De valse claim van bezetting van de Palestijnse Staat

Reeds decennia is het Midden-Oosten een kruitvat waar men de lont maar niet uit krijgt. Iedere keer opnieuw, je kan bijna je klok erop gelijkzetten, escaleert de situatie. Bijna iedere keer zijn twee hoofdrolspelers te vinden tussen de Middellandse Zee en de Jordaan, met name Israël en de Palestijnse Arabieren.

Cedric Vloemans

Iedereen meent dan ook de redenen waarom er zo vaak onlusten zijn in de regio te kennen. Israël zou namelijk op illegale wijze Palestijns land bezetten, waardoor het vormen van een Palestijnse staat de facto onmogelijk is. Israël van haar kant stelt dat de Westelijke Jordaanoever eigenlijk aan hen toebehoort. Oost-Jerusalem werd intussen reeds geannexeerd.

Velen hebben hier een mening rond gevormd. Soms gebaseerd op de feiten an sich, doch veelal gebaseerd op foute, onvolledige informatie of zelfs bewuste desinformatie van gelijk welke partij.

Advertentie

Het is geenszins de idee om een moreel debat te houden in dit artikel. Echter, het is belangrijk dat over zulke zaken een discussie bestaat. Dat is zelfs noodzakelijk. Aan de andere kant is het wel belangrijk dat deze discussie gebeurt op basis van correcte, objectieve en historisch/juridisch waarheidsgetrouwe argumenten.

In dit artikel worden er twee vragen beantwoord: wie kan het land tussen de Middellandse Zee en de Jordaan claimen op basis van historisch/juridische argumenten? En ten tweede: kan er gesproken worden over een bezetting?

Het antwoord is natuurlijk niet zwart of wit, maar toch wel genuanceerd.

Claim op het land

Beide partijen beweren dat het land hen toebehoort. Hierdoor wordt geschermd met verschillende internationale resoluties, bepalingen, en zo verder.

Allereerst bekijken we de claim van de Arabische Palestijnen en waarop zij hun claim staven, namelijk:

Resoluties van de Verenigde Naties

De Palestijnse Arabieren en de voorstanders van een Palestijnse staat verwijzen veelal naar de VN Resolutie 1811, het zogenaamde Verdelingsplan (om het mandaatgebied2 Palestina3 op te delen in een Joodse Staat en een Arabische Staat) als wettelijke basis voor hun aanspraak op het grondgebied. Ook vele andere resoluties worden gebruikt, onder meer resolutie 242 van de Veiligheidsraad (en de daarop volgende resoluties4) om de grenzen van deze Palestijnse Staat te definiëren.

Advertentie

Men dient echter voor ogen te houden dat Resolutie 181 gestemd werd door de Algemene Vergadering van de VN. Dit was dus louter adviserend van aard en niet bindend. Geen enkele resolutie van de Algemene Vergadering is overigens bindend.

Ten tweede: dit advies werd niet aanvaard door de Arabische landen – in die tijd werd er over Palestina enkel gesproken bij wijze van grondgebied, niet bij wijze van een bevolkingsgroep. Dus het resultaat van de onderhandelingen, door de Joodse vertegenwoordigers aanvaard, werd verworpen door de tegenpartij. Aangezien er dus geen akkoord was, lijkt het moeilijk om een niet bestaand akkoord te gebruiken om een claim te legitimeren.

Als derde punt over resolutie 181: de Mandaathouder van Palestina, verantwoordelijk voor het gebied in naam van de VN, stemde zelf ook niet voor de resolutie. Dit neemt de legitimiteit nog meer weg.

Wat betreft de ‘grenzen’ van de Palestijnse Staat wordt verwezen naar Resolutie 2425 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. In tegenstelling tot resolutie 181 die in de Algemene Vergadering gestemd werd. Resolutie 242 kwam er na het beëindigen van de zesdaagse oorlog (1967) en werd herhaald in resolutie 3386 die na de Jom Kippoeroorlog (1973) tot stand kwam. Inhoudelijk stelt deze resolutie dat Israël zich dient terug te trekken uit ‘gebieden verworven na de Zesdaagse Oorlog’7.

Voor de Palestijnse Arabieren zijn net die gebieden het kerngebied van hun staat en ze proberen dus ook resolutie 242 te gebruiken om hun grenzen te claimen.

Echter… op dit argument zijn verschillende zaken aan te merken. Allereerst wordt in deze resolutie geen melding gemaakt van ‘grenzen’ als staatkundig of wat dan ook. Er wordt gesproken over een wapenstilstandslijn, de zogenaamde ‘green line’. De resolutie vraagt dus niet om terug te keren naar  de situatie in 1949. Ten tweede vraagt de resolutie nergens dat Israël zich zou terugtrekken uit alle gebieden. Dit is geen semantische discussie. Dit is van uitermate belang, gezien het internationaal recht stelt dat Israël zijn grenzen mag veiligstellen, zoals dezelfde resolutie ook vermeldt8. Maar het allerbelangrijkste is in feite dat resolutie 242 van de Veiligheidsraad werd gestemd in Hoofdstuk 6 van het charter van de Verenigde Naties. Enkel resoluties in hoofdstuk 7 zijn bindend en afdwingbaar. Dit houdt dus in dat ook deze resolutie (net zoals bijna alle volgende) enkel maar adviserend van aard is.

De kwestie van vaste grenzen tussen Israël en een Arabische staat (zonder dat gesproken wordt over de Westelijke Jordaanoever) komt overigens ook naar voren in resolutie 62 van de Veiligheidsraad9 alsook in de veel latere zogenaamde Oslo-akkoorden10, waarin bepaald werd dat eventuele grenzen zouden bepaald worden via verdere onderhandelingen11.

Samengevat:

De claim van de Palestijnse Arabieren is juridisch niet houdbaar, gezien geen enkele resolutie waarop zij zich baseren juridisch noch internationaal rechterlijk dwingend of afdwingbaar zijn. Ze zijn raadgevend. De belangrijkste claim, Resolutie 181, werd door de Arabische partijen zelfs volledig verworpen.

 

De staat Israël daarentegen baseert haar claim op verschillende wijzen. Het eerste argument is – op zijn minst – dubieus te noemen, met name: ‘wij waren hier eerst’. Op basis van emoties krijg je je gelijk niet, en dit is dus duidelijk een niet-valide argument. Dit ondanks een recht op terugkeer wel degelijk gewaarborgd wordt door de VN12. Dit is zeer zeker van belang gezien de huidige problematiek op de Westelijke Jordaanoever13.

De Balfourdeclaratie14 is daar één van, echter, hoewel ook prins Faisal als vertegenwoordiger van de Arabische wereld, deze aanvaardde in 191915, heeft ook deze declaratie geen enkele legale waarde. Ze is bindend, noch afdwingbaar en doet verder in dit kader niet aan de orde, ware het niet dat deze declaratie in 1920 in de San Remo-conferentie maar vooral in 1922 volledig is overgenomen in het Mandaat voor Palestina16 dat unaniem door de Volkenbond17, waar Israël haar claim eveneens op staaft.

Inhoudelijk en juridisch is vooral deze tekst zeer belangrijk. “The Palestine Mandate” uit 1922 is namelijk een rechtgeldige, bindende en afdwingbare tekst die verder gaat dan de Balfour Declaration en stelt dat: “The Administration of Palestine, while ensuring that the rights and position of other sections of the population are not prejudiced, shall facilitate Jewish immigration under suitable conditions and shall encourage, in co-operation with the Jewish agency referred to in Article 4, close settlement by Jews on the land, including State lands and waste lands not required for public purposes.” Dit recht op settlement geldt – zoals eerder aangehaald – niet voor het gebied ten oosten van de Jordaan, wat we vandaag kennen als Jordanië, maar wel voor de gehele Westelijke Jordaanoever, inclusief Jeruzalem.

Wat is er nu gebeurd met het Mandaat betreffende Palestina? De Volkenbond bestaat niet meer, een mandaatgebied in Palestina is er niet meer… of toch?

Laten we beginnen met het Mandaat zelf. Zoals eerder geschreven, werd het Mandaat unaniem door de Volkenbond goedgekeurd. Naast de reeds aangehaalde passages hieruit, is er nog een zeer interessant artikel, met name Artikel 27: “The consent of the Council of the League of Nations is required for any modification of the terms of this mandate.” Tot vandaag is dit nog nooit gebeurd. Noch bij de Volkenbond, noch bij de Verenigde Naties.

Men zou kunnen pleiten dat met het verdwijnen van de Volkenbond, ook deze tekst niet meer geldig is, maar niets is minder waar. Artikel 80 van het Handvest van de Verenigde Naties18 garandeert dat bestaande overeenkomsten behouden blijven. Dit slaat dus ook op het Mandaat voor Palestina.

Er kan steeds een debat geopend worden rond het bestaan, overdragen, … van het Mandaat, ware het niet dat het ICJ (International Court of Justice) meerdere malen heeft erkend dat het Mandaat de neergang van de Volkenbond heeft overleefd19.

Een ander belangrijk aspect is dat het Verenigd Koninkrijk nooit op een formele, correcte wijze haar mandaat heeft teruggegeven aan de Verenigde Naties, de opvolger van de Volkenbond. Waar artikel 28 zegt dat het Mandaat wel degelijk kan opgeheven worden, vertelt het eerder aangehaalde artikel 27 dat een aanpassing aan het Mandaat, inclusief het opheffen ervan, moet voorgelegd worden aan de Raad van de Volkenbond, niet aan de Algemene Vergadering. Dit is echter nooit gebeurd.

Daarenboven is Resolutie 181 niet bindend, waardoor het geen enkele juridische macht heeft en dus zeker de eerdere bepalingen niet ongedaan maakt.

Concreet houdt dit dus in dat gezien er technisch gezien nooit aanpassingen waren aan het Mandaat, het Mandaat nooit (correct) is opgeheven en het ICJ erkent dat het werd overgedragen naar de VN. Technisch houdt dit in dat Palestina nog steeds een mandaatgebied is. Een tegenargument op deze piste is natuurlijk dat het feitelijk bestaan van de staat Israël, dat erkend is door quasi de ganse wereld, de facto een einde aan het Mandaat voor Palestina heeft gemaakt.

Het bestaan van deze legale tekst en de essentie en inhoud van term ‘mandaatgebied20’ maakt dat de claim van Israël op het gehele gebied tussen de Middellandse Zee en de Jordaan wel degelijk legitiem en valide is.

Samengevat:

Israël claimt haar recht op het land op basis van het Mandaat voor Palestina, dat het gebied tussen de Middellandse zee en de rivier Jordaan als thuisland voor het Joodse Volk aanduidt. Deze tekst is geldig, werd nooit herroepen. Het is de enige legaal bindende en afdwingbare tekst in deze kwestie. Hoewel het een oude tekst betreft, is er geen enkel andere tekst die deze internationaal rechterlijk overruled.

Bezetting of geen bezetting… that’s the question

In de media wordt regelmatig gesproken over ‘bezette gebieden’. Hiermee wordt bedoeld – althans in de context van dit artikel – de Westelijke Jordaanoever en de Golanhoogten21. Evenmin als eerder is dit geen semantische term. Namelijk, indien deze gebieden inderdaad bezet zouden zijn, treden er tal van andere conventies in werking. In deze problematiek dient er voornamelijk gekeken te worden naar de 4e conventie van Geneve betreffende de bescherming van de bevolking tijdens oorlogstijd, met name inzake bezetting22.

De vraag is dus: kunnen we hier spreken over een bezetting of niet? Of nog belangrijker: wat is een bezetting?

De internationaal gangbare definitie van de term bezetting krijgen we van Professor Basdevant23 en die luidt: “terme employé pour désigner la présence de forces militaires d’un État sur le territoire d’un autre État, sans que ce territoire cesse de faire partie de celui-ci »24. Een belangrijk woord springt hier natuurlijk in het oog : état (staat). Wat is een staat? Want uiteindelijk is dit belangrijk om te kunnen spreken over bezetting.

De vuistregel in de Internationale gemeenschap is dat je geen Staat vormt omdat je werd erkend, maar je wordt erkend net omdat je een staat bent25. En een staat ‘zijn’, daar zijn natuurlijk internationale regels voor, vastgelegd in de Montevideo Convention26 in 1933, en nog eens herhaald en herbevestigd gedurende de Arbitration Commission of the Peace Conference on Yugoslavia, oftewel de Badinter Committee27 in 1991. De vraag is dus: is Palestina een Staat die bezet kan zijn door Israël?

Deze daarnet vermelde conventie brengt 4 vereisten naar voren om als natiestaat te kunnen bestaan:

  1. Een permanente bevolking;
  2. Een gedefinieerd territorium;
  3. Een effectieve overheid;
  4. De mogelijkheid diplomatieke banden aan te gaan met andere landen;

Het lijkt me dat we kunnen starten met het tweede criterium: een gedefinieerd territorium. Op dit punt blijft ‘Palestina’ als staat uiteraard in gebreke.

Vele mensen zullen de groene lijn aangeven als zijnde de grenzen van een toekomstig Palestina, maar men mag niet vergeten dat dit een demarcatielijn was tussen twee soevereine staten, zijnde Israël aan de ene kant en Transjordanie aan de andere kant28. Nooit is er de idee geweest dat dit ook landsgrenzen zouden zijn. Dit komt eveneens duidelijk naar voren in de Oslo-akkoorden, waar de PLO (de Palestijnse autoriteit bestond toen nog niet, maar werd bij deze akkoorden opgericht) en Israël overeenkwamen dat de grenzen bij onderhandelingen zouden vastgelegd worden. Dit is tot op heden nog nooit gebeurd. Een duidelijk territorium is er dus zeker niet.

Bij andere criteria, zoals een effectieve overheid, kan men trouwens ook vraagtekens plaatsen, gezien de tweespalt tussen Hamas en de Palestijnse Autoriteit. Daardoor is ook de stabiele bevolking niet zo duidelijk en er zijn nog veel meer redenen om niet te kunnen spreken over een bestaande staat. Zoals eerder gezegd, het volstaat ook niet om louter ‘erkend’ te worden, uiteraard, indien men niet kan voldoen aan de internationale rechtsregels.

Gezien de eventueel toekomstige staat Palestina dus niet voldoet aan de internationale rechtsregels, kan men niet spreken van een staat, en per definitie ook niet van een bezetting van grondgebied van een Palestijnse staat, tenminste als men de objectieve internationaal aanvaarde definitie van ‘bezetting’ wil respecteren.

Uiteraard kan men het zogenaamde ‘zelfbeschikkingsrecht der Volkeren’, zoals geschreven in Resolutie 151429 van de Verenigde Naties naar voren halen om de Palestijnse Staat alsnog als staat te aanzien. Echter, het is een voorman van de PLO zelf, Zuhair Muhsin30, die dit recht van tafel veegde in een interview met het Nederlandse blad ‘Trouw’:

“There are no differences between Jordanians, Palestinians, Syrians and Lebanese . . . We are one people. Only for political reasons do we carefully underline our Palestinian identity. For it is of national interest for the Arabs to encourage the existence of the Palestinians against Zionism. Yes, the existence of a separate Palestinian identity is there only for tactical reasons. The establishment of a Palestinian state is a new expedient to continue the fight against Zionism and for Arab unity.31

Met andere woorden: de Arabische Palestijnen hebben via hetzelfde eerder aangehaalde Mandaat hun grondgebied gekregen in het huidige Jordanië. Een hoge vertegenwoordiger van de Arabische Palestijnen erkent dat ze zelf geen volk zijn, waardoor er geen beroep gemaakt worden op het zelfbeschikkingsrecht.

Conclusie

Er zouden twee vragen gesteld worden.

Primo: wie heeft historisch/juridisch het recht om het land tussen de Middellandse Zee en de rivier Jordaan te claimen? Dat is de Joodse bevolking, vertegenwoordigd door de staat Israël, daar zij als enige een legaal bindend en afdwingbaar argument kunnen te berde brengen.

Secundo: kan er gesproken worden over ‘bezetting’? Neen. Gezien er niet voldaan wordt aan de internationaal aanvaarde definitie van bezetting aangezien er geen twee staten bestaan – en gezien de eerder aangehaalde legale tekst van het Mandaat – kan men met zekerheid niet spreken van Bezette Gebieden. Hierdoor is de 4e Geneefse conventie, die eerder aangehaald werd, evenmin van toepassing. Dit heeft dan voornamelijk gevolg op de nederzettingenpolitiek die Israël voert.

Dit blijft natuurlijk een werk om een correct kader te schetsen, zonder enig moreel waardeoordeel te willen brengen. Voor meer informatie is de auteur steeds bereid vragen te beantwoorden: cedric.vloemans@outlook.com

 

Voetnoten

1 https://unispal.un.org/DPA/DPR/unispal.nsf/0/7F0AF2BD897689B785256C330061D253

2 Meer informatie over wat een mandaatgebied is, kan gevonden worden op volgende website: https://historiek.net/volkenbond-mandaatgebieden/136261/

3 Vanaf de Romeinse inname tot de stichting van Israël heeft er nooit een onafhankelijk land bestaan op het grondgebied. De laatste ‘hoedanigheid’ waarin Palestina bestond, was als Mandaatgebied. Hierover straks meer.

4 Res.SC – 338 (1973), 446 (1979), 452(1979), 465 (1980), 476 (1980), 478(1980), 1397(2002), 1515 (2003) en

1850 (2008)

5 https://unispal.un.org/unispal.nsf/0/7D35E1F729DF491C85256EE700686136

6 http://unscr.com/en/resolutions/338

7 Israël bekwam na de Zesdaagse Oorlog: van Egypte: Sinaï en Gaza / van Jordanië: Westelijke Jordaanoever inclusief Oost-Jerusalem / van Syrië: Golanhoogten

8 Bronvermelding internationaal recht opzoeken

9 https://digitallibrary.un.org/record/112006 . Deze resolutie valt onder hoofdstuk 7 van het charter en is daardoor wel bindend.

10 Besprekingen en akkoorden tussen enerzijds de staat Israël en anderzijds de PLO

11 https://archive.globalpolicy.org/images/pdfs/oslo091393.pdf artikel 5.3

12 https://www.un.org/en/about-us/universal-declaration-of-human-rights

13 Hier wordt verwezen naar de oorzaak van de rellen in verschillende Israëlische steden in mei 2021.

14 https://mfa.gov.il/mfa/foreignpolicy/peace/guide/pages/the%20balfour%20declaration.aspx

15 https://www.un.org/unispal/document/auto-insert-207006/

16https://mfa.gov.il/mfa/foreignpolicy/peace/guide/pages/the%20mandate%20for%20palestine.aspx#:~:text=T

he%20mandates%20for%20Palestine%20and,national%20home%20in%20that%20country.%22

17 Voorloper van de VN

18 https://www.un.org/en/about-us/un-charter

19 ICJ Advisory Opinions: July 11, 1950, June 21, 1971, July 9, 2004)

20 Zie eerdere voetnoot voor extra informatie rond ‘mandaatgebied’

21 Voor de voortgang van dit artikel, wordt er louter gesproken over de Westelijke Jordanoever, aangezien de Golan wel degelijk bezet gebied (op enkele gebieden na) is en dus onderhevig aan alle internationale regels. 22 https://ihl-

databases.icrc.org/applic/ihl/ihl.nsf/385ec082b509e76c41256739003e636d/6756482d86146898c125641e004a a3c5

23 BASDEVANT J. Dictionnaire de la terminologie du droit internationale. Union Academique internationale, Paris, 1960.

24 “een term die wordt gebruikt om de aanwezigheid van strijdkrachten van een staat op het grondgebied van een andere staat aan te duiden, zonder dat dat grondgebied er geen deel meer van uitmaakt.”

25 In 2000 werd geoordeeld dat België als land Palestina niet mag erkennen: Brussel, 31 maart 2000 – A.E.S.

/Belgische Staat, A.J.T. 2000, 434, CASES, II.65, p. 534.

26 https://treaties.un.org/doc/Publication/UNTS/LON/Volume%20165/v165.pdf

27  https://opil.ouplaw.com/view/10.1093/law:epil/9780199231690/law-9780199231690-e13

28 Zie opnieuw resolutie 242 van de VN Veiligheidsraad

29 https://www.sfu.ca/~palys/UN-Resolution%201514.pdf

30 Militaire leider PLO in 1977

31 TROUW, Donderdag 31 maart 1977, p. 7