Joodse immigranten in het begin van de 19de eeuw in Mechelen

mechelen3In het nieuwe Joods Actueel magazine van november 2009   verscheen een artikel over de opmerkelijke vondst van de heer François van der Jeught. Hij voerde een uitgebreid onderzoek  naar de aanwezigheid van Joden in de stad Mechelen. Hierna volgt  de integrale tekst van deze auteur over dit onderwerp.  Op de website van de De Ware Vrienden van het Archief , een groep van amateur-genealogen en hobbyist-historici die graag vertoeven in het stadsarchief van Mechelen kan u nog een ander artikel over de Mechelse Joden lezen.
www.dewarevrienden.net

Joodse immigranten in het begin van de 19de eeuw in Mechelen

Vooraf In 2003 verscheen van Cilli Kasper-Holtkotte in een lijvige publicatie een diepgaande studie over Joodse immigranten in België onder de titel Im Westen Neues.1 De studie focuste op de eerste vestiging en de ontwikkeling van Joodse gemeenschappen in de 18de en 19de eeuw, zoals die van de families Oppenheim, Benda, Schuster, Hauman, Morel, Bischofsheim en Deby. Er werd aandacht besteed aan de redenen waarom Duitse Joden migreerden en zich definitief vestigden in onze gewesten. De studie belicht tevens hun engagement in die periode in het economische, politieke en sociale leven.

Tijdens recente opzoekingen in een 22-tal dozen ongeïnventariseerd archief, bewaard op het Mechelse stadsarchief, troffen wij een akte van bekendheid aan uit 1812 van de toenmalige vrederechter van Mechelen.2 Deze akte werd opgesteld op verzoek van Mala Moyse Garda en moest dienen als haar officiële geboortebewijs. Haar naam wordt vermeld in de geciteerde publicatie.

Dit document was de sleutel om verdere opzoekingen te kunnen verrichten naar de Joodse immigranten in Mechelen in het begin van de 19de eeuw, waarover – voor zover kon nagegaan worden – tot nu toe niets werd gepubliceerd. Dankzij dit gerechtelijk geboortebewijs vernemen we welke immigranten in 1812 in Mechelen woonden en was het vrij eenvoudig om hun gezinnen samen te stellen met de databank van de burgerlijke stand van de Ware Vrienden van het Archief.3 Door het gerechtelijk geboortebewijs van Mala Moyse Garda vernemen we ook de reden waarom deze akte werd opgesteld, vandaar ook dat wij achteraan als bijlage de transcriptie ervan toevoegen.

Deze bijdrage wil nieuwe gegevens aan het licht brengen over de aanwezigheid, hoewel zeer gering, van Joodse immigranten in Mechelen in het begin van de 19de eeuw.

De periode van de Franse aanhechting (1794-1814)

Na de slag van Fleurus op 26 juni 1794 hielden de Franse legers de Oostenrijkse Nederlanden bezet. Het jaar nadien, op 1 oktober 1795 volgde de annexatie van de Oostenrijkse Nederlanden, het prinsbisdom Luik, waartoe Mechelen behoorde en het hertogdom Bouillon. De geschiedenis van onze regio’s viel dan ook samen met deze van Frankrijk. Wij werden Franse staatsburgers en kenden dezelfde rechten en plichten. Met de opkomst van het Napoleon-regime (1799-1814) eindigden de drukkende revolutiejaren en ontstond een zekere economische opbloei van onze gewesten. Noodgedwongen duldde een overgrote meerderheid van onze bevolking het Franse bestuur. Een kleine minderheid hing de Franse Revolutie-idealen aan en juichte de annexatie van bij aanvang toe. Geleidelijk vergrootte deze groep door o.a. opkopers van zwart goed en industriëlen van de metaal- en textielindustrie.4

Het beleid van Keizer Napoleon ten aanzien van Joden bestond erin om hen zo grondig mogelijk te laten assimileren. Het aangaan van gemengde huwelijken werd aangeprezen. Een Assemblée des Notables werd samengesteld, waarvoor de departementsprefecten voornamelijk assimilatiegezinde Joden aanduidden. Uiteindelijk werd het Consistorie in het leven geroepen op basis van het decreet van 17 maart 1808. Hierin werd o.a. bepaald dat in een departement met 2.000 Joodse zielen een plaatselijk consistorium kon opgericht worden. In die periode waren er ongeveer 800 Joden in ons gewest, verspreid over Antwerpen, Brussel, Herentals, Luik en Mons. Zij werden toegevoegd aan de consistorie van Krefeld. Volgens een rapport van 23 juni 1810 bevonden zich 49 Joden in het Département des Deux Nèthes, waartoe ook Mechelen behoorde, met Antwerpen als hoofdplaats.5

De gerechtelijke geboorteakte van 1812

Op 18 juli 1812 noteerde griffier J.B. Rijmenans voor de vrederechter Guillaume Jaques Joseph Verlinden de gerechtelijke geboorteakte van Mala Moyse Garda. Zij was de weduwe van Leon Sayer en handelaarster, wonend in Mechelen in de Rue des Vaches of de Koeistraat, nu de Frederik de Merodestraat genaamd.

Zij verklaarde dat zij geboren werd in Fribourg bij Frankfurt am Main op Carnavalsdag 1775 uit het wettig gesloten huwelijk van Moyse Garda en Eve Sohus, israelites.

Mala Moyse Garda verklaarde dat in haar religie de geboorte van meisjes niet werd geregistreerd, wat wel gebeurde voor jongens. Zij wenste te hertrouwen en had hiervoor een geboortebewijs nodig, wat zij dus niet kon voorleggen. Zij beriep zich op de artikelen 70 en 71 van de Code Napoleon, om de vrederechter te verzoeken om deze akte van bekendheid op te stellen die zou gelden als geboortebewijs.

Mala Moyse Garda was vergezeld bij de Vrederechter van zeven getuigen, m.n. Babet Joseph, 57 jaar en haar echtgenoot Philippe Isaac de Haas, 47 jaar, hun zoon Isaac Philippe, 20 jaar, Isaac Leon (hij ondertekende met Lion), 46 jaar, zijn echtgenote Esther Garda, 26 jaar en de zuster van verzoekster en Mayer David Levi, 33 jaar. Zij waren allen israelites, handelaars en woonden in Mechelen. De zevende getuige was Jacob Hayam Crehange, 35 jaar, israelite, die in Sedan (Frankrijk) woonde. Artikel 71 van de Code Napoleon voorzag trouwens dat voor het opmaken van een akte van bekendheid zeven getuigen vereist waren.

De getuigen bevestigden de verklaring van verzoekster en voegden eraan toe dat haar vader, die zij goed hadden gekend, vijf jaar voordien in Fribourg was overleden. Haar moeder overleed meerdere jaren vóór haar echtgenoot. Enkel de zuster en schoonbroer van verzoekster hadden haar gekend.

Mala Moyse Garda, Esther Garda en Babet Joseph verklaarden de akte niet te kunnen ondertekenen. De getuigen ondertekenden, waarbij Jacob Hayam Crehange zijn naam schreef in het Hebreeuws.

Mogelijk ondersteunt de browser de weergave van deze afbeelding niet.

De handtekeningen van de getuigen, de vrederechter en de griffier onder het gerechtelijke geboortebewijs van 18 juli 1812 voor Mala Moyse Garda (foto van de auteur).

In die periode woonden in Mechelen ook een zekere M. Most6 en Joseph Moyse, afkomstig van Mauberg.7 Mogelijk was hij een verwant van Babet Joseph.

Het gezin van Mala Moyse Garda

Als wegwijzer in het gezin van Mala Moyse Garda en van haar zuster Esther is achteraan als bijlage een genealogisch fragment gevoegd van de familie Garda, afkomstig uit Fribourg bij Frankfurt am Main.

Mala Moyse Garda werd geboren in Fribourg bij Frankfurt am Main op Carnavalsdag 1775, d.i. 28 februari. Zij was de dochter van Moyse Garda en Eve Sohus. Zij huwde Isaie Lèon Chairer (ook Leon of Lion, Schijer, Sayer of Seyer), die ca. 1768 geboren werd in Rishoff of Richshauff in het departement van de Neder-Rijn. Zijn ouders waren Leon en Intel.

Tot in 1800 woonde het jonge gezin in Selestadt, (nu Sélestat) in de Elzas. Hun dochter Joanna Seyers werd er immers dat jaar geboren. Mogelijk emigreerden zij aanvankelijk naar Antwerpen, aangezien hier in 1802 hun zoon Leon werd geboren. Nadien verhuisden zij naar Brussel.8

Zeker in 1804 woonde het gezin in Mechelen in Derrière les Halles (Achter de Halle) aangezien hier dat jaar hun dochter Jeanne Rose werd geboren. De naam van Mala Moyse Garda werd in de geboorteakte van het kind geschreven als Melu Cardé (in andere akten van de burgerlijke stand werd haar naam genoteerd als: Mala Cardé, Mela Cardé, Mela Cartha of Mela Carta).

Uit haar eerste huwelijk kreeg Mala Moyse Garda zeven kinderen, vier dochters en drie zonen. Haar vijf jongste kinderen werden in Mechelen geboren. Zij verhuisde met haar gezin in Mechelen van Achter de Halle naar de Befferstraat en tenslotte naar de Botermarkt. Bij de geboorte van haar drie jongste kinderen was haar echtgenoot telkens afwezig wegens zijn handelsactiviteiten.

Op 12 maart 1811 omstreeks 23.15 uur overleed haar echtgenoot Isaie Lèon Chaijrer in de Citadel van Antwerpen. Zijn overlijdensakte werd op 25 april dat jaar overgeschreven in de registers van de Burgerlijke Stand van Mechelen. We kunnen enkel gissen naar zijn doodsoorzaak. Was Isaie Leon Chaijrer een slachtoffer geworden van de wet, die de Franse représantant du peuple près de l’ Armée du Nord Laurent had afgekondigd in 1794, waarbij het de Joden verboden was om het leger te volgen op straffe van onmiddellijke aanhouding en terechtstelling binnen de 24 uur? Dit vermoeden is plausibel omdat de citadel een militair bolwerk was. Na de annexatie van onze gewesten werden de Joden trouwens op dezelfde wijze behandeld als hun Franse geloofsgenoten.9 Mala Moyse Garda werd dus op haar 36 jaar weduwe met vijf zeer jonge kinderen.

Zoals vermeld liet zij op 18 juli 1812 voor de Mechelse vrederechter haar geboortebewijs opstellen. Op 12 augustus 1812 huwde zij voor de ambtenaar van burgerlijke stand van Mechelen met David Meyer Levi.10 Hij was één van haar getuigen voor het verkrijgen van het geboortebewijs waarin hij vermeld werd met de naam Mayer David Levi. David Meyer Levi was een handelaar, dan 33 jaar, geboren in Horn, Grand Duché de Hesses.11 Bij zijn huwelijk woonde hij in Mechelen in de Koeistraat. Zijn ouders waren wijlen David Meijer Levi en Hittzel David, handelaarster, die woonde in Brillon in Westfalen (Duitsland). Voor het opstellen van de huwelijksakte had hij een geboorteakte voorgelegd. Hij woonde al in 1809 in Mechelen aangezien hij dat jaar optrad als getuige bij de aangifte van de geboorte van Anne Marie Seijers, de dochter van Isaie Leon Chairer en Mala Moyse Garda. De geboorteakte vermeldde dat hij hier verbleef.

De getuigen bij het tweede huwelijk van Mala Moyse Garda waren Jean Tourné, griffier van de Rechtbank van Eerste Aanleg in Mechelen, Pierre François Vermeulen, tanneur (leerlooier), Adrien Verreth en Charles Rijckaert, beiden bedienden van de dienst burgerlijke stand.

Op 1 oktober 1813 werd hun dochter Henriette Levi thuis geboren om 03.00 uur ’s morgens in de Koeistraat.12 De aangifte gebeurde de volgende dag door de vader met opnieuw als getuigen Adrien Verreth en Charles Rijckaert, de bedienden van de dienst burgerlijke stand van Mechelen.

In 1814 woonde Mala Moyse Garda met haar gezin in Brussel.13

Het gezin van Esther Garda

Esther Garda (ook Esther Carta) was de zuster van Mala Moyse Garda. Zij werd geboren in Friedberg circa 1782. Zij huwde Isaac Leon (ook Isaïe Lion), een handelaar geboren in Haenheim ca. 1769. In 1806 woonden zij in Mechelen in de Befferstraat aangezien dat jaar er hun dochter Josephine Lion werd geboren. Nadien woonden zij op de Grote Markt. In 1815 woonden zij in de Koeistraat. Dat jaar werd hier hun dochter Catherine Rose Lion geboren. Wat later met dit gezin gebeurde, blijft voorlopig onbekend.

Het gezin van Babet Joseph

Babet (Elisabeth) Joseph werd geboren in 1754 in Fürth. Zij huwde Philippe Isaac De Haas, die werd geboren in 1764 in Dietz-Nassau. Hun zoon Isaac De Haas werd geboren in Amsterdam in 1792. Zeker tot in 1808 hadden zij in Brussel gewoond, waar Philippe Isaac De Haas onder de naam Philip Isaac wordt vermeld, marchand de drogues et de simples médicaments. In 1811 woonden zij in Mechelen, aangezien Philippe Isaac De Haas getuige was bij de aangifte van de geboorte van Philippe Lion, de zoon van Isaac Lion en Esther Garda en de akte vermeldt dat hij in Mechelen verbleef. In 1814 woonden zij opnieuw in Brussel.14

Nawoord

In deze bijdrage konden wij dankzij de gerechtelijke geboorteakte uit 1812, de aanwezigheid aantonen, – hoewel die gering was -, van een aantal Joodse immigranten in Mechelen in het begin van de 19de eeuw. Met behulp van de databank van de Ware Vrienden van het Archief konden wij vrij eenvoudig hun gezinnen tekenen. Ze vestigden zich in de binnenstad, ontplooiden hun handelszaken en breidden hun familie uit. In totaal identificeerden we in de periode 1804 – 1815 12 volwassenen en 12 kinderen, inwoners van Mechelen, die tot deze immigrantenfamilies behoorden.

Gaf het rapport van 23 juni 1810 de juiste informatie dat er 49 Joden in het Département des Deux Nèthes woonden, dan betekent dit dat in Mechelen in die periode verhoudingsgewijze (49 %) een grote kern van Joodse immigranten aanwezig was.

Deze gegevens waren voordien onbekend in de literatuur. Ze voegen niet alleen een puzzelstukje toe aan de geschiedenis van de Joodse immigranten in onze gewesten, maar ook aan de geschiedenis van de stad Mechelen, die in het begin van de 19de eeuw voor enkele gezinnen onder hen, een interessante en veilige woonplaats moet geweest zijn

Mechelen, 22 augustus 2009

François van der Jeught

Bijlage 1: Transcriptie van de gerechtelijke geboorteakte voor Mala Moyse Garda.

Attestatie op 18 juli 1812 voor de Mechelse vrederechter Guillame Jaques Joseph Verlinden.

18 Juillet 1812

(in de rand : Garda veuve Sayer)

L’ An mil huit cent douze le dix huit

Juillet, devant nous Guillaume Jaques Joseph

Verlinden, juge de paix de l’ Arrondissement du

Nord de la commune de Malines, Département

des Deux Nethes, est comparu la dame Mala

Moyse Garda veuve de Leon Sayer, marchande

de profession, domicilié en cette ville de Malines

Rue des Vaches, laquelle a dit qu’ elle est

née a Fribourg près de Francfort am Mayn,

le jour du Carnaval de l’an mil sept cent

soixante quinze, de legitime mariage de feu

Moyse Garda et d’ Eve Sohus, israelites, que

comme dans leur réligion les enfans du sexe

feminin ne sont pas enregistrés au Tableau qu’ on

tient pour les enfans mâles, et qu’ ainsi, elle

est dans l’ impossibilité de se procurer pour

les secondes noces qu’ elle est intentionnée de

contracter, elle nous requiest qu’ il y soit

supplée par un Acte de notoreté conformi-

mement au prescrit des articles 70 et 71 du

Code Napoleon, interpellée a signer, a

declaré  ne le savoir.

En suite de la requisition ci-dessus, elle

nous a produit pour temoins de son allegué,

Babet Joseph, Epouse de Philippe Isaac de

Haas, agée de 57 ans, le susdit sieur Phi-

lippe Isaac de Haas agé de 47 ans, Isaac Leon

agé  de 46 ans, beaufrere de la requerante,

la Dame Esther Garda agée 26 ans soeur

d’ icelle, Mayer David Levi agé 33 ans,

Isaac Philippe De Haes agé 20 ans, tous Mar-

chands en cette ville et israelites et Jacob

Hayam Crehange agé de 35 ans aussi

Israelite, domicilié a Sedan. Tous lesquels

Comparans, a la requisition susdite, ont

declaré  et attesté qu’ il est de verité, que

dans le temps, en époque de la naissance de

la Requerante, jamais, dans leur Religion, les

enfans femelles furent enregistrés au tableau

des naissances, qu’ il est de leur pleine con-

naissance, que la dite Requerante est née audit

Fribourg a l’ époque susdite, du legitime ma-

riage de ses Parens susnommés, des quels

le Pere est mort en cette ville il y a cinq ans

qu’ils ont tous tres bien connu, la Mere étant

morte plusieurs années auparavant, et qui n’ a

été connue que par la soeur et le Beau-frere

de la Requerante. En fin de quoi, ils ont signé

cet Acte avec Nous, a l’ exception des trois

femmes qui ont declaré ne le savoir. Fait

à Malines au Bureau de Paix susdicte, les jour, mois

en an que dessus.

Handtekeningen van

Mayer David Levi   Philippe Isaac De Haas   Isaac Leon

Jacob Hayam Crehange (in Hebreeuws)  Isaac Philippe De Haas

G.J.J. Verlinden, vrederechter

J.B. Rijmenans, griffier.

Bijlage 2 : Genealogisch fragment van de familie Garda

Eve Sohus (†Fribourg bij Frankfurt am Main) x Moyse Garda (†Fribourg bij Frankfurt am Main, ca. 1807).

Van wie:

  1. Mala Moyse GardaFribourg bij Frankfurt am Main, Carnavalsdag 1775, i.e. 28 febuari 1775) x Isaie Lèon Chairer (ook: Leon of Lion, Scheijer, Sayer of Seijers), (°Rishoff of Richshauff, Neder-Rijn, ca. 1768), zoon van Leon en Intel, handelaar, † in de Citadel van Antwerpen, 13 maart 1811, van wie:
      1. Joanna Seijers, °Selestadt (Elzas), 1800. Zij huwde in 1827 in Brussel met Bernard Ephraim Glaser, °Nijmegen, 1802. Georg Boskowitz, °1785, koopman in Brussel, was getuige bij hun huwelijk.15
      1. Leon Schijer, °Antwerpen, 6 september 1802, †Mechelen, 24 Fructidor XII (i.e. zaterdag 8 september 1804 om 05.00 uur, Rue des Secours, d.i. Achter de Halle). De vader van het kind deed de aangifte op de burgerlijke stand van Mechelen. Hij verklaarde niet te kunnen schrijven. Zijn buurman, de Mechelse politiecommissaris Martin Joseph van Diepenbeeck, 62 jaar oud, deed mee de aangifte van het overlijden.16
      1. Jeanne Rose Schijer, °Mechelen, 11 juni 1804, (om middernacht van 11 op 12 juni, Achter de Halle). De vader deed de aangifte, met als getuigen George Meijer, garde d’artillerie, 36 jaar en Jean Baptist Martin, receveur de l’octroy municipal.17
      1. Antoinette Marie Françoise Seijers, °Mechelen, 12 augustus 1806, (om 7 uur, Befferstraat). De vader deed de aangifte, met als getuigen Jean François Colibrant, notaire imperial, 38 jaar wonend aan het Sint-Romboutskerkhof en Michel Meij – hij ondertekende met Michel Mai en was zeer waarschijnlijk ook een Joodse immigrant – négociant, 49 jaar, wonend Achter de Halle.18 †Mechelen, 30 december 1807, omstreeks 20.30 uur in de Befferstraat. De vader deed de aangifte van het overlijden samen met de Mechelse politiecommissaris Martin Joseph van Diepenbeeck, zijn  buurman.19
      1. Moise Lion Seijers, °Mechelen, 26 oktober 1808 (om 03.30 uur, Befferstraat). De vader was afwezig voor zijn zaken; de aangifte gebeurde door sieur Van den Nieuwenhuijsen, accoucheur (vroedmeester). De getuigen bij de aangifte waren Isaïe Lion, de schoonbroer van Mala Moyse Garda, die ook in de Befferstraat woonde en Meijer David Levij, handelaar, 29 jaar, eveneens wonend in de Befferstraat en de latere tweede echtgenoot van Mala Moyse Garda.20
      1. Anne Marie Seijers, °Mechelen, 27 december 1809 (om 07.30 uur, Botermarkt). De vader was afwezig voor zijn zaken; de aangifte gebeurde door Monsieur Van den Nieuwenhuijsen, accoucheur. De getuigen bij de aangifte waren Jean Baptiste Poret, armurier près le quatrième régiment des hussards (wapenmaker bij het 4de Regiment Huzaren), 34 jaar en Meijer David Levi, handelaar, 32 jaar, beiden logés en cette ville.21
      1. Jean Charles Seijers, °Mechelen, 9 februari 1811 (om 05.00 uur, Botermarkt). De vader was afwezig voor zijn zaken; de aangifte gebeurde door sieur Van den Nieuwenhuijsen, accoucheur. De getuigen bij de aangifte waren Jean Tourné, griffier bij de Rechtbank van Eerste Aanleg in Mechelen, 54 jaar en Ilion Lion, handelaar, 39 jaar (°ca. 1772), verblijvend in Mechelen.22

    Mala Moyse Garda xx Mechelen, 12 augustus 1812 met David Meyer Levi (°Horn, ca. 1779), handelaar, zoon van David Meijer Levi en Hittzel David.

    Van wie:

      1. Henriette Levi, °Mechelen, 1 oktober 1813, (om 03.00 uur, Koeistraat). De vader deed de aangifte samen met twee getuigen: Adrien Verreth en Charles Rijckaert, bedienden van de dienst burgerlijkse stand.23
  1. Esther Garda (ook: Esther Carta), (°Friedberg, ca.1782) x Isaac Leon (ook: Isaïe Lion), handelaar, °Haenheim, ca. 1769.

    Van wie:

      1. Josephine Lion, °Mechelen, 3 oktober 1806 (om 20.00 uur, Befferstraat). De vader deed de aangifte samen met Leon Scheijer, zijn schoonbroer en Jean François Lenaerts, bakker, 57 jaar.24 †Mechelen, 16 juli 1807 om 10.00 uur, Place d’ Armes, d.i. de Grote Markt. De vader deed de aangifte van het overlijden, samen met zijn schoonbroer Isaie Lèon Chairer.
      1. Eve Lion, °Mechelen, 18 april 1808 (om 08.00 uur, Befferstraat). De vader deed de aangifte samen met Leon Seijers, zijn schoonbroer en Michel Meij (hij ondertekende met Michel Mai), ook handelaar en wonend in Mechelen.25
      1. Philippe Lion, °Mechelen, 14 juni 1811 (om 11.30 uur, Befferstraat). De vader deed de aangifte met als getuigen Meijer David Levi, zijn latere schoonbroer en Philippe Isaac De Haas, handelaar, 45 jaar, beiden verblijvend in Mechelen.26
      1. Catherine Rose Lion, °Mechelen, 6 april 1815 (om 07.00 uur, Koeistraat). De vader deed de aangifte van de geboorte samen met de getuigen Adriaen Verreth en Charles Rijckaert, de bedienden van de burgerlijke stand van Mechelen.27