‘Is een klein beetje empathie teveel gevraagd ?’ Danny Rouges
Artikel van Danny Rouges ingezonden naar Kerkmozaïek van de VPKB. Dhr. Rouges is de voorzitter van Antwerpse Contactgroep voor Joods-christelijke Betrekkingen A.C.J.B
De context waarin we leven, willen we betrekken op het geloof. Door het venster van Bijbel en geloof en met de hulp van medegelovigen willen wij de omgeving afspeuren. Maar dan komt het verwijt dat de kerk steeds weer zou wijzen op wat wij mensen al lang weten. Het zou niet haar taak zijn om het negatieve te benadrukken, maar wel om te zeggen: er is hier een probleem.
Aan het voorgaande moest ik denken bij het volgen van de actualiteit rond de ‘joodse gevoeligheid’ (de vijf incidenten bij de VRT en de weblog van Anciaux).
Worden wij nu echt allemaal zo gevoelloos, en is een klein beetje empathie teveel gevraagd ? Vervelen wij ons nu echt zo hard dat de formule om succes te oogsten is : geef mij iets waar U zich aan hecht, wat voor U van waarde is, en dan weten we hoe we u onderuit kunnen halen. Niets is meer heilig. De komiek Coluche zei eens: “Jusqu’où peut-on aller trop loin …”
Als de omgeving zo bezig is, als de volkeren zo woeden … Meehuilen met de wolven is van alle tijden natuurlijk, maar waar blijft dan ons huiswerk ? Is het voldoende om getallen tegenover elkaar te zetten ? Wat is het ‘waarom’ achter de feiten ?
De betrokkene horen, gebeurt dus niet. Er zijn nog mensen met een nummer op hun arm onder ons, hun kinderen en kleinkinderen. Misschien hebben wij het nog niet helemaal verteerd, en is de wonde in de kerk nog niet genezen. Gaat het enkel Joodse mensen aan ? Ondertussen verslechtert het klimaat (75% meent dat Joden met zichzelf moeten kunnen lachen) en krijgen we bericht dat Joodse mensen wegtrekken en ons achterlaten.
Advertentie
Hetzelfde kan gezegd worden met een tweede thema dat Joodse mensen raakt : de veiligheid in Israël. Natuurlijk mag men zijn idee hebben over wat in de Gaza gebeurd is, maar hoe vormt men zijn mening ? Meehuilen met de wolven of zelf op zoek gaan naar materiaal ?
De stijl die we uit de teksten van de Bijbel halen is anders: daar wordt (in 1 Samuël 8 bvb. waar het volk een koning vraagt – en dit was totaal fout) eerst het volledige dossier gegeven met voor en tegen, en dan mag het volk kiezen (ook verkeerd kiezen mag dus – maar dan niet komen klagen achteraf) .
In deze actuele vraag van de oorlog in Gaza hebben we echter niet veel ‘dossier’ gezien, men ging in de pers gewoon niet luisteren naar een tegenstem. Daarvoor moest je uitwijken naar het nieuws op de Duitse zenders of op France 2, of zelf gaan zoeken op internet. En dan hoor je van het schrikbewind van Hamas op de eigen Palestijnen, of over de inslag van bommen op (of beter naast) de jongensschool van de UNWRA (automatisch gestuurd naar bommenleggers ?) waarbij geen slachtoffers vielen in de school, wel op straat, of over een nieuwe kliniek in Israël aan de grensovergang om gewonden op te vangen.
“Ik heb geen problemen met uitingen van humor, sarcasme, satire en bijtende spot,” schrijft een Joodse persoon. “Maar het gebruik van een reeks clichés de onzalige Sturmer waardig, de associatie met Rolex en Rolls Royce, firma’s die geen enkele band hebben met Joden, om de klassieke bindingen tussen geld en joden te insinueren, is meer dan kwetsend en roept voor iemand die de oorlog overleefd heeft zeer pijnlijke herinneringen op.”
Aan de éne kant heb je de feiten, die je niet mooier moet maken dan ze zijn, aan de andere kant het klimaat dat ermee geschapen wordt. En het is dit klimaat dat plots een excuus wordt om vendetta’s uit te vechten. Dan is men weer aan het wijzen, weer anderen aan het isoleren. Dan gebeuren weer de ergste dingen – er zijn nu weer aanslagen tegen synagogen en tegen privé-woningen – zonder dat men reageert.
Eerder zou men juist nu vanuit de kerken en vanuit de verbondenheid met het Joodse volk stappen moeten zetten om die verbondenheid te laten zien : contact opnemen met Joodse besturen (zoals de Synodale Raad reeds deed), stickers of bordjes aan de kerkgebouwen (‘verzusterd met de synagoog…’). Waar is de tijd dat in Denemarken de hele bevolking een gele Jodenster droeg ?
Met lange tanden zetten we nu de TV aan en beginnen we aan een volgende nieuwsuitzending, aan een volgende krant.