Paus wijdt buste Pius XII
Dankbaar (gebruikmakende van alle aandacht voor de hetze over het flotillaconflict ?) wijdde paus Benedictus XVI woensdag een buste van zijn omstreden voorganger Pius XII. Dit meldt het Italiaanse persagentschap Ansa. Paus Benedictus XVI ondertekende op 19 december 2009 een decreet dat de heroïsche deugden van Pius XII erkent. Dit is de laatste stap voor de zaligverklaring. De buste krijgt een plaats in de tuin van een heiligdom ten noorden van Rome.
Hieronder enkele artikels zoals verschenen in Joods Actueel enkele maanden geleden. Verschillende standpunten, zowel pro als contra komen aan bod.
“Pius XII is geen heilige”
Dirk Verhofstadt
De huidige paus Benedictus XVI heeft twee van zijn voorgangers, Pius XII en Johannes Paulus II, tot ‘Eerbiedwaardige Dienaar Gods’ verheven. Dat heeft de Congregatie voor de Heiligverklaringen van het Vaticaan vorige zaterdag plechtig verkondigd. Een dergelijke verheffing tot ‘eerbiedwaardige’ is de laatste stap naar de zalig- en heiligverklaring. Op het eerste zicht lijkt dit niet zo belangrijk, alvast niet voor diegenen die niet gelovig zijn of voor die katholieken die wel nog geloven in God, maar niet langer kritiekloos alles aanvaarden wat de ‘plaatsvervanger van God op aarde’ vertelt. Dat de Kerk iemand heilig wil verklaren, ongeacht of hij of zij daarvoor in aanmerking komt, is dus een zaak van de Kerk zelf, net zoals een vereniging kan beslissen om één van haar leden te onderscheiden. Maar in het licht van de grootste misdaad in de wereldgeschiedenis, namelijk de Holocaust, heeft een dergelijke heiligverklaring natuurlijk een veel grotere betekenis. Het zou de erkenning zijn dat Pius XII gehandeld heeft overeenkomstig Gods wil. Dat zou een zoveelste kaakslag betekenen voor de zes miljoen Joden die werden afgeslacht omdat ze door hun christelijke beulen beschouwd werden als ‘Untermenschen’ en als moordenaars van God. Het zou het hoogstaande christelijke principe van de naastenliefde verpulveren tot een waardeloos begrip.
In mijn boek Pius XII en de vernietiging van de Joden heb ik gedetailleerd aangetoond dat Pius XII heel goed op de hoogte was van de uitroeiing van de Joden maar dat hij het antisemitisme en de gruweldaden van Hitler en de nazi’s op geen enkel ogenblik duidelijk aan de kaak heeft gesteld. Er blijven talloze vragen open. Waarom protesteerden de Kerk, Pacelli en later Pius XII niet tegen de boycot van de Joodse winkeliers op 1 april 1933, tegen de rassenwetten van Neurenberg in 1935, tegen de mishandeling van de Joden bij de Anschluss in 1938, tegen de gruweldaden tegen de Joden na de Kristalnacht in 1938. Waarom liet de katholieke Kerk toe dat haar priesters aan de nazi’s inzage gaven van hun geboorte- en huwelijksregisters zodat de nazi’s konden nagaan wie een Jood was en wie niet? Waarom protesteerde ze niet tegen de deportaties van de Joden? Waarom verhief de paus zijn stem niet toen op 23 oktober 1943 meer dan duizend Joden uit Rome werden opgepakt en afgevoerd? Waarom kwam Pius XII niet openlijk tussenbeide toen priesterpresident Tiso van Slowakije de nazi’s zelfs betaalde om ‘zijn’ Joden te deporteren? Waarom ontving hij in privé-audiëntie Anté Pavelic, de leider van de Ustasa van Kroatië, die talloze Joden en orthodoxe Serviërs liet vermoorden? Waarom heeft hij nooit één hooggeplaatste nazi geëxcommuniceerd? Waarom liet hij Mein Kampf niet op de index van de verboden boeken plaatsen, ook niet in 1948, toen de Kerk nog de Méditations van Descartes, de Lettres Persanes van Montesquieu en Le Rouge et le Noir van Stendhal op haar zwarte lijst zette?
Advertentie
Voorstanders van Pius XII verwijzen naar de kersttoespraak van de paus in 1942 maar zowat alle historici zijn het erover eens dat dit een bijzonder zwak protest was. Ze verwijzen naar het telegram van Pius XII van 25 juni 1944 gericht aan de Hongaarse leider Horthy om de deportaties van de Hongaarse Joden stop te zetten. Dat klopt. De vraag is evenwel waarom hij daarmee zo lang gewacht had? Vanaf 15 mei tot 19 juni 1944 werden met 92 treinen 437.402 Joden naar Auschwitz gedeporteerd, waar de overgrote meerderheid werd vergast. Uit documenten van het Vaticaan zelf, de beruchte Actes et Documents du Saint Siège Relatifs à la Seconde Guerre Mondiale, blijkt dat Pius XII al op 30 maart, 16 mei, 23 mei, 25 mei, 9 juni, 10 juni en 19 juni 1944 op de hoogte werd gebracht en hem gesmeekt werd om zo snel mogelijk protest aan te tekenen bij de katholieke leider Horthy. Volgens voorstanders van Pius XII kon dit niet omdat het gevaar bestond dat men de paus zou ontvoeren of het Vaticaan bombarderen. Maar ook dat klopt niet. Op 4 juni werden Rome en het Vaticaan immers bevrijd door het Amerikaanse leger. De paus heeft dus nog 21 cruciale dagen verloren laten gaan alvorens zijn telegram te sturen.
De ondubbelzinnige keuze van het Vaticaan voor het fascisme en het nazisme (waarmee het concordaten sloot), en tegen het communisme, het socialisme en het liberalisme in de eerste helft van de twintigste eeuw, is dé reden waarom de pausen, en in het bijzonder Pius XII, zo merkwaardig stil bleven toen de Joden werden gediscrimineerd, vervolgd, gedeporteerd en tenslotte vernietigd. De belangen van de katholieke Kerk waren blijkbaar belangrijker dan het leven van miljoenen Joden in Europa. Hun uitroeiing was de prijs die de katholieke Kerk bereid was te betalen om haar positie te beschermen en te versterken. Natuurlijk waren het uiteindelijk de nazi’s die de daad bij het woord voerden en hun antisemitisme tot hun uiterst gruwelijke logica doortrokken door de systematische moord op zes miljoen Joden. Maar dat was enkel mogelijk dankzij de medewerking van grote lagen van de katholieke en protestantse bevolking, zowel in Duitsland als in de andere bezette gebieden. En de medewerking van die bevolking was op zijn beurt alleen maar mogelijk omdat de paus en de meeste kerkelijke autoriteiten besloten om te zwijgen over de grootste ramp in de Europese geschiedenis, en zich nooit publiek tegen Hitler en zijn nazi-regime keerden.
Ik sta met de stelling dat Pius XII beter niet heilig wordt verklaard, niet alleen. “Het heilig verklaren van Pius XII zou, net zoals dat van Pius IX – de vijand van joden, protestanten, mensenrechten, godsdienstvrijheid, democratie en moderne cultuur – een Vaticaanse farce en een loochening van de meest recente pauselijke schuldbekentenissen zijn”, aldus de beroemde theoloog Hans Küng die het stilzwijgen van Pius XII niet alleen een ‘politiek falen’, maar ook een ‘moreel falen’ noemt. Als de Kerk mensen heilig wil verklaren voor hun moed, liefde voor de medemens en onbaatzuchtige morele kracht voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog, dan kiest ze niet voor Pius XII, maar voor de duizenden ‘Rechtvaardigen onder de Volkeren’. Deze eretitel wordt verleend door Yad Vashem aan diegenen die op gevaar voor eigen leven Joden hebben gered. Doorgaans gewone mensen, boeren, arbeiders, huisvrouwen, ook priesters en nonnen die geen bijbel of pauselijke raad nodig hadden om te beseffen dat ze een medemens in nood moesten helpen. Zij waren (en zijn) de ware ‘heiligen’.
—————–
PIUS XII GEEN SCHIETSCHIJF VOOR ALLE JODEN
Stilzwijgen van paus tijdens Shoah uitgebalanceerd door zijn discrete daden?
Dr. Henri JAKUBOWICZ
Advertentie
Joodse verantwoordelijken in Israël, in Europa en in de VS, tonen zich misnoegd over de nieuwe stap gezet door het Vaticaan richting heiligverklaring van Pius XII. Met een wisselende virulentie hekelen zij de passiviteit van deze paus, die zich in een misplaatst stilzwijgen zou gehuld hebben tijdens de Jodenvervolging in WO II. Hem derwijze honoreren doet de geschiedenis en de slachtoffers geen recht, menen zij in koor. Zij ijveren al langer voor de vrijgave van de Vaticaanse archieven over deze periode. Tot dan moet de heiligverklaring van Pius XII opgeschort worden, is hun stelling.
Een opmerkelijke dissonante stem in deze Joodse consensus is die van de historicus Serge Klarsfeld, stichter van de vereniging ‘De zoons en dochters van de Joodse gedeporteerden uit Frankrijk’. Wat hem betreft, mag de procedure van sanctificatie gewoon verder haar gang gaan: “De thans genomen tussenstap van de beatificatie is helemaal niet choquerend”, verklaart hij in een interview aan het Franse weekblad ‘Le Point’. “Dat is een interne aangelegenheid van de Kerk. Ik zou bijna zeggen dat deze beslissing mij vrij onverschillig laat. Er is geen enkele reden om Pius XII geen heilige te laten worden”.
Klarsfeld neemt meer aanstoot aan de recente publicatie, in de prestigieuze collectie ‘La Pléiade’ nog wel, van de antisemitische brieven geschreven door de Franse auteur Louis-Ferdinand Céline (bekend van zijn alom geprezen boek ‘Voyage au bout de la nuit’). Na voorts aangegeven te hebben dat ook De Gaulle – als een heilige beschouwd in Frankrijk – zijn stem niet verhief toen Joden door Fransen opgepakt werden, vervolgt hij: “Het is allemaal heel moeilijk in te schatten. Laten wij niet verdoezelen dat Pius XII discrete en effectieve stappen gezet heeft om de Joden te helpen. Neem bijvoorbeeld wat in Rome gebeurde. Een duizendtal Joden werd bij verrassing opgepakt. Pius XII protesteerde niet met luide stem, maar hij vroeg religieuze instellingen om hun deuren te openen. Resultaat: duizenden Joden konden gered worden. Indien Pius XII zijn stem verheven had, welke waren de gevolgen geweest? Zou dat de zaken veranderd hebben voor de Joden? Waarschijnlijk niet. Zijn verklaringen om de katholieken te verdedigen werden al niet aanhoord, vermits in Polen twee miljoen katholieken gedood werden. Niettemin zou een publieke woordvoering de faam van Pius XII vandaag zeker hebben opgekrikt”.
Aangaande de beroering, de verontwaardiging in Joodse middens, verwijt hij sommigen de historische realiteit en de context van het tijdperk niet in acht te nemen, geen oog te hebben voor de duizenden katholieke doden, maar vooral gefocust te zijn op, naar zijn zeggen, “de rabbijnen en de Joden uitgeroeid tijdens de Shoah. De prioriteit voor Pius XII lag in de bescherming van de katholieken tegen de nazistische en communistische regimes”.
Als het ware om de versie van Klarsfeld over de discrete daden van de paus te illustreren, brengt de journaliste Zahava Schachnaï volgende getuigenis in de Israëlische krant Haaretz:
“Twee Jodinnen, Nada Wahlheim en haar moeder, overleefden dankzij de rechtstreekse hulp van paus Pius XII tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ik interviewde Nada Wahlheim in 1987 in Jeruzalem, in het kader van een journalistiek artikel over de Joden van Italiaanse afkomst die hun leven danken aan Italianen.
Wahlheim vertelde mij dat, in 1943, toen de Duitsers Italië binnenvielen, de Joden uit Noord-Italië begonnen te vluchten, richting Zwitserse grens. De fysieke toestand van de moeder liet haar het bergbeklimmen niet toe, en zo zwierven ze, willens nillens, richting Rome.
Het geld raakte op, een woonplaats hadden zij niet en, in het nauw gedreven, wendde het meisje zich tot het Vaticaan. Ik wil met de paus spreken, zei ze tegen de poortwachter. Toen deze haar probeerde weg te jagen, dook iemand op die het gebeuren had gevolgd, en verzocht de man haar met rust te laten. Het was de paus zelf, iets wat zij op dat ogenblik niet wist. Hij vroeg wat ze wilde, en nadat zij geantwoord had stuurde hij iemand om ze binnen te loodsen.
Na een lange wachttijd beval de secretaresse haar om één van de kamers te betreden, en daar stond ze tegenover dezelfde man die ze in het hof was tegengekomen. “Kom, mijn kind, weet je dat je met de paus spreekt? Vertel eens”, zei hij tegen haar. De paus stond op, zo vertelde Wahlheim, keerde zich richting Jeruzalem en verzocht van God alleen maar goede dingen voor haar. Vervolgens stapte hij naar een hoek, begon te bidden, en tot slot zei hij tegen haar “Jij zult blijven leven”.
De secretaris van de paus verwees haar naar Monseigneur Moskalti, en hij gaf haar wat geld mee en een woonadres. Toen de economische toestand verslechtte, en ook het geld niet volstond om eetwaren te kopen, gaf Moskalti een kaart aan Nada, die haar en haar moeder toeliet eten te krijgen in de burelen van het Internationale Rode Kruis”.
Aldus de journaliste Zahava Schachnaï die nog toevoegde: “Vanzelfsprekend kan dit geïsoleerde verhaal niet dienen om de heiligverklaring van Pius XII te rechtvaardigen”.
Of nu de reddingsoperatie van de paus beperkt bleef tot dergelijke geïsoleerde gevallen, dan wel op veel grotere schaal plaatsvond, kan voor de vorsers niet uitgemaakt worden zolang de archieven van het Vaticaan ontoegankelijk blijven, benadrukken waarnemers, onder wie Klarsfeld zelf. Deze mening deelt ook professor Dan Michman, de leidende historicus van Yad Vashem. Het nieuwe museum daar herbergt een afbeelding met als onderschrift ‘de reactie van Pius XII op de uitmoording van de Joden tijdens de Shoah is controversieel’. Deze tekst is een doorn in het oog van het Vaticaan, weet ook Michman, maar hij wil hem niet herschrijven: “ Indien zij (= de Katholieke Kerk) wensen dat Joodse historici of Yad Vashem het imago van Pius XII oppoetsen, dat zij dan beginnen met het openbaar stellen van alle archieven, ter inzage voor professionelen en voor vrij onderzoek”.
In dezelfde zin, doch meer diplomatisch uitgedrukt, spreekt Yigal Palmor, woordvoerder van het Israëlische Ministerie van Buitenlandse Zaken: “Dit zaligverklaringproces gaat ons niets aan, dat is een zaak van de Katholieke Kerk. Over de rol van paus Pius XII moeten de historici oordelen. Daarom vragen wij om opening van de Vaticaanse archieven uit de wereldoorlog”. Dat is ook gepland, maar pas binnen enkele jaren, de tijd nodig om de miljoenen papieren te catalogiseren…
Mordechai Levy, de Israëlische ambassadeur in het Vaticaan, heeft zo zijn twijfels over pasklare documenten die een geheim zouden prijsgeven: “Ik ben niet zeker dat antwoorden zullen opduiken uit de opening van de archieven. Wat er ook van zij, ik ben van mening dat wij de zaken niet op de spits moeten drijven. Niet met de huidige paus, niet met het Vaticaan, en zeker niet met de christelijke wereld”.