Indrukwekkende herdenkingsdienst, uitvaart en begrafenis opperrabbijn Just

Oppperrabbijn Just

De Nederlandse opperrabijn Meir Just is vrijdag in zijn woonplaats Amsterdam overleden. Dat heeft het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap bekendgemaakt.

Onder het voortdurende geluid van de sjofar (ramshoorn) verliet opperrabbijn Mayer (Meir ben Nisan) Just zts”l zaterdagavond voor het laatst de synagoge aan het Jacob Obrechtplein die 47 jaar eerder voor het eerst zijn standplaats was geworden. Zijn kist werd gedragen en begeleid door leden van de Chewra Kadiesja (Doodgraverscollege) gevolgd door alle rabbijnen, en de voorzitter van het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap. De herdenking werd bijgewoond door wnd. burgemeester Lodewijk Asscher. Rav Just wordt zondag om 18.30 uur begraven op de Olijfberg te Jeruzalem. Het NIK is in Jeruzalem vertegenwoodigd door vice-voorzitter Joseph Elburg.

De sjoel aan het Jacob Obrechtplein was vol toen de Aron (kist) op de schouders van leden van de Chewra Kadiesja binnen werd gedragen. De rouwende familie werd gevolgd door de overige Chewra-leden, rabbijnen en NIK-voorzitter Robert Heijmans, onder het voordragen van een speciaal treurgebed door E.D.E. Bialoglowski, voorzitter van de Chewra Kadiesja.

De gebeden tijdens de dienst waren dezelfde als volgens de Orde van Dienst bij de herdenking van de Amsterdamse opperrabbijn Justus Tal voor diens begrafenis in 1954 en opperrabbijn Elieser Berlinger in 1985. Alleen het Tsidoek Hadien-gebed werd vanwege de feestelijke Niesan-maand dit keer achterwege gelaten.

Israel
“Waarom heb ik zo lang geleefd?” Deze vraag die rav Just hem drie maanden geleden had gesteld, herhaalde diens schoonzoon R. Loonstein in zijn Hespeed (treurrede). De laatste meende het antwoord te hebben gevonden bij de Chatam Sofer uit Pressburg: om veel te kunnen betekenen voor zijn kinderen, diens leerlingen en de gemeenschap van rav Just.
De heer Loonstein memoreerde hoe zijn schoonvader intens verdriet kon hebben over verschrikkelijke gebeurtenissen in en omtrent Israel. Ook schetste hij aan de hand van de karakterisering van haar grootvader door zijn dochter Dewora ‘hij dacht aan iedereen’ de grote interesse van rav Just in het wel en wee van zijn medemens. Om in lijn met de woorden van rabbijn Maarsen te concluderen: een rav zoals rav Just bestond niet en bestaat niet. “Laten wij voortgaan op de wegen die hij zo lang heeft bewandeld.”

Advertentie

Jeruzalem
Bij de samenkomst voor hespediem in Jeruzalem waren zondagavond zo’n tweehonderd mensen aanwezig, ondanks dat het tijdstip van de begrafenis samenviel met de herdenking van Jom Hashoa. Diverse oud-Nederlandse rabbijnen, bestuurders en voormalige leden van de Joodse Gemeente in Nederland van jong tot oud waren naar het Beth Hespedim gekomen.
Daar zijn vier hespediem (treurredes) gehouden. De eerste werd uitgesproken door de rosj jesjiewa van Kamenitz, die nog met rav Just leraar was geweest in de jesjiewa in Montreux. Daarop volgden rav Pinchas Padwa uit Amsterdam en opperrabbijn Tuvia Weiss van de Eda Hachareidit in Jeruzalem.
Een kleinzoon die in Israel woont, sloot de rij van sprekers. Hij wees er op dat zijn grootvader steeds wanneer dit aan de orde was, benadrukte wanneer de beschrijving van een bepaald voorschrift in het voorkomende geval een choemra (extra’s, verzwaring van een voorschrift) betrof. Ook dat hij er bij hem op aandrong steeds eerst de Psjat te leren en daarna pas de diepere betekenis.
Bij het uitdragen werden door Barend Elburg tien tonen op de sjofar geblazen. Daarna vertrok de rouwauto, gevolgd door de rouwstoet in bussen, naar Har Hazetiem (de Olijfberg). Daar is rav Just in zijn eigen talliet begraven.