Tamar Fogel (12) spreekt na verschrikkelijke gebeurtenissen in Itamar

De Israëlische televisie bracht een interview met het twaalfjarig meisje Tamar Fogel, wiens ouders en broers vorige week op beestachtige wijze werden afgeslacht in Itamar, een dorp op de Westbank.

Hier volgt de Nederlandse vertaling (met dank aan K.G.). Voor de video, scroll tot onderaan deze pagina.

Tamar Fogel, het jonge meisje uit Itama dat op een avond beide ouders verloor, alsook drie van haar gezinsleden, heeft gevraagd om in het openbaar te spreken. Ze spreekt over haar afgeslachte familie, en over haar gevoelens. Ook heeft ze een boodschap die ze wil verspreiden.

Sivan Rahav Meir, journaliste voor Channel 2, spreekt met het 12-jarig meisje dat letterlijk op slag volwassen moest worden.

Wat voor mensen waren je ouders?
Tamar: Het belangrijkste voor hen was de eenheid van de Joodse natie: dat we met mekaar in harmonie moeten leven. Ze geloofden erin dat we moeten verenigd leven en dat er geen ruzie of onenigheid tussen ons mag zijn.

Advertentie

Soms is het moeilijk om te geloven dat ze maar 12 is. Tamar Fogel: het meisje dat naar haar huis in Itamar terugkeerde om te moeten vaststellen dat het door terroristen was overvallen en dat momenteel ‘shiv’a zit’ (zeven dagen rouwt) voor beide ouders en drie van haar gezinsleden. Vanavond vroeg ze om erover te kunnen spreken.

Hoe lang woonde je al in Itamar?
Tamar: We zijn anderhalf jaar geleden naar hier verhuisd.

Is Itamar een gevaarlijke plek om te wonen?
Tamar: Nee. Dat was het ooit, maar nu is het al sedert zes jaar rustig; er zijn in al die tijd geen problemen geweest. Het voelt niet aan dat je onder een soort dreiging leeft. Nee, helemaal niet. Dit incident en alles dat met de Joodse natie gebeurt, zal ons niet kunnen breken.

Tamar spreekt niet over de gebeurtenissen van vrijdagavond toen ze naar huis terugkwam en moest vaststellen dat haar huis door terroristen was aangevallen. Ze spreekt niet over haar zichzelf. Zelfs de teddybeer die naast haar bed zit, heeft een ideologische boodschap: hij werd haar geschonken door Esther Pollard. (vrouw van Jonathan Pollard die in een Amerikaanse gevangenis zit voor spionage voor Israël, nvdr.)

Tamar: Jonathan Pollards vrouw was hier gisteren en zei dat Jonathan haar gezegd had om ons elk een teddybeer te schenken die ons een dikke knuffel zou geven. Ze zei ons: “Dit is een vrouwtje, zo die is voor jou. Deze blinkende beer is er een voor Yisha en die is voor Ro’ee, aangezien hij een beetje mannelijker lijkt. Je kunt het zien aan de lintjes.”

Heeft die zaak van Pollard jou in al die jaren beroerd?
A: Ja, omdat er niets voor hem werd gedaan. Hij zit daar al 28 jaar en er is niemand voor hem. Israël is hem vergeten na alles wat hij gedaan heeft. Hij is een ‘tzaddik’ (heilige) voor de staat Israël.

De begrafenis van het gezin Fogel in Jeruzalem deze week.

Advertentie

Tienduizenden mensen kwamen naar de begrafenis van het gezin Fogel deze week en duizenden hebben hun deelneming betuigd in Neve Tzuf en aan dit huis in Jeruzalem waar Ruti Fogels ouders woonden. Vrienden van het leger, van school, van hun gemeente en ook van hun Gush Katif gemeenschap van waar de Fogels waren geëvacueerd vijf jaar geleden toen Tamar zeven jaar oud was.

Tamar: Bij de verbanning uit Gush Kaitf hebben wij ons niet verzet. Mijn ouders zeiden: ‘We gaan weg. We zullen niet tegen onze broeders vechten tijdens de terugtrekking.’
Voor de verbanning wilde ma een groot bord maken met “Gooi het stof af. Sta op. Trek je beste kleren aan; mijn natie.” Alsof ze wou zeggen aan de Joodse natie: Dit gaat ons niet breken. We zullen verder gaan. We gaan opstaan, bloeien en we gaan verder groeien. We gaan ons land verder uitbouwen en uitbreiden.

De begrafenis van het Fogel gezin in Jeruzalem deze week.
“Gooi het stof af. Sta op. Trek je beste kleren aan, mijn natie.”

Bij de grafrede van Yochai, Ruti’s broer, weergalmde deze zin van Netzarim tot Itamar, de hele weg tot aan de Har Menuchot begraafplaats in Jeruzalem.

”Schudt het stof nu af. Sta op. Trek je beste kleren aan. Vragen we daarmee teveel? Dat David Ben Yishai (de Messias) moge komen. Is dat dan niet duidelijk? Dat is toch niet zo ingewikkeld!”

Tijdens de begrafenis zat Tamar in dit voertuig, vlakbij maar kwam er niet uit. Onmiddellijk na de begrafenis kwam de Eerste Minister zijn deelneming betuigen aan de rouwende familie. Hij had ook iets persoonlijks te zeggen.

Bij het gezin Fogel:

Premier: We weten met wie hier te doen hebben.
Tamar: En wat zal er gebeuren als je hier op ingaat? Zal Amerika iets ondernemen?
Premier: Zij doden. Wij bouwen. We zullen bouwen. Wij gaan ons land bouwen.

Arm kind!

Hij zei: “Zij doden ons, en wij bouwen. We bouwen, en we bouwen en blijven groeien. En ik zei tegen hem: “En dan evacueer je. OK dat je dat zegt op een begrafenis, maar als je troost en deelneming aanbiedt, zeg je – we bouwen en we breiden altijd meer uit, enzomeer; maar in werkelijkheid evacueren ze altijd. Niet enkel dat maar ook evacuatie brengt onenigheid tussen broeders.”

Tamar weet nog altijd niet waar zij en haar twee jonge broers gaan opgroeien. Wellicht bij een of andere kant van de grootouders. Ondertussen wordt ze omringd door haar familie en door vrienden van Itamar. Die herinneren er haar nu aan dat ze slechts een jong meisje is dat amper een week geleden nog bezig was met welke jurk ze zou dragen op het Poerimfeest.