Benno Barnard relativeert ‘lobby’ uitspraken op Radio1

Ik heb naar de dames Imbo en Turtelboom geluisterd en ik moet zeggen dat ik het oneens ben met mijn vriend Gantman.

Imbo klinkt niet antisemitisch: ze laat haar vraag nadrukkeljk voorafgaan door ‘Kwatongen beweren’. En Turtelboom klinkt niet ongeduldig: dat ‘Het is onze verdomde plicht’ ligt in de mond van moderne politici bestorven, het is meer een cliché dan een uiting van verontwaardiging. Ja, als ik paranoïde was, zou ik zeggen: ‘Die Turtelboom mag zich wel ’s wat kwaaier maken, wat is dat nu voor een antisemitische houding?!’
Ik meen dat het probleem elders ligt: in de taal namelijk. In onze collectieve semantiek heeft zich de uitdrukkking ‘de Joodse lobby’ genesteld, naast het neologisme ‘islamofobie’. Als je die woorden maar vaak genoeg gebruikt, wekken ze vanzelf de indruk dat ze ook naar een realiteit verwijzen.

Wat de islamofobie betreft: ik ken de nodige mensen die niet van de islam houden, maar dat heeft niets te maken met een irrationele angst, zoals dat fobie suggereert.
En wat de Joodse lobby betreft… waarom heeft de goegemeente het wel altijd over die vermeende Joodse lobby, maar nooit over een even imaginaire homoseksuele, liberale, socialistische, katholieke of nationalistische lobby? De lobby der koningsgezinden? Die der duivenmelkers?

Kent u de anekdote van mijn ontmoeting met een paar Joden in een Antwerps hotel? We dronken koffie in de lobby en een van hen zei: ‘Dus dit is de Joodse lobby…’
De werkelijkheid is dat er helemaal geen Joodse lobby bestaat. En als die al zou bestaan, bestond hij uit hooguit tien mensen, onder wie ikzelf. Alleen weet ik van niks.
Maar wat doet het woord, dat zoals bekend machtiger is dan het zwaard?

Advertentie

Het roept een schemerig beeld op van regelmatig in achterkamertjes vergaderende Wijzen van Zion, die geschaard rond een zak goud uit de kluis van de Israëlische ambassade hun duistere plannen smeden. Voor de deur staan kleerkasten van de Mossad met als belangrijkste attributen een zonnebril en een blaffer. En wij, daarbinnen, beramen hoe we zoveel mogelijk banken kunnen ontwrichten en Palestijnse kindertjes uithongeren…
Dit soort spookbeelden zijn populair in het Midden-Oosten, waar ze nog steeds niet willen weten dat De Protocollen van de Wijzen van Zion een Russische vervalsing is. Het tragische is dat ook in België veel mensen, gevoed door een eeuwenoude traditie van antisemitisme, van mening zijn dat je de Joden niet kunt vertrouwen. ‘Ha, een lobby! Zie je wel! Typisch iets voor Joden…’

Geacht Vlaanderen, er bestaat helemaal geen Joodse lobby. Wel bestaat Michael Freilich die mij belt en vraagt wat ik van Liesbeth Imbo vind. Ik denk daarover na en bel hem terug. Hij neemt de telefoon op en zegt: ‘Met de Joodse lobby.’
Die niet-bestaande Joodse lobby, Vlaanderen, is een grap geworden tussen een paar vrienden.