Medeplichtig aan moord op 28.000 Joden maar geen celstraf vanwege hoge leeftijd (91)
Een rechtbank in München heeft de 91-jarige John Demjanuk vandaag medeplichtig bevonden aan de moord van zeker 28.000 Joden. Hij werd veroordeeld tot vijf jaar cel, maar door zijn hoge leeftijd moet hij die straf niet uitzitten. Demjanjuk was kampbewaarder in het nazivernietigingskamp Sobibor, daar zijn ook veel Joden uit Nederland vermoord.
Het proces tegen Demjanjuk is waarschijnlijk een van de laatste grote processen over misdaden die begaan zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog. Demjanjuk, die in een rolstoel tegenover de rechters zijn straf aanhoorde, liet geen enkele reactie blijken.
Volgens zijn advocaat is Demjanjuk het slachtoffer van een persoonsverwisseling en is hij onschuldig. De raadsman hield de afgelopen dagen ook in zijn pleidooi vol dat Demjanjuk nooit in Sobibor is geweest. Zijn advocaten hadden eerder al aangekondigd in hoger beroep te zullen gaan bij een veroordeling.
De rechtbank zei echter ervan overtuigd te zijn dat Demjanjuk wel degelijk werkzaam was als kampbewaarder in Sobibor tussen 27 maart 1943 en half-september 1943. Er is geen specifiek bewijs dat Demjanjuk zelf misdaden heeft begaan, maar aangezien hij in het kamp aanwezig was, moet hij van de moorden hebben geweten, luidt de redenering. Het is voor het eerst dat een dusdanige argumentatie in een Duitse rechtbank wordt gevolgd.
Demjanjuk zelf zei gedurende de meer dan negentig procesdagen helemaal niets. Hij droeg doorgaans een honkbalpet en een zonnebril, en werd in een rolstoel de rechtszaal binnen gereden. Vervolgens werd hij op een bed gelegd, waarna hij ogenschijnlijk onaangedaan de zittingen volgde. Tijdens pauzes en na afloop van procesdagen liet de hoogbejaarde Demjanjuk zich van een totaal andere kant zien. Dan gebaarde hij druk, lachte hij en maakte hij grapjes tegen tolken en juristen in de rechtbank.
Advertentie
Hieronder een eerder verschenen artikel in deze zaak:
Het proces in München tegen Ivan Demjanjuk is de laatste fase ingegaan. Eind vorige maand hielden de aanklagers hun requisitoir en maakten ze de strafeis bekend tegen de man die ervan wordt beschuldigd medeplichtig te zijn aan de moord op ruim 28.000 Nederlandse Joden in het vernietigingskamp Sobibor.
Journalist Hans Knoop, die wereldnieuws maakte met zijn ontmaskering van en jacht op de Nederlandse oorlogsmisdadiger Pieter Menten in 1976 en talloze grote naziprocessen in Duitsland heeft verslagen, maakte een tussenbalans op voor de Nederlandse krant De Telegraaf. Joods Actueel mocht dit artikel overnemen.
HANS KNOOP
Een ding is zeker: Ivan Demjanjuk zal NIET als vrij man volgende maand de Beierse hoofdstad verlaten. In de derde week van maart zal rechtbankvoorzitter Ralph Alt het vonnis bekend maken. Demjanjuk kan, als hij schuldig wordt bevonden, maximaal vijftien en minimaal drie jaar gevangenisstraf tegemoet zien.
Sinds enkele weken ligt in München een uitleveringsverzoek van de Spaanse justitie. Die acht voldoende bewijs aanwezig om Demjanjuk in Madrid te vervolgen voor medeplichtigheid aan de moord op zestig Spaanse burgers in het concentratiekamp Flossenburg. Uit in München getoonde bewijsstukken is gebleken dat Demjanjuk ook in dat concentratiekamp als bewaker heeft gediend. Hoe staat de zaak er voor, nu Demjanjuk alles is blijven ontkennen?
De feiten: Demjanjuk werkte in 1943 van maart tot juli als bewaker (Wachmann) in het vernietigingskamp Sobibor, waar in die periode vijftien treinen met Nederlandse Joden arriveerden, die enkele dagen eerder waren vertrokken uit het doorgangskamp Westerbork. 28.060 Nederlandse Joden werden in die periode in Sobibor vergast. Van die transporten werden in Westerbork lijsten bijgehouden die tegen Demjanjuk (mede) als bewijs dienen.
Advertentie
Doodvonnis
Demjanjuk zelf ontkent in alle toonaarden ooit in Sobibor te zijn geweest, zoals hij tijdens zijn proces in Israël ook ontkende Ivan de Verschrikkelijke uit Treblinka te zijn geweest. Dat laatste achtte het Israëlische hooggerechtshof inderdaad niet overtuigend bewezen. Een eerder doodvonnis uit 1988 werd vernietigd en Demjanjuk werd als vrij man teruggestuurd naar de VS waar hij sinds 1953 woonde. Al tijdens het proces in Israël werd duidelijk dat Demjanjuk wel als kampbeul in Sobibor werkzaam was.
Uiteindelijk leverden de VS de nu negentigjarige ex-automonteur van de Ford-fabrieken in Ohio voor de tweede keer uit, maar nu aan Duitsland waar hij terecht staat voor medeplichtigheid aan moord op Nederlandse Joden in het vernietigingskamp Sobibor. In de periode waarin Demjanjuk kampbeul in Sobibor zou zijn geweest, werden echter ook duizenden Joden van andere nationaliteit vermoord. Omdat er alleen transportlijsten van omgebrachte Nederlandse Joden bestaan, concentreren aanklagers Lutz en Steinkraus zich uitsluitend op deze slachtoffergroep.
Naast de aanklagers hebben zich ook negentien Nederlandse zogeheten Nebenkläger (medeaanklagers) als procespartij aangemeld.
Het proces tegen Ivan Demjanjuk is uniek. Het is voor de eerste keer dat in Duitsland een kampbeul terecht staat zonder dat er belastende verklaringen van nog levende getuigen tegen hem bestaan. Er is in München niemand verschenen die kon zeggen: “Ja, dit is hem! Ik herken hem!” Waar men het in het proces mee moet doen, zijn archiefstukken. Oude documenten waarmee kan worden bewezen dat de vermoedelijke beul van 28.060 Nederlandse Joden (onder wie alleen al van vaderskant tenminste 35 verre familieleden en de grootvader van mijn echtgenote) in dat vreselijke kamp in Oost-Polen was. De aanklager baseert en onderbouwt zijn aanklacht tegen Demjanjuk op slechts enkele stukken. Allereerst is er zijn identiteitskaart uit het SS-kamp Trawniki. In dat kamp werden Oekraïense krijgsgevangenen opgeleid om kampbewaker in onder andere de nabijgelegen vernietigingsoorden Sobibor en Majdanek te worden. Ook het Oekraïense bewakingspersoneel uit Auschwitz was uit Trawniki afkomstig. Oekraïense krijgsgevangenen uit het Rode Leger hadden de keus tussen de hongerdood of kampbeul worden.
Die beulsrol vervulden ze veelal met een enorme overgave. De Trawniki-beulen waren zelfs beestachtiger dan hun Duitse SS-opleiders. Daarbij waren ze tot in iedere vezel van hun lichaam antisemiet. Uit het strafdossier in München blijkt dat menig SS-opleider zich bij zijn superieuren over de Oekraïners heeft beklaagd. Met dat tuig viel – zelfs voor de SS! – niet te werken. Ze waren te stom om voor de duvel te dansen en het enige dat ze konden en wilden, was moorden.
Een tweede document dat de schuld (of op zijn minst de aanwezigheid in Sobibor) van Demjanjuk moet aantonen, is het stuk waarop zijn transfer vanuit Trawniki naar Sobibor is vermeld.
En het derde – misschien wel hardste – bewijs wordt gevormd door een verklaring uit 1947 van een medekampbeul die in Russische gevangenschap verklaarde dat hij samen met Demjanjuk in Sobibor was geweest. Deze inmiddels overleden medekampbeul, Ignaz Danilchenko, noemde een hele reeks van namen van bewakers, onder wie die van Demjanjuk.
De verklaring van Danilchenko is met name cruciaal omdat in 1947 nog nooit iemand van Demjanjuk had gehoord en de getuige er dus ook geen belang bij had om te liegen. Diezelfde Danilchenko verklaarde zelfs in 1979, toen Demjanjuk al 26 jaar in Amerika woonde, tegenover Amerikaanse speurders dat hij met eigen ogen had gezien dat Demjanjuk Joden de gaskamer in ranselde. Verder heeft de rechtbank in München het moeten doen met enkele overlevenden van Sobibor die weliswaar verklaringen konden afleggen over het kamp maar NIET over Demjanjuk. Ook zijn getuigen-deskundigen gehoord. De verdedigingstactiek van Demjanjuk bleek even consistent als absurd. Gewoon alles keihard blijven ontkennen. Hij was er nooit geweest en de documenten waren KGB-vervalsingen.
Het is het standaardverweer van oorlogsmisdadigers. Ik heb nooit anders gehoord en gezien. Zijn er overlevenden die belastende verklaringen afleggen, dan liegen ze of ze zijn gehersenspoeld door de vroegere KGB.
Resteren dus alleen nog documenten. Zijn die belastend, dan zijn het – hoe kan het anders? – vervalsingen. Ik heb tijdens de drie Menten-processen twee jaar lang niet anders gehoord!
Justitie in München liet zelfs de grootste forensische deskundige ter wereld, de Amerikaan Larry Stewart, overkomen om de authenticiteit van de documenten vast te stellen. Deze deskundige was betrokken bij het onderzoek naar de moorden op de Kennedy’s, Martin Luther King, de Unabomber en de aanslagen op het WTC in New York. Zijn expertise liet geen millimeter ruimte voor twijfel. De documenten waren echt!
Voor het kleine groepje vaste bezoekers van het proces moeten die telkens terugkerende chicanes van verdediger Ulrich Busch (getrouwd met een Oekraïense vrouw en een Nederlandse schoondochter in de familie) een niet te verdragen ergernis zijn geweest.
Oogcontact
Een van die aanwezigen was de Amsterdammer Rob Fransman (70). Als Nebenklager had hij zijn vaste plek in de rechtszaal. Demjanjuk kon hij bijna aanraken. In de tientallen dagen dat Rob Fransman ter plekke was, werd door Demjanjuk van achter zijn zonnebril consequent oogcontact met hem vermeden. Beide ouders van Fransman zijn tijdens het tweede transport dat op 6 april 1943 vanuit Westerbork vertrok, in Sobibor vermoord.
Hijzelf en zijn oudere broer waren afzonderlijk van elkaar ondergedoken. Zijn ouders waren in goede doen. Afkomstig uit Amsterdam woonden zij voor de oorlog in Scheveningen. Zijn vader was directeur van de Bijenkorf in Rotterdam. Ze hadden twee kindermeisjes. De ouders doken onder en stonden de twee kinderen af aan de kindermeisjes. Rob en zijn broer overleefden de oorlog. Hun ouders werden verraden en in Sobibor vermoord.
Als ik Fransman vraag welke straf Demjanjuk moet krijgen, haalt hij zijn schouders op: “Gevangenisstraf of geen straf komt voor een negentigjarige op hetzelfde neer. Het is het verschil tussen een bejaardenkamer met of een bejaardenkamer zonder tralies”. In een café in Amsterdam wijst hij erop dat Demjanjuk door alles te ontkennen zijn zaak alleen zwakker maakt. Fransman: „Als hij zou hebben gezegd ’Ja, ik was daar maar ik heb alleen dagelijks het pad moeten aanharken en koffie moeten zetten’ zou niemand die leugen hebben kunnen weerleggen. Maar door te ontkennen dat hij er was, terwijl dat wel zo was, belast hij zichzelf alleen maar meer”.
Schurken
Ook de fameuze Franse nazi-jager Serge Klarsfeld die een aantal zittingen bijwoonde, vindt de straf in feite van geringe betekenis. Klarsfeld, die schurken als Maurice Papon, Paul Touvier, Klaus Barbie en Kurt Lischka voor de rechter bracht, verwacht dat de rechtbank Demjanjuk zal veroordelen.
“Duitse rechters laten hun oor doorgaans naar de publieke opinie hangen. Ze zijn verre van helden. Ze moeten nu iemand schuldig bevinden van wie de persoonlijke schuld niet vast staat. Wat de rechters zullen zeggen, is dat hij schuldig is OMDAT hij daar was en zich niet aan opdrachten heeft onttrokken. Schuldig bij implicatie. Diezelfde rechters zouden in de jaren zestig mogelijk tot een ander oordeel zijn gekomen. Toen wilde men van de vervolging af. Ik heb destijds een van de hoogste functionarissen van het SS-hoofdkwartier opgespoord. Die man was verantwoordelijk voor de organisatie van de beruchte Einsatzgruppen in Oost-Europa die honderdduizenden mensen hebben vermoord. Ik heb hemel en aarde bewogen om hem voor de rechter te krijgen. Tevergeefs! Nu zoveel jaar later wil men wel, maar is het juridisch bijna onmogelijk nog getuigen te vinden”, aldus Klarsfeld.
Een dag later spreek ik met Eli Rosenbaum, directeur van het ‘Office of Special Investigations’ van het Amerikaanse ministerie van Justitie in Washington, belast met de opsporing van oorlogsmisdadigers in de VS. Hij streelde ooit mijn ego door te vertellen dat hij besloot om oorlogsmisdadigers te gaan vervolgen toen hij nog als student rechten in Harvard de Amerikaanse editie van mijn boek over de Menten-zaak had gelezen.
Rosenbaum: “Ik kan niet specifiek ingaan op deze zaak, maar ik wil je erop wijzen dat de federale rechtbank in de VS in 2002 Demjanjuk zijn Amerikaanse staatsburgerschap heeft ontnomen. Dat geschiedde na een rechtszaak waarin wij onweerlegbaar en overtuigend hadden bewezen dat Demjanjuk een gewillige nazibewaker is geweest, die deel had genomen aan een proces waarbij duizenden Joden in de gaskamers van het Sobibor-dodenkamp zijn vermoord door verstikking met koolmonoxide”.
Het liefst zou Rosenbaum (zijn vader was als Amerikaans soldaat een van de bevrijders van concentratiekamp Dachau) Demjanjuk en ander soortgelijk tuig zelf in de VS hebben willen vervolgen in plaats van ze uit te leveren.
Rosenbaum: “Volgens Amerikaans recht kunnen we geen nazimisdadigers vervolgen voor misdaden die zij in Europa hebben gepleegd omdat er geen federale wet bestond die zij hebben overtreden. Wat we wel in het geval van nazimisdadigers kunnen doen als ze een Amerikaans paspoort hebben, is een civiele rechtszaak aanspannen om ze het staatsburgerschap te ontnemen. Als dat is gelukt, kunnen we vervolgens in een nieuwe procedure toestemming trachten te krijgen om ze het land uit te zetten. Dat is wat we in de Demjanjukzaak deden. In totaal duurden die procedures bijna tien jaar. Zijn appèls bij het Amerikaanse hooggerechtshof faalden en zijn uitlevering aan Duitsland in 2009 maakte het voor de Duitse justitie mogelijk hem te vervolgen. Het is verder algemeen bekend dat het Amerikaanse ministerie van Justitie bewijsmateriaal aan de Duitse aanklager, rechtbank en Demjanjuks advocaat heeft overgedragen”.
De Nederlandse aanklagers hebben vorige week allen vijf minuten het woord gevoerd. Daarna namen hun advocaten het over. Afgesproken was dat zij zich in het Duits tot de rechtbank zouden richten. De tussenkomst van een tolk zou mogelijk afbreuk aan de authenticiteit van hun verklaring doen.
Slechts een Nederlandse Nebenklager zou haar relaas in het Nederlands doen. Zij weigert principieel Duits te spreken. De Nebenkläger staan er juridisch alleen als nabestaanden in de eerste lijn. In werkelijkheid staan ze er ook als vertegenwoordigers van al die honderden, duizenden families waarvan niemand de Holocaust heeft overleefd. In de database van Yad Vashem in Jeruzalem vindt men de namen van alle 104.000 Nederlandse gedeporteerden. Er staan familienamen bij waar men in naoorlogse telefoongidsen tevergeefs naar zal zoeken. Hele families die letterlijk van de aardbodem zijn verdwenen. Alleen uit de transportlijsten in München blijkt dat ze ooit hebben bestaan!