Centrum Gelijke Kansen nu zelf aangeklaagd wegens racisme

Ongeloof alom tijdens één van de lessen ‘multiculturele communicatie’ voor hoge functionarissen van de politie, eerder deze maand. De cursus wordt gegeven door leden van het Centrum voor Gelijke Kansen die blijkbaar zelf racistische praat niet schuwen. De agenten maken er kennis met een flagrant staaltje racisme wanneer één van de lesgeefsters eerst enkele bedenkelijke commentaren lanceert over homo’s en wat later de Joodse gemeenschap de volle laag geeft: “Die mensen kunnen zich alles permitteren omdat ze geld en financiële macht hebben, maar ook omdat ze ons schuldgevoel voor de Holocaust steeds uitbuiten”. De agenten reageren geschokt.

David Vroome (43) is politiecommissaris bij de federale politie te Brussel en volgde op 6 en 8 december samen met een twintigtal collega’s de voorgenoemde cursussen in het Geruzetcomplex te Etterbeek. Vroome is jurist van opleiding en werkte jaren als advocaat in Antwerpen en Brussel. “De uitspraken tegenover de Joodse Gemeenschap waren totaal ongehoord”, vertelt Vroome tegen Joods Actueel. “En te denken dat dit een medewerkster was van het Centrum Gelijke Kansen maakt het nog des te erger”, vertelt de man. Ook andere agenten, allen hoge kaderleden van de politie, bevestigen ons het relaas.

Politiecommissaris David Vroome

De cursus werd gegeven door twee vrouwelijke medewerksters, de gewraakte uitspraken komen op rekening van een vrouw van Turkse origine. Commissaris Vroome: “Op een bepaald ogenblik ging de cursus over etno- en subculturele groepen in onze samenleving en werd er gesproken over de Chinezen, de Japanners en de Eurocraten in Brussel die elk in hun eigen winkeltjes en restaurants terecht kunnen maar ook hun eigen omgangsvormen en regels hebben. En zo kwamen we terecht bij de Joodse gemeenschap.

Het was toen dat de choquerende uitspraken vielen. Er werd gewezen op de “financiële macht” van de Joden waardoor ze zich alles konden permitteren. Maar ook het feit dat “Joden steeds weer over het verleden beginnen” – manifest verwijzend naar de Holocaust – speelt een rol. “En”, voegde de lesgeefster er in één adem aan toe, “terwijl België hier toch niets mee te maken had!”

“Het publiek in de cursuszaal reageerde plots zeer alert”, getuigt een andere politiecommissaris die niet met naam vermeld wil worden. “Je hoorde de mensen de adem inhouden en je zag iedereen de ogen wijd opentrekken. De andere Centrum-medewerkster gaf geen krimp en de les werd gewoon verder gezet, als was er niets gebeurd”.

Advertentie

Onpartijdigheid
“Er bestaat geen twijfel dat beide vrouwen medewerkers van het Centrum zijn”, aldus de commissaris, “dat was het eerste wat ze vertelden en trouwens op de slides die we meekregen staan ook de contactgegevens van het Centrum onder de presentatie”. Vandaag maakte de commissaris dan zelf melding van dit incident bij het Centrum. De vraag is echter of het Centrum wel een klacht tegen één van zijn eigen medewerkers kan onderzoeken. Hiermee wordt de schijn van onpartijdigheid al meteen ondermijnd. De commissaris overweegt daarom ook om een gerechtelijke klacht in te dienen. “Aan getuigen zal het alvast niet ontbreken”, zegt de politieambtenaar die ook nog weet dat het getuigenis van beëdigde ambtenaren een grotere juridische waarde heeft dan dat van reguliere burgers.

Jozef De Witte

Directeur van het Centrum, Jozef De Witte, reageert vanuit Washington tegen Joods Actueel. In eerste instantie lijkt het alsof hij zijn collega’s in bescherming wil nemen: “Stellen dat joden geld hebben is een grove veralgemening. Men heeft mij herhaaldelijk en vanuit diverse kanten gezegd dat er bijvoorbeeld in Antwerpen Joden leven die het echt niet breed hebben, wel integendeel.” De Witte relativeert hiermee het racistisch gedrag van zijn medewerkers door het debat ogenschijnlijk te verleggen naar de vraag of Joden nu wel of niet rijk zijn. Hij vervolgt: “Stellen dat België niets te maken had met de Jodenuitroeiing is natuurlijk een flagrante onjuistheid: er is al genoeg gepubliceerd over de betrokkenheid van België.” Nogmaals speelt De Witte de bal mis door te focussen op het waarheidsgehalte van de uitspraken zonder de bredere context te kaderen, namelijk de opmerking dat Joden zich alles kunnen permitteren omwille van deze of gene reden.

Volgens De Witte zou het commentaar gemaakt zijn op een moment waar het over inburgering ging en refereerden zijn medewerkers naar het feit dat een handvol chassidische Joden uit het buitenland weigerden om deze cursussen te volgen. Maar de verschillende politiecommissarissen die wij konden spreken ontkennen dit snoeihard. De Witte geeft uiteindelijk toe dat het om antisemitisch gedrag gaat maar stelt dat het nog te vroeg is om conclusies te trekken: “Om een opinie te kunnen geven of het hier om strafbaar antisemitisme gaat is het nodig om meer informatie te hebben. Zoals u weet stelt de wet dat ‘de context en de opzet’, mee bepaalt of iets al dan niet strafbaar is”. Met andere woorden, het Centrum lijkt, in eerste instantie, enkel te willen optreden na een gerechtelijke veroordeling. David Vroome: “Dat is absurd, zo’n mensen horen gewoon niet thuis in een centrum voor racismebestrijding. Ik kan er totaal niet inkomen waar De Witte nog op wacht om deze dame met onmiddellijke ingang te schorsen, was ik directeur geweest van dit centrum dan had ik dat alvast meteen gedaan”.