Variant van eeuwenoude beschuldiging tegen Joden duikt op in weekendbijlage van De Standaard
“Joodse kolonisten vergiftigen waterputten”, dit insinueert Cédric Gerbehaye in de weekendbijlage van De Standaard (ds weekblad nr.108). Gerbehaye is een Belgische fotograaf en brengt er het beeldverhaal “Gebroken hoop”.
Bij een foto van Mufakara (Westbank) luidt het opschrift: “De kinderen van de Hawamden- familie halen water op bij de bron van het dorp. Soms wordt het water vergiftigd door kolonisten”.
Het is een zware beschuldiging, die zomaar gelanceerd wordt zonder enig bewijs of verdere duiding. Wie, wat, wanneer, hoe: de lezer heeft er het raden naar.
De bewering dat Joden waterputten zouden vergiftigen, is niet nieuw. Het is één van de typische antisemitische beschuldigingen aan hun adres in Europa’s duistere verleden. Maar voor Gerbehaye is dit geen bezwaar. Zijn beeldverhaal over de teniet gedane verwachtingen na 20 jaar Oslo-akkoorden is dan ook zeer eenzijdig.
Er is van de hooggespannen verwachtingen volgens de kunstenaar niets terechtgekomen door het optreden van het Israëlische leger en de kolonisten. De foto’s brengen een grimmig sfeerbeeld van de Palestijnse gebieden. Daarbij wordt veel gesuggereerd, maar ontbreken concrete feiten. Zo wordt er bij de foto’s van Gaza (van 2005 en 2006) niet vermeld dat het Israëlische leger er al in 2005 volledig uit weggetrokken is. Nergens wordt vermeld dat Hamas een tegenstander was (en is) van de Oslo- akkoorden en dat deze organisatie sinds haar bloedige machtsovername in Gaza (2007) Israël van daaruit met raketten blijft bestoken.
Advertentie
Bij Gerbehaye lijkt het alsof de bloedige terreuraanslagen en de rakettenregen vanuit Gaza op Israëlische burgerdoelen ook niet aan de basis liggen van de gebroken hoop op vrede, een zoveelste gemiste kans van iemand die zich een vriend van de Palestijnen noemt.
Tekst door Lieve Schacht