds de gebeurtenissen van 7 oktober is het aantal antisemitische incidenten toegenomen. Er waren protesten bij de opening van het Nationaal Holocaustmuseum in Amsterdam, het verstoren van een optreden van zangeres Lenny Kuhr door pro-Palestijnse activisten en het aanvallen van een rabbijn in een winkelcentrum in Utrecht.

Pieter De Jonge

Het debat was aangevraagd door Caroline van der Plas, partijleider van landbouw- en regiopartij BoerBurgerBeweging (BBB). Zij wees erop dat de Holocaust niet als een hagelbui uit de lucht kwam vallen. Daar gingen vele jaren van toenemend antisemitisme aan vooraf. Van der Plas riep op tot duidelijke veroordeling van Jodenhaat, ook uit angst voor een glijdende schaal als dit niet gebeurt. ‘Je kunt niet springen van de kelder naar de zolder, maar uiteindelijk kom je met hele kleine stapjes wel op die zolder terecht. Dat is mijn zorg.’

Van der Plas wees op een studie van het Arab Center for Research & Policy Studies waaruit bleek dat 67% van de mensen in islamitische landen 7 oktober een legitieme verzetsoperatie vond. Ook in Nederland was volgens haar antisemitisme niet dood, maar springlevend.

Advertentie

Derk Boswijk van het christendemocratische CDA viel haar bij. In 2022 waren er 549 meldingen van antisemitisme in Nederland, in 2023 880.

 

Timmermans

BBB is een van de vier partijen die momenteel proberen een rechtse regering te vormen. Frans Timmermans, sociaaldemocratisch oud-minister en Eurocommissaris, viel haar bij in bezorgdheid om antisemitisme. Antisemitisme was volgens hem van alle tijden. Hij citeerde Primo Levi: ‘Het is gebeurd, dus het kan weer gebeuren.’

Timmermans maakte bezwaar tegen de vanzelfsprekendheid waarmee sommige partijen antisemitisme vooral bij Nederlandse moslims leggen. Hij herinnerde eraan dat Nederlanders hielpen Joden deporteren. Hij wees erop dat toen de nazi’s losgingen op de Joden, ze ook losgingen op andere groepen mensen.

Timmermans zit in een lastige positie. Hij is aanvoerder van het kartel van zijn sociaaldemocratische Partij van de Arbeid (PvdA) en GroenLinks. De PvdA is ongelukkig met de Israëlische nederzetting op de Westbank en met de huidige Israëlische regering, maar heeft een traditie van steun aan Israël. Bij GroenLinks is juist sympathie voor de Palestijnen. Sinds 7 oktober hield het kartel twee keer partijcongres. Beide congressen probeerde een activistische groepering binnen GroenLinks het optreden van Israël veroordeeld te krijgen.

 

Advertentie

Jodenhaat of ontmenselijking?

Het Kamerdebat leek een tweedeling te worden tussen linkse en rechtse partijen. Rechtse partijen constateerden toenemende Jodenhaat, linkse partijen veroordeelden liever discriminatie in het algemeen. De laatste partijen wezen op het gevaar van ‘dehumanisering’, dat begint met woorden.

Een uitzondering. Nederland heeft twee orthodox-protestantse partijen, waarvan de ChristenUnie op sociaaleconomische dossiers links-progressief is en de SGP rechts-conservatief. De twee partijen vinden elkaar in immateriële kwesties als abortus en euthanasie – en in hun steun aan Israël. ChristenUnie-leider Mirjam Bikker verwees naar het Bijbelboek Esther. Zij merkte op dat Poerim dit jaar op 24 maart viel – dezelfde dag dat het optreden van zangeres Kuhr werd verstoord.

Twee uiterste linkse partijen leken zich meer zorgen te maken om de uiterst rechtse PVV van Geert Wilders. Het multiculturele Denk vond het vreemd dat antisemitisme nu wel veroordeeld werd en jarenlange Islamofobie niet. Dit ontlokte een interruptie van VVD-Kamerlid Ulysse Ellian (rechts-liberaal). Ellian wees op de getallen: 880 meldingen van Jodenhaat op een gemeenschap van tussen de 40-50.000 Joodse Nederlanders tegenover 285 meldingen van moslimdiscriminatie op een gemeenschap van twee miljoen Islamitische Nederlanders. De Partij voor de Dieren was bezorgd om antisemitisme, maar somde ook alle bevolkingsgroepen op die zich bedreigd voelen door radicaal rechts.

 

Wilders en Baudet

Hier wreekt zich wellicht de opstelling van Geert Wilders. Na zijn middelbare school bracht Wilders twee jaar door in Israël. Sindsdien beschouwt hij zichzelf als vriend van Israël. Tegelijk verwerpt hij al twintig jaar de Islam in de felst mogelijke bewoordingen. Hij ziet de Islam als ‘politieke ideologie’. Menigeen, ook rechts van het politieke midden, vindt zijn benadering strijdig aan de vrijheid van godsdienst.

Op dit punt verschilt Wilders van mening met Thierry Baudet, leider van het eveneens uiterst rechtse Forum voor Democratie (FvD). Baudet veroordeelt het Israëlische optreden in Gaza. FvD nam niet deel aan dit Kamerdebat.

Holocaust

Veel deelnemende partijen pleitten voor meer aandacht voor de Holocaust in het onderwijs. Een minderheid riep op om antisemitisme, net als in Duitsland, expliciet in het strafrecht op te nemen.

Op 4 mei vindt in Nederland ieder jaar de Nationale Dodenherdenking plaats. Om 20.00 u is men twee minuten stil. Ingesteld om de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog te herdenken, al worden tegenwoordig alle oorlogsslachtoffer herdacht. Bestuurders zijn bezorgd dat de herdenking dit jaar verstoord kan worden door pro-Palestijnse activisten. Enkele pro-Palestijnse actiegroepen lijken dit overigens niet van plan.