Herdenking Boortmeerbeek gaat dit jaar door op zondag 17
Het XXste treinkonvooi met Joodse gedeporteerden van uit de Dossinkazerne te Mechelen naar Auschwitz werd op 19 april 1943 gestopt door de heldenmoed van drie jongemannen. Boortmeerbeek, de gemeente waar deze feiten zich afspeelden, besloot vorig jaar geen herdenking te laten doorgaan omdat het OCAD omwille van de terreurdreiging een negatief advies afleverde voor de bijeenkomst. Maar nu nemen burgemeester Baert en zijn gemeentebestuur, ondanks de tragische en misdadigeaanslagen op de luchthaven in Zaventem en het Brusselse metrostation Maalbeek, de beslissing om de herdenkingsplechtigheid wel te laten plaatsvinden.
Michel Laub, de secretaris-generaal van het Centraal Israëlitisch Consistorie van België noemt de beslissing van het Boortmeerbeekse gemeentebestuur en de organisatoren van de herdenking “een besluit dat dankbaarheid afdwingt”. Hij roept de leden van de Joodse gemeenschap in ons land dan ook op om de herdenking die doorgaat aan het gemeentehuis op zondag 17 april om 10.30 uur bij te wonen.
Het centrale thema voor de herdenking luidt dit jaar : “Een radicale keuze”. De organisatoren besteden hierbij niet enkel aandacht aan de verschillende vormen van het oprukkende radicalisme, maar evenzeer aan de soms radicale keuzes die mensen in hun leven moeten maken. Kiest men ervoor om zijn land te ontvluchten ? Gaat men in verzet tegen een repressieve overheid ? Net zoals de drie studenten (Robert Maistriau, Jean Franklemon en Georges Livschitz) de radicale keuze moesten maken om in Boortmeerbeek een nazitrein te stoppen. Een radicale keuze zal in elk geval het leven van diegene die deze keuze maakt radicaal beïnvloeden en vaak ook dat van anderen, die soms heel talrijk kunnen zijn.
Slechts met eén wapen, één lamp maar met een berg heldenmoed
Gewapend met één revolver, een stormlamp en rood papier dwongen Youra Livchitz (Georges Livchitz), Robert Maistriau en Jean Franklemon, oud-klasgenoten van het Atheneum te Ukkel, de transporttrein te stoppen op de spoorlijn Mechelen–Leuven tussen Boortmeerbeek en Haacht. Dit is een uniek feit in de geschiedenis van de Holocaust. Nergens in Europa is tijdens de Tweede Wereldoorlog een bevrijdingsactie uitgevoerd op een transport met Joden. Het XX-ste konvooi werd begeleid door een commando van de Sicherheitspolizei dat speciaal uit Duitsland kwam. Het bestond uit één officier en 15 manschappen.
Advertentie
Ondanks deze bewaking slaagde Maistriau erin één treinwagon te openen waaruit 17 mensen ontsnapten. In totaal konden 231 Joden ontsnappen uit de trein. Van hen werden 90 weer opgepakt en op een volgend transport gezet; 26 personen werden bij hun vlucht gedood en 115 gedeporteerden slaagden in hun ontsnapping. De jongste vluchteling was amper 11 jaar en heette Simon Gronowski. Ook Regine Krochmal, een achttienjarige verpleegster uit het verzet, wist te ontvluchten. Met een broodmes zaagde ze de houten stangen door die voor een luchtopening waren aangebracht, waarna ze uit de rijdende trein sprong in de buurt van Haacht. Beiden hebben de oorlog overleefd.
De machinist van de trein tussen Tienen en Tongeren, Albert Dumon, speelde ook een belangrijke rol: hij wist dat mensen probeerden te ontsnappen en deed alles wat hij kon om hun vlucht gemakkelijker te maken.
Herdenking XXste konvooi op zondag 17 april om 10.30 uur aan het gemeentehuis van Boortmeerbeek