Een nieuwe maand, een nieuwe oproep om Israël te ontmantelen

nathanSusan Nathan op spreektournee door Vlaanderen. Onder de loep, door Savasorda.

In 1999 emigreert Susan Nathan vanuit Londen naar Israël. Ze woont aanvankelijk in Tel Aviv en werkt er als docente Engels. In 2003 wil ze weten hoe de Israëlische Arabieren leven. Ze besluit om naar Tamra te verhuizen, een Arabische stad in Galilea, Noord Israël. Ze woont er, als enige Joodse, tussen 25.000 moslims. Susan Nathan publiceerde haar relaas dat onlangs in het Nederlands vertaald werd. Op uitnodiging van enkele Vlaamse NGO’s waaronder Kif-Kif kwam ze naar België om te praten over haar boek, ‘de Andere kant van Israël’. Savasorda luisterde mee en was niet onder de indruk.

“Door in Tamra te gaan wonen, heb ik het geldende systeem ontregeld”, zegt Susan Nathan. Volgens de vrouw is er als gevolg van de ‘zionistische politiek’, een ware segregatie ontstaan tussen Joden en Arabieren. Dit is een nogal simplistisch beeld want de verschillende bevolkingsgroepen hebben er altijd al apart gewoond. Niet alleen Joden en Arabieren trouwens. Christelijke Arabieren, moslims en Druzen hadden in het verleden, ook zoals nu, hun eigen dorpen en steden. Zelfs zonder onderlinge vijandigheid woonden de verschillende groepen gescheiden in woonkernen, gegroepeerd rond de eigen bidplaatsen… Mensen met gelijke cultuur hebben nu eenmaal altijd de neiging om elkaar op te zoeken. Deze regel gaat des te meer op voor traditionele gemeenschappen waar de godsdienst het bindende cultuurelement is, niet alleen in Israël.

Nathan portretteert op een indringende wijze het dagelijkse leven van haar naaste buren en de vele problemen waarmee ze te kampen hebben. Ze maakt de vergelijking met het leven in Tel Aviv en komt tot het bittere besluit dat Joden veel beter wonen dan Arabieren. Dat is hoogst waarschijnlijk correct, maar als Nathan dit toeschrijft aan de ‘zionistische politiek’, dan slaat ze de bal mis. Een van de grootste struikelblokken is het landeigendom. In de Joodse dorpen en steden is de grond openbaar bezit (zo’n 93% van alle grond in Israël). Dat maakt het voor de overheid gemakkelijk om een efficiënte urbanisatie uit te stippelen. De infrastructuur en de openbare voorzieningen hebben er altijd voorrang. Maar in de Arabische woongemeenschappen is de meeste grond privébezit. Bijna niemand wil dit afstaan aan de staat om wegen aan te leggen of voor andere openbare nutsvoorzieningen. Maar het land afstaan betekent ook niet je rechten verliezen, het gaat hier om een technische aangelegenheid. De grond behoort dan toe aan de staat, maar niet de huizen en appartementen die er op staan. (een uitgebreide uiteenzetting van de landpolitiek in Israël zou ons te ver leiden. Dit zal in een komend nummer van Joods Actueel uitgebreid aan bod komen). Tenslotte ‘vergeet’ Nathan ook de vele steden in Israël met een Arabische bevolking waar wel een gedegen urbanisatie en infrastructuur voorhanden is zoals in Ramle, Jeruzalem, Jaffa, Haifa en Lod.

Nathan beperkt zich tot een nauwgezette beschrijving van de levensomstandigheden van haar buren. Haar kennis over de maatschappelijke achtergrond is beneden alle peil. Ze verwart bijvoorbeeld de ILA (Israël Land Authority) met de KKL (Joods nationaal Fonds). Ze beweert dat schenkingen voor de KKL overal in de wereld belastingvrij zijn… in België is dit alvast niet het geval. Ze is gefocust op de situatie in Tamra maar kan dit niet echt plaatsen in een groter geheel. Zij beperkt zich tot het beschrijven en het beschuldigen.

Advertentie

Het pas verschenen boek, “Les meilleurs ennemis du monde: les Israéliens et les Palestiniens”, van Stéphane Amar, correspondent van de RTBF in Jeruzalem, is van een heel andere orde. Hier krijgen we heel wat voorbeelden van Joodse en Arabische Israëli’s die heel goed samenwerken en dit op tal van terreinen: zowel op de werkvloer, in het onderwijs als in de politiek. Hij bespreekt er ook de ‘gemengde wijken’ van Haifa en Jaffa waar Joden en Arabieren perfect samenleven.

Zuid-Afrika

kaft1Nathan heeft lange tijd in Zuid-Afrika gewoond en vanuit die achtergrond heeft ze de neiging om de positie van de zwarte bevolking onder het apartheidsregime te vergelijken met de positie van de Israëlische Arabieren. Er is een economische achterstand bij de Arabische inwoners, dit heeft zijn redenen en wordt niet ontkend, maar van apartheid is er geen sprake. De Arabische burgers hebben stemrecht, ze kunnen verkozen worden in de Knesset en zelfs minister worden.

Er zijn geen plaatsen waar Arabieren niet mogen komen (geen aparte stranden, bussen, ziekenhuizen, universiteiten, enz.). Arabische burgers mogen ook naar het leger (maar moeten niet), en kunnen ook opteren voor ‘burgerdienst’. Dit is een optie voor wie geen legerdienst wil vervullen maar toch wil genieten van de fiscale voordelen voorbehouden aan wie drie jaar lang zijn land dient. Overigens blijkt uit opiniepeilingen dat veel Israëlische Arabieren liever niet aansluiten bij een toekomstige Palestijnse staat.

Ook hier ontbreekt bij Nathan een gedegen historische dimensie. De Arabieren hebben zich sinds het prille begin gewapenderhand verzet tegen de vorming van de Joodse staat: geen wonder dat de Joodse bevolking soms met argusogen kijkt naar de Arabische medeburger. Tussen 1948 en 1967 (de 6-daagse oorlog) was Jeruzalem in handen van Jordanië. Het was aan de Joden verboden om aan de Klaagmuur te gaan bidden… Een dergelijke behandeling van de Joden lijkt volgens ons veel meer op het Zuid-Afrikaanse voorbeeld.

Voor de buitenwereld is Joods Israël één homogene groep, terwijl de Joodse gemeenschap heel divers is, aldus Nathan. Ook hier missen we de historische context. Het zionisme ontstond onder de Asjkenazische Europese Joden. Zij hebben al sinds het ontstaan van het land het overwicht, hoewel ook hier verschuivingen waar te nemen zijn. Het is echter niet zo dat Sefardische, Oosterse of Ethiopische Joden als een gevaar voor de veiligheid worden gezien. Er heersen hardnekkige vooroordelen, dat wel. Alle nieuwe emigratiegolven hebben daaronder te lijden. De recente Russische Asjkenazische nieuwkomers worden ook vaak gewantrouwd. Niettemin slaagde Israël er in om in zijn 60-jarig bestaan miljoenen nieuwkomers, met heel verschillende maatschappelijke achtergronden in de maatschappij te integreren, en dat is een opmerkelijke prestatie.

Het boek en de lezingen zijn de zoveelste onderneming om het Palestijnse drama onder de aandacht te brengen en te focussen op de rol van Israël. “Israël is de gedoodverfde dader, de Palestijnen zijn de onschuldige slachtoffers”. Toen Nathan in Antwerpen aangaf, als antwoord op een uit het publiek gestelde vraag, dat zij door haar beslissing om in Tamra te gaan wonen persoonlijk geen negatieve gevolgen ervaren had, reageerde het publiek rumoerig. Want dat klopte niet in het zwart-wit beeld dat ze daarvoor zelf aangaf. Nathan herstelde even later haar blunder door te verklaren dat ze toch wat moeilijkheden gekend had. Toen ze ziek werd had Israël namelijk in eerste instantie niet al haar kosten terugbetaald, ze had dit pas voor elkaar gekregen nadat ze hiervoor een advocaat had ingeschakeld…

Boycot en ontbinding van de Joodse staat

Het Vlaams Palestina Komitee, CODIP, het Masereelfonds en Kif-Kif organiseerden in Brussel en Antwerpen de spreekbeurten van Susan Nathan als een voorspel voor hun geplande Israël boycot- acties. De toekomstperspectieven die Nathan op het einde van haar betoog naar voren schoof sluiten hierbij naadloos aan: zij pleit voor een economische en culturele boycot van Israël, om tot de ontbinding van de Joodse staat te komen. Na de spreekbeurten was er ruimte voor een kort debat. Nergens stelde iemand uit het publiek een kritische vraag. Op welke manier de bevolking van Tamra een beter leven krijgt als we Israël boycotten bijvoorbeeld. Wat het lot van de Joodse bevolking in het scenario van het ontbinden van de Joodse staat zou zijn, vroeg ook niemand zich af…

Advertentie

Dat Nathan een extremistisch discours houdt weten we al langer. Ten tijde van de Libanonoorlog met Hezbollah verklaarde ze in een interview “het grootste respect” te hebben voor deze organisatie die prijkt op de Europese lijst van terroristische organisaties. Nathan is trouwens niet alleen boos op Israël, neen, ze verguist het Westen en ziet de Islam als de grote verlossing. Lees even mee uit het interview met ‘Challenge Magazine’. “Ik woon nu al vijf jaar in de Arabische wereld en moet toegeven grote problemen te hebben met het Westen. Ik voel alsof mijn leven niet meer is dan een pion van het Westen. Islam is wat de Arabieren rechtop houdt in de frontale aanval van het Westen dat zich superieur waant.” Een dergelijk extremistisch discours pakt niet in Vlaanderen, dan beland je onvermijdelijk in de hoek van de “gevaarlijke gekken” en van extreem links. De Vlaamse NGO’s weten dit en hebben Nathan hiervoor bijkbaar gewaarschuwd. Want in haar redevoeringen bleef ze van dit onderwerp ver af.

Conclusie

De werkwijze van Susan Nathan, wordt binnen de sociale wetenschappen ‘participerende observatie’ genoemd. Deze methode wordt vooral gebruikt om kennis op te doen over groepen, waar men op een andere manier nauwelijks contact mee heeft en waar men bijgevolg weinig over weet. Het onderzoek is enkel beschrijvend, niet verklarend. Omdat de onderzoeker ook een ‘participant’ is,  is hij per definitie subjectief. Het gevaar dat de onderzoeker zich gaat vereenzelvigen met de standpunten van de onderzochte groep, is heel reëel: hij wordt dan de advocaat van de groep. In die valkuil is Susan Nathan ook getrapt. Daarom werd ze ook uitgenodigd in België. Haar boek is een verhaal met een anti-Israël boodschap. Voor wie graag negatieve verhalen over Israël leest is het boek bijgevolg uitermate geschikt. Wie eerlijke en uitgebalanceerde informatie over Israël wil kan beter een andere informatiebron raadplegen.

Verschenen in Joods Actueel van december 2008