Paul Ambach alias Boogie Boy 60: “Het beste moet nog komen…”
Een interview met Paul Ambach, of Boogie Boy, is een feest. Je spreekt zowel met de zakenman Paul Ambach als met de showbisman Boogie Boy. Twee voor de prijs van één. We spreken aanvankelijk af in de kantoren van Live Nation in Kontich maar Paul troont ons mee naar zijn villa in Wilrijk. Naar Boogie Wonderland, waar we in alle rust kunnen praten. Over de zakenman Paul Ambach, over het “showbeest” dat Boogie Boy is, over de familieman en de vader van Nathan en Marilyn, kortom over de mens!
U wordt 60 op de eerste dag van de lente dit jaar. Wordt het een groots feest? En moet het beste nog komen?
“Het wordt zeker géén groots feest. Wel zullen we het vieren in familiekring want, zoals je zelf zegt, het beste moet zeker nog komen.
Maar 60 worden, geeft je ook de kans terug te kijken op je leven. Voordien ben je ontzettend bezig met je carrière, met zakendoen en in mijn geval ook met optredens. Nu kan je het allemaal wat rustiger bekijken. Hoewel…”
Hoe begon het allemaal?
“Ik heb een prachtige jeugd gehad. Ik mocht studeren van mijn ouders én ik mocht muziek maken. Al mijn passies kon ik waarmaken. In mijn studententijd aan het Koninklijk Atheneum in Antwerpen wilde ik vooral vertaler tolk worden. Ik ambieerde een baan als tolk bij de UNO of in de Europese gemeenschap. Aan het RUCA behaalde ik het diploma licentiaat vertaler Engels-Spaans. Ik heb het ingangsexamen tolk afgelegd aan de EEG. Ondertussen werd ik -al was het niet opzettelijk- door het leger afgekeurd. Maar al aan de universiteit slaagde ik erin optredens te organiseren met o.a. John Lee Hooker, Muddy Waters, Buddy Miles, etc.”
“De muziek had me toen al zwaar te pakken. De appel is bij mij niet echt ver van de boom gevallen: mijn grootvader was klezmermuzikant in Polen en mijn vader had een zwak voor opera en belcanto waardoor er steeds melodieën door het ouderlijke huis weerklonken. Mijn twee broers en ik kregen dan ook een klassieke muziekopleiding, en ik moet zeggen wij beheersten vrij snel de piano en gitaar.”
Advertentie
Hoe hebben uw ouders de zwarte storm over Europa doorstaan?
“Mijn grootvader stuurde mijn vader via een oom naar Antwerpen. Net voor de tweede wereldoorlog liep het in Polen al mis. Mijn vader werd in Antwerpen te werk gesteld in de diamant. Hij leerde hier mijn moeder kennen, een Griekse, die uit Thessaloniki kwam. Van haar leerde ik het ‘Ladino’ de taal van de Sefardische Joden. Een taal die nu praktisch niet meer gesproken wordt. Zij trouwden in 1939.”
“In de zomer van ’42 woonden mijn ouders in de Bachuslaan in Borgerhout toen zij een tip kregen dat er razzia’s op komst waren in Antwerpen. Toen besloten ze, om veiligheidsredenen, ieder hun eigen weg te gaan. Via via kon mijn moeder, met mijn oudste broer, onderduiken in Comblain-La-Tour. Mijn vader vluchtte naar Frankrijk en hoopte via het vrije Frankrijk door te reizen naar Zwitserland. Hij dook onder in Lyon en nam een valse identiteit aan, nl. Jozef Peeters . Hij trad er op in de opera als tenor. Hij werd er binnengebracht door de Antwerpenaar André Cluytens, die al voor de oorlog de kwaliteiten van vader had leren kennen. Later kwam hij door een razzia eerst in Fort Montluc terecht, later in Drancy. Hij kwam er gelukkig heelhuids vanaf omdat de geallieerden al in Parijs waren. In Frankrijk trad hij er tussen ’42 en ’45 op als tenor. Mijn vaders idool was de grote Joseph Schmidt, wiens leven na de oorlog zou verfilmd worden. Schmidt wist uit de handen van de nazi’s te blijven maar stierf in een vluchtelingenkamp in Zwitserland. Dat mijn vader gezongen heeft in de gevangenissen van Fort Montluc en in Drancy blijkt duidelijk uit geschriften die nà de oorlog werden gevonden. Maar mijn ouders spraken nooit over die periode. Net zoals zovelen zwegen ook zij!.
“Moeder, en broer Gustave, kregen de bescherming van de bevolking van Comblain-La-Tour. Ik heb enorm veel respect voor mevrouw Piroton, die nu nog leeft, die moeder op de hoogte bracht, wanneer er razzia ’s zouden plaats vinden in Comblain. Ik ben André Cluytens, en mevrouw Piroton dan ook biezonder dankbaar! Zonder het medeleven en de humanistische instelling van deze prachtige ‘gentiles’ hadden mijn ouders nooit de holocaust overleefd!”
Verloren land
“Door toedoen van de VRT werd het mij mogelijk gemaakt in de voetsporen van mijn ouders en broer te treden. Voor het programma Canvas kon ik samen met mevrouw (Weinberg Cherie) Schanzer de vlucht naar Frankrijk opnieuw maken. In Lyon kon ik zelfs die plaatsen opnieuw bezoeken waar mijn vader geleefd heeft. Idem voor de plaatsen waar mijn moeder ondergedoken zat. We konden in Drancy en Comblain alle sporen terugvinden. Persoonlijk ben ik gepassioneerd door de periode 1940-’45 en wil ik er nu alles over te weten komen. Na de oorlog keerden mijn ouders terug naar Antwerpen. Mijn vader hervatte zijn werk in de diamant die toen tot bloei kwam.”
Jeugd
“Zoals gezegd: ik had een schitterende jeugd. Zwemmen bij Maccabi, en plezier maken in de Hanoar, hier en daar muziek spelen enz., het kon niet op! Al aan universiteit werd de basis gelegd van mijn verdere loopbaan. Ik werd al vroeg gebeten door de bluesmuziek en als praeses cultuur haalde ik John Lee Hooker naar België. Het werd een massaal succes. En het bleef niet bij één organisatie. Later kreeg ik de kans om James Brown naar hier te halen. Ik leende het geld dankzij broer Gustave, werkte me te pletter en het lukte. Het werd het voorspel tot een loopbaan als concertpromotor. In ’72 werd mijn hobby een professionele bezigheid en haalde ik met ‘Make it happen’ verschillende artiesten naar België. Hét gat in de markt!”
Advertentie
Ambach circus
“Samen met mijn broers Gustave en Jacques vormden we een eigen band: “Ambach Circus”. We brachten een ietwat eigenzinnige vorm van ‘rhythm en blues’. De muziek die doorgaans geassocieerd wordt met pijn en ontgoocheling. Maar de broertjes Ambach interpreteerden de muziek op een totaal eigen wijze. Het werd voor ons plezier maken en een vorm van bevrijding. Muziek wordt op die manier een taal die iedereen verstaat.”
“Van het Ambach Circus naar Boogie Boy was maar een kleine stap. Door het organiseren van tal van optredens werd ik altijd maar meer uitgenodigd om mee op het podium te springen. En zo ontstond begin de jaren tachtig Boogie Boy. ‘Boogie’ omdat het klonk zoals ik het voelde en ‘Boy’ omdat het een eeuwige jongen was. Maar Paul Ambach bleef de keiharde zakenman en Boogie Boy evolueerde in de Rhythm & Blues muziek tot het magische mannetje dat een zaal uit de bol laat gaan.
“Als Boogie Boy veranderde ik mijn aangeleerde manier van pianospelen en ontdekte ik, dat ik al mijn emoties kwijt kon in de grooves en de blue notes van de Rhythm & Blues. Dé manier om mijn ziel te uiten. Noem het soul, blues of wat dan ook, het is voor mij synoniem voor muziek. Elk ander genre voel ik als onnatuurlijk voor mezelf en moet je mij niet vragen, hoewel ik feeling heb voor de andere muziekgenres: El duende van de flamenco, Klezmer, opera, belcanto, etc etc.”
Boogie Boy
Het handelsmerk van Boogie Boy is zijn joviale en open kijk op de wereld. Zijn charisma en aanstekelijke vitaliteit zetten aan tot “meedoen”. Tijdens een optreden wordt Paul Ambach, “Boogie Boy”, een écht podiumbeest. Een buitengewone entertainer, een echte bluespianist die zich steeds omringt met schitterende muzikanten (de woogies) die hem in die sterke vibraties volgen. Het podium is als het ware zijn natuurlijke biotoop en daar laat hij alle remmen los. Dat laatste bewees hij onlangs in Parijs.
In de gerenommeerde Salle Gaveau nam hij er een dvd “My tribute to Ray Charles” op. Deze dvd toont de echte Boogie Boy.
Hierover zegt hij:”Een studio-cd werkt niet voor mij. Op een plaat voel je de tranen niet, je mist het zichtbare van het publiek dat intens meegaat in de roes van de artiest die aan het werk is. Boogie Boy is een ambachtsman.”
“In mijn bijna 40-jarige carrière speelde ik op ontelbare festivals zoals o.a. North Sea Jazz, Montreux, Juan-les-Pins, Bratislawa, Orléans, Corsica etc. Ik begeleidde de grote namen op de piano zoals. B.B. King, John Lee Hooker, The Kinks, Lionel Hampton, Alvin Lee. Om aan te tonen dat muziek universeel is, maakte ik een live opname in Singapore en Zwevegem, West-Vlaanderen. In 1997 werd ik tot Cultureel Ambassadeur van Vlaanderen benoemd, en read my lips: You ain’t seen nothin’ yet!”
Heeft de entertainer die Boogie Boy is, die niets dan positieve vibes uitstraalt, nooit moeilijke tijden en de blues gekend?
“Wij hebben inderdaad ook moeilijke tijden gekend. In 1978 werd ik onterecht beschuldigd in een helingzaak met diamanten van een malafide handelaar. Het werd een harde tijd maar ik heb toen laten zien wie ik écht ben. De ram in mij, gepassioneerd door de zin voor rechtvaardigheid, barstte los! Stuk voor stuk heb ik alle aanklachten weerlegd en persoonlijk bewezen dat ik onschuldig was. Het heeft wel een zware tol geeist! Later bleek mijn hart het te begeven en had ik zes overbruggingen nodig. Ik heb ook de dood van mijn oudste broer, Gustave moeten verwerken. Een zeer harde klap. Waarvan ik tot vandaag nog niet volledig ben hersteld.”
Eerst jood
“Ik noem mezelf een humanistische Jood. Maar je blijft wel écht Jood, verbonden met je volk. Van thuis uit werd ik zeer breeddenkend opgevoed in de Joodse tradities. Als muzikant speel ik op menig Bar Mitzwa en hassenes (huwelijken). We vierden, Rosh Hashannah en Jom Kippoer, en Pesach. Ik zet me ook in voor de zaak Israël en ik ben ontzettend betrokken bij het gebeuren in Israël. Ik zal dan ook niet nalaten om her en der mijn steun bij te dragen waar het kan en ik ben, zoals ik al zei, ontzettend bewogen en begaan met wat er gebeurde in de tweede wereldoorlog.
“Ik wil even terug naar de periode dat ik mijn fantastische vrouw leerde kennen. Patsi komt uit een brave, klassiek katholieke familie. In die tijd was een relatie met een ‘gentile’ niet alledaags en was dit voor de ouders niet vanzelfsprekend. Patsi besloot, uit eigen wil, zich te bekeren tot het Jodendom . De Antwerpse rabbijn Malinski gaf haar privé-les en later gingen we tijdelijk in Israël wonen om daar te trouwen. Zo’n vrouw wil je altijd bij je hebben! Patsi, haar Joodse naam is Sarah, koos er persoonlijk voor om haar kinderen Joods op te voeden. Onze twee kinderen Nathan en Marilyn zijn sinds hun geboorte dan ook volwaardig Joods. Ik had het echter veel te druk met mijn carrière zodat de hele opvoeding op de schouders van haar terecht kwam.”
“Nathan treedt in de voetsporen van zijn vader als blueszanger, dj en ook partymaker voor bar- en batmitzvahs, trouwfeesten en hij is ook frontman van de groep Blunk. Binnenkort brengt hij een eigen cd’N8N’ uit. Marilyn studeerde communicatie wetenschappen aan de UA en muziek in Tel Aviv. Af en toe, bij voorbeeld in Parijs, voor de opname van de dvd hebben, mijn kinderen met mij op het podium gestaan. Marilyn leeft en werkt in Tel Aviv.”
Op zoek
“Mijn vrouw en ik lezen alles wat we kunnen vinden over de Shoah. Omdat we nog altijd op zoek zijn naar het waarom van al dat leed. Mijn vrouw is trouwens vrijwillige en gids in het Joods Museum van Deportatie en Verzet in Mechelen, beter gekend als de Dossin Kazerne van waaruit ons volk gedeporteerd werd naar Auschwitz. Een tijd waarin de Vlamingen 100 Fr kregen om een Jood aan te brengen bij de nazi’s”
Mevrouw Ambach wijst op het boek dat ze aan het lezen is van Jonathan Littell, “Les Bienveillantes” dat in 2006 de Prix Goncourt of Grand Prix du Roman de l’Académie Française kreeg. In “Les Bienveillantes” wordt de holocaust getoond vanuit het perspectief van een dader, de SS-officier Maximiliaan Aue.
0110
Eén van de hoogtepunten in zijn carrière zijn de 0110 concerten voor verdraagzaamheid. “Het spreekt voor zich dat ik mij verzet tegen elke vorm van antisemitisme, racisme en onverdraagzaamheid. De huidige verzuring in onze maatschappij wordt voortdurend gepredikt door het extreemrechtse en nationalistische Vlaams Belang. Zeker mijn ding niet! Mijn wereld, hoe kan het anders, is multicultureel en universeel. Muziek kent géén grenzen!”
“Ik hoop dat nu, na meer dan zestig jaar, alle getuigen van de Shoah zullen praten, zodat de negationisten de mond gesnoerd worden. Er zijn bewijzen en getuigen zat die de verschrikking meegemaakt hebben. Anderzijds moet de wereld en de jeugd opnieuw inzicht krijgen in dit drama dat nooit of te nimmer mag vergeten worden. Als ik deelneem aan de zoveelste herdenkingsceremonie en denk aan al die mensen, aan al die familieleden die ik verloren en nooit gekend heb door de waanzin van de Holocaust, dan voel ik diep van binnen écht de blues, de pijn van het zijn.”
We sluiten het interview af met een korte fotosessie. Prompt gaat Boogie Boy, of is het Paul Ambach, achter zijn vleugelpiano zitten. Een authentieke Steinway&sons, waar ooit Ray Charles en andere grootheden op concerteerden. Daarna troont hij ons nog mee naar zijn “Satchmo” Armstrong. Een prachtig beeld dat in de hall staat. Het huis ademt muziek. Van zijn overgrootvader, via de vader kreeg Boogie Boy de muziek mee, die hij doorgaf aan zijn kinderen, die elk op hun beurt de muzikale traditie voortzetten. Muziek is dé rode draad van de Ambachs. Dat is duidelijk.
Paul Ambach: www.boogieboy.be
Natan Ambach: www.n8n.be
Marilyn Ambach: www.benatarmusic.com
Tekst: Rony Boonen,
verschenen in JA van februari 2008