“Totaal overtrokken Israëlische reactie op besluiten Europees Hof en Parlement”

conflit israelo-palestinien

“Politici in Israël die willen scoren blijken er baat bij te hebben de EU als een boosaardige antisemitische conspiratie te schetsen”, schrijft Hans knoop in volgend opiniestuk. “Ook Netanyahu meende de Holocaust er weer bij te moeten halen. Het moge duidelijk zijn dat dit alles geen bijdrage is aan een verbetering van de relaties met de EU dat – ondanks de beeldvorming in Israël- de joodse staat op alle denkbare niveaus terwille is.”

Hans Knoop
Hans Knoop

Hans Knoop

Het feit dat in de week van de 15e december zowel het EU Parlement als het Europese Hof op een en dezelfde dag een beslissing namen die Israël in het hart trof mag dan op een coïncidentie berusten, het vertrouwen in Israël in Europa is er in ieder geval niet door gegroeid.

Het valt aan de publieke opinie in Israël moeilijk uit te leggen dat het Europese Hof geen politiek orgaan is en recht spreekt op basis van wetgeving en dat het EU Parlement niet meer heeft gedaan dan met grote meerderheid de regeringen van de lidstaten oproepen over te gaan tot erkenning van de Palestijnse staat.

Advertentie

Het Hof had zich gebogen over het bezwaarschrift dat Hamas ooit had ingediend tegen het feit dat het dertien jaar geleden op de lijst van terroristische organisaties was geplaatst, met alle daarbij horende sancties.

Die beslissing was toen met algemene stemmen door alle lidstaten genomen en wordt tot op de dag van vandaag consequent nageleefd. Geen enkele van de 28 lidstaten onderhoudt met Hamas betrekkingen en het doen van zaken met deze terreurorganisatie levert in de gehele EU een strafbaar feit op.

Het valt Israëli’s moeilijk uit te leggen dat zelfs een moordenaarsbende die welbewust onschuldige burgers doodt het recht heeft om zich middels een bezwaarschrift tot het Europese Hof te wenden. Toch is dat het geval, zoals trouwens ook Hamas-terroristen in Israëlische gevangenschap het recht hebben zich tot het Israëlisch hooggerechtshof te wenden.

Rechtsgevoel

Het moge pijnlijk en moeilijk uit te leggen aan de nabestaanden van de slachtoffers zijn, maar zo werkt nu eenmaal de rechtstaat. Een Nederlandse hoogleraar strafrecht zei ooit dat het recht er ook is voor zij die juist rechteloosheid prediken en waarvan elk mens bij wijze van primaire reactie zal vinden dat zij geen aanspraak op rechtsbescherming mogen maken. Gelukkig zit de rechtsstaat zo niet in elkaar. Een rechterlijk college in een rechtsstaat is onafhankelijk en laat niet de oren hangen naar de wens van de publieke opinie. Dat betekent dat er soms uitspraken worden gedaan die juridisch waterdicht zijn, maar het rechtsgevoel niet bevredigen.

Recht en rechtsgevoel verkeren soms met elkaar op gespannen voet. In Israel zelf weet men daar alles van. Ivan Demjanjuk werd in Israël vrij gesproken en terecht hield het Hof ook daar geen rekening met de gevoelens van Holocaust- overlevenden.

Wat het Hof heeft beslist is kort samengevat het navolgende: De EU heeft de beslissing om Hamas op de lijst te plaatsen onvoldoende gemotiveerd. Het heeft grotendeels gebruik gemaakt van openbare bronnen, zoals krantenknipsels en transcripties van toespraken van Hamas- leiders. Verder heeft het niet- openbare stukken aangeleverd die voor een deel afkomstig waren uit Israël. De wet schrijft voor dat geen materiaal mag worden aangeleverd door of afkomstig uit niet- lidstaten.

Advertentie

Verder mag het Hof GEEN ambtshalve bewijs toevoegen. Zo is b.v. de vraag gesteld waarom het Hof niet zelf het Handvest van Hamas heeft toegevoegd waarin de vernietiging van Israël wordt bepleit. Juristen met specifieke kennis van het Europese recht wezen er in commentaren op dat het Hof zelf niets mag toevoegen en dat- hoe kwalijk ook- de doelstelling om Israël te vernietigen Hamas nog niet tot terroristische organisatie maakt. Terreur heeft immers uitsluitend betrekking op de modus operandi en niet op de doelstelling.

Het Hof besloot dan ook de jure Hamas van de lijst te schrappen, maar tekende daarbij aan dat de EU drie maanden heeft om beroep aan te tekenen en dat gedurende die periode en daarna hangende het beroep Hamas effectief op de lijst blijft staan. De verwachting is dat de EU zeer wel in staat zal zijn in de herkansing de juiste documenten aan te leveren en er verder dus niets zal veranderen.

Electoraal gewin

Het nieuws sloeg in Israël- waar de verkiezingsstrijd is losgebarsten- in als een bom. De wijze waarop premier Nethanyahu het nieuws vervormde en misbruikte voor electoraal gewin verdient alles behalve de schoonheidsprijs.

Met volstrekt voorbijgaan aan de trias politica eiste hij van de EU dat het Hamas weer onmiddellijk op de lijst zou terugplaatsen. Allereerst hebben zowel de lidstaten als EU Commissie uitspraken van het Hof te eerbiedigen en ten tweede kan men Hamas niet opnieuw op de lijst plaatsen omdat het er NIET af is gehaald!

Sommige rechtse media in Israël gingen nog verder en beweerden dat het Hof had beslist dat Hamas GEEN terroristische organisatie is! Een doodsteek in de harten van de nabestaanden van de vele slachtoffers van de Hamas moordpartijen en- zo voegden ze er aan toe- tevens een bewijs van het explosief groeiende antisemitisme in Europa.

Ook Bibi meende de Holocaust er weer bij te moeten halen. Het moge duidelijk zijn dat dit alles geen bijdrage is aan een verbetering van de relaties met de EU dat – ondanks de beeldvorming in Israël- de joodse staat op alle denkbare niveaus terwille is.

Nog maar twee jaar geleden besloot de EU het associatie- verdrag met Israël- dat het na het sluiten van de Oslo- akkoorden sloot- aanzienlijk op te waarderen. Let wel, daar waar in sommige parlementen werd en wordt gepleit voor het opschorten van het verdrag met Israël, besloot men twee jaar geleden het verdrag op meer dan 60 punten op te waarderen.

De 28 lidstaten werden verplicht hun bilaterale betrekkingen met Israël te intensiveren, hetgeen heeft geresulteerd in tientallen samenwerkingsverdragen. Daarnaast kreeg Israël toegang tot negen EU agentschappen waaronder Europol en Ruimtevaart Agentschap ESA.

Handelspartner

Politici in Israël die willen scoren blijken er baat bij te hebben de EU als een boosaardige antisemitische conspiratie te schetsen, daar waar de werkelijkheid een diametraal andere is.

De werkelijkheid is dat Israël dankzij het associatie- verdrag alle producten vrijelijk en zonder heffingen op de EU markt kan brengen, als ware het een volwaardig lid van de Unie. De EU is Israël belangrijkste handelspartner en met enige verbeelding zou men zich kunnen voorstellen hoe de economische situatie van het land er thans zou hebben uitgezien zonder de economische open deur naar het Europese achterland. Dit nog afgezien van het feit dat de joodse staat ook in cultureel, sportief en maatschappelijk opzicht volstrekt geïsoleerd zou zijn.

Israël participeert als UEFA- lid in de Europese voetbal competitie, terwijl het de facto ingedeeld zou dienen te worden bij Azië waar het wordt geboycot. Israël is als niet- Europese staat lid van b.v. de European Broadcasting Organisation enz.

De hysterische wijze waarop in Israël op de EU wordt gereageerd is niet alleen ongerijmd maar ook volstrekt onterecht. Geheel in strijd met de werkelijkheid wordt ook altijd over “Europa” gerept, alsof dat een staat zou zijn. Anders dan de VS dat een federale staat is, bestaat de EU uit 28 onafhankelijke lidstaten die een unie vormen, maar elk hun eigen buitenlandse politiek hebben en accenten leggen. Die variëren van zeer kritisch t.a.v Israël door staten als Zweden, Ierland en Griekenland tot (zeer) pro-Israël door staten als Duitsland en Nederland.

Helaas klinken veelal alleen de negatieve reacties vanuit de EU- landen in Israël door. In vrijwel geen enkel medium is in Israël twee jaar geleden ruime aandacht aan de opwaardering van de relaties besteed, maar als morgen een zwakzinnig lid van het uit 750 leden bestaand EU-parlement zou roepen dat Israël nog kwalijker is dan Zuid-Afrika ten tijde van de Apartheid haalt dat zonder twijfel de voorpagina’s in Israël.

Het zou de taak van de regering en media moeten zijn om het volk te wijzen op de vertekening van het beeld en de zegeningen van het associatie-verdrag. Maar het koesteren en cultiveren van een vermeend vijandbeeld levert electoraal meer winst op. Elke leider weet dat hoe meer buitenlandse vijanden hij creëert hoe meer het electoraat zich achter hem zal scharen, ook al wordt hij als persoon, politicus en leider in beginsel veracht.

Het beste voorbeeld vormt de positie van de Russische leider Putin die door het electoraat wordt veracht, maar sinds zijn aanvaringen met het Westen steeds meer wordt gesteund. Niet Putin wordt verantwoordelijk gesteld voor de dramatische val van de roebel en deplorabele situatie van de economie maar het westen.

In Israël is dat niet veel anders. Het land bevindt zich in een internationaal diplomatiek deplorabele situatie. De relaties met de VS stevenen af op een “all-time low”. Zonder zelfs maar een poging tot zelfreflectie wordt door de regering Nethanyahu de schuld van dat isolement onverkort op het conto van Obama en Kerry geschoven en voor wat betreft kritische kanttekeningen in de EU over het Israëlische beleid wordt de indruk gewekt dat de Oude Wereld zich in een variant van de dertiger jaren bevindt.

Media

Ook de wijze waarop in Israël zowel door de regering als media werd gereageerd op de aanneming van de resolutie door het EU Parlement om de lidstaten te bewegen Palestina als staat te erkennen raakt kant noch wal. Wat had men dan in Israël verwacht nadat al eerder tijdens de Algemene Vergadering van de VN een overweldigende meerderheid van de staten koos voor erkenning van Palestina?

Waar in Israël geheel aan werd voorbij gegaan is dat de EU- staten tijdens de stemming in de VN NIET als blok stemden, maar zelfstandig. Dat betekende dat sommige voor erkenning, enkele tegen stemden en andere staten zich van stemming onthielden. De Israëlische reactie na aanneming van de resolutie door het EU Parlement is ernstig overtrokken.

De belangrijkste woorden staan er n.l NIET in en dat zijn de woorden “onmiddellijk” en/of “onvoorwaardelijk”. Het EU Parlement dringt aan op erkenning van Palestina in het kader van vredesbesprekingen op basis van de tweestaten-oplossing. Daar is niets mis mee of nieuw aan. De EU ziet graag dat de vredesbesprekingen weer worden hervat en de hopelijk succesvolle uitkomst daarvan dient te resulteren in een deling van het gebied en erkenning van de staat Palestina.

Curieus en hoopgevend is dat de “Grote Drie” Israelische schrijvers Oz, Grossman en Yehoshua in een brief aan het EU Parlement de leden juist opriepen om voor erkenning te stemmen. Terecht wezen zij er op dat erkenning geheel in lijn ligt met eerdere overeenkomsten die Israël met zowel de EU, VN, VS en Russische Federatie sloot in het kader van de Routekaart voor vrede.

Een echt verkeerd signaal is hetgeen recentelijk werd afgegeven door de regeringen van Zweden en Ierland door voorafgaand aan vredesonderhandelingen over te gaan tot erkenning. Israël heeft het grootste gelijk van de wereld dat dit soort van eenzijdige stappen geenszins het vredesproces bevordert. Maar deze twee landen zijn er slechts twee van de 28 die tezamen de EU vormen.

Akkoord, ook de parlementen van Spanje, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk hebben hun regeringen opgeroepen tot erkenning over te gaan, maar daar werd tot dusverre GEEN gevolg aan gegeven.

Het is daarom een grove generalisatie om, zoals de Israëlische media beweren, dat “DE” EU Palestina wil erkennen. Allereerst kan de EU geen staat erkennen omdat het zelf geen staat is en ten tweede ziet een grote meerderheid van de lidstaten tot dusverre af van erkenning.

Vertegenwoordiging

Een van de internationaal-rechtelijke argumenten die Israël gebruikt om de wereld op te roepen NIET tot erkenning over te gaan betreft het feit dat 40 procent van de Palestijnen in Gaza leeft en NIET wordt vertegenwoordigd door de Palestijnse regering. Het is een irrelevante constatering. Er zijn meer staten erkend waarin slechts een beperkt deel van de bevolking leeft. Het meest recente voorbeeld is de erkenning door vele staten van Kosovo.

En wat te denken van Israël zelf? Het beweert de Joodse natiestaat te zijn maar telt slechts iets meer dan de helft van de joden in de wereld tot zijn staatsburgers. Sterker: toen de staat Israël in 1948 werd uitgeroepen telde het land slechts 750.000 inwoners. Dat betekende dat ongeveer 8 procent van de joden leefde op het grondgebied van die staat. Zou Israël het argument hebben geaccepteerd dat dit voor de wereld een reden zou zijn geweest de staat niet te erkennen?

Betekent dit nu alles dat er geen reden is tot bezorgdheid? Die reden is er wel degelijk. Er zijn onmiskenbaar anti-Israëlische krachten en sentimenten groeiende in Europa en elders. Die zullen voor een deel kunnen worden toegeschreven aan antisemitisme maar zeker niet in alle gevallen.

De wijze waarop Israël onophoudelijk anti-Europese sentimenten voedt, terwijl het economisch en anderszins de meest geprivilegieerde niet- lidstaat is lijkt uiteindelijk een self fulfilling prophecy te worden.

Als men onophoudelijk roept dat de ander je vijand is zal die dat uiteindelijk ook worden.

De auteur was werkzaam als Midden-Oostencorrespondent voor de AVRO, BRT en voor De Telegraaf en Springerpers. Vandaag is hij woordvoerder van het Forum der Joodse Organisaties in Vlaanderen. Deze tekst vertolkt is zijn privémening.