Geen Nederlandse excuses voor ‘onverschilligheid’ tijdens WOII

De deportatie van Nederlandse Joden

Rony Naftaniel (CIDI): “De Joodse gemeenschap zal niet smeken voor iets dat uit het hart moet komen”

Nederland zal zich niet verontschuldigen voor de ‘onverschilligheid’ die het aan de dag legde bij de Jodenvervolging tijdens de Holocaust. Dat is de conclusie na het antwoord van minister-president Mark Rutte op een parlementaire vraag van vorige week.

Er is geen breed draagvlak of objectieve informatie van de betrokkenen die aanleiding kan geven tot zo’n verontschuldiging, schreef Rutte in een antwoord van 88 woorden. Het schrijven was een antwoord op een vraag van PVV-voorzitter Geert Wilders op 4 januari.

De verklaring van Rutte wordt begrepen als een verwijzing naar het feit dat de Nederlandse Joodse gemeenschap nooit formele excuses van de regering vroeg. De Nederlandse koningin en de Nederlandse regering ontliepen de Duitse bezetting door in 1940 te vluchten naar Londen. Koningin Wilhelmina wijdde slechts vijf zinnen aan het lot van haar Joodse onderdanen in de vijf jaar dat vanuit Groot-Brittannië radio-uitzendingen werden verzorgd.

Het nieuwe debat kwam er na het verschijnen van een boek door dr. Manfred Gerstenfeld “Judging The Netherlands: The Renewed Holocaust Restitution Process. Het boek citeert twee voormalige Nederlandse ministers die opriepen om zich te verontschuldigen voor de ‘onverschilligheid’ van Nederland over het lot van de meer dan 100.000 Nederlandse Joden die tijdens de Holocaust omkwamen.

Advertentie

“Het antwoord van meneer Rutte is een karikatuur,” aldus dr. Gerstenfeld. “Druk door de Joodse gemeenschap zou op geen enkele wijze voorwaarde mogen zijn voor een verontschuldiging door de huidige Nederlandse regering voor de politiek van zijn voorgangers.” Rutte verklaarde eveneens dat sinds 2000 geen relevante nieuwe informatie opdook toen het Nederlandse kabinet zich voor het laatst over de kwestie boog.

David Barnouw, onderzoeker en zegsman van het NIOD, het instituut voor oorlogs-, holocaust- en genocidestudies, verwierp de motivering van Rutte om geen excuses aan te bieden: “Een verband leggen tussen de excuses en het standpunt van de Joodse gemeenschap is nonsens.” zei Barnouw tegen de krant Jerusalem Post.

Ronny Naftaniel, directeur van het Centrum Informatie Documentatie Israel (CIDI) zei dat Rutte een commissie moet oprichten om zich grondig in de materie in te werken alvorens een beslissing te nemen: “De Joodse gemeenschap is er van overtuigd dat een verontschuldiging op zijn plaats is maar zal niet smeken voor iets dat uit het hart moet komen,” zei Naftaniel. “Wat Rutte moet doen is de zaak onderzoeken. Er is al teveel tijd verloren om het onderwerp nauwgezet te analyseren.”

Zo’n onderzoek zou volgens Naftaniel een correcte historische context kunnen bieden door te vergelijken met andere landen. “Het onderzoek naar het gedrag van de Nederlandse regering in ballingschap, en vooral van de Koningin, moet gebeuren in overleg met buitenlandse partners, misschien uit Israël, de Verenigde Staten en Europese landen als Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk.”