[Update] Website voor herinneringseducatie werkt!

Minister Vandenbroucke in gesprek met onze hoofdredacteur om de verschillende projecten rond herrinnerinseducatie te bespreken
Minister Vandenbroucke in gesprek met onze hoofdredacteur om de verschillende projecten rond herinnerinseducatie te bespreken

[Update2]  19.03.2009 Wij vernemen net dat de website thans online is!

Het Vlaams ministerie van Onderwijs lanceerde een nieuwe website rond herinneringseducatie op www.herinneringseducatie.be. Wat blijkt, de website staat niet meer online. Een Engelstalig foutbericht is het enige wat te zien is.

Wij contacteerden het ministerie van Onderwijs maar die waren niet op de hoogte. Ze zaten wel verveeld met het incident en zouden het napluizen. Is dit een gerichte aanval van hackers die het gemunt hebben op het project of gewoon een technische storing? We houden onze lezers op de hoogte.

[Update2]  18.03.2009 De website is ook vandaag ontoegankelijk. Joods Actueel sprak met de verantwoordelijke van de website. Men verzekerde ons dat de website morgen online zou staan en dat het onderwijsministerie wat voorbarig was geweest met de aankondiging. In elk geval zou de website kant en klaar zijn maar zou men wachten op het uitvoeren van de internetprovider (Telenet) die veel tijd nodig lijk te hebben om de site operatief te maken aldus nog onze bro

Advertentie

De website is/ was bedoeld als centrale verzamelplaats voor leerkrachten die op zoek zijn naar lesmateriaal, studiedagen of andere activiteiten om met hun leerlingen te werken rond democratie, vrijheid en verdraagzaamheid. Leraren vinden er niet enkel inspiratie, maar kunnen ook eigen initiatieven en suggesties aan collega’s aanbieden. Het opzet heeft dus ook een praktisch belang.

Als het Vlaams Parlement het voorstel van minister Vandenbroucke volgt (dat de Commissie Onderwijs vorige donderdag goedkeurde), dan maakt herinneringseducatie vanaf 1 september 2010 deel uit van de eindtermen. Joods Actueel hoofdredacteur Michael Freilich had hier specifiek op aangedrongen in een onderhoud met de minister vorig jaar juli.

uit Joods Actueel van juli 2008

Herinneringseducatie opnemen in de eindtermen

Interview met Frank Vandenbroucke, minister van Onderwijs.

De Vlaamse minister van onderwijs Franck Vandenbroucke ontving Michael Freilich, hoofdredacteur van Joods Actueel voor een vraaggesprek. Het gesprek kaderde in ons streven om zekerheid te krijgen rond de opname van de historische begrippen ‘ Shoah of Holocaust’ in de eindtermen. Tijdens ons gesprek werd de minister bijgestaan door Ella Desmedt, kabinetsmedewerker en adviseur van de minister van de ‘cel onderwijs’.

Advertentie

Joods Actueel: Ex-premier Guy Verhofstad stelde destijds dat zowel de Holocaust als de Jodenvervolging verplichtend zouden opgenomen worden in de schooleindtermen. Natuurlijk liggen een degelijke benadering van deze begrippen in het onderwijsveld gevoelig voor de Joodse gemeenschap. Om terug te komen op de gedane beloften waren we natuurlijk benieuwd hoe deze materie opgenomen werd in de eindtermen. Grondig onderzoek toont ons nu dat er nog steeds niets mee gebeurd is en dat het leerkrachten vrij staat om al dan niet les te geven over de Shoah.

Frank Vandenbroucke: Wat we met het onderwijs wensen te bereiken is dat vooroordelen tegen minderheden in het algemeen maar ook in het bijzonder tegen de Joodse gemeenschap, laat staan Jodenhaat, laat staan Jodenvervolging, geen wortel meer kan schieten. Een goed afgestemd onderwijsaanbod is daarvoor absoluut onmisbaar. De vraag is echter hoe kan je dit bereiken met het stellen van eindtermen?

In Vlaanderen hebben we niet gekozen om (zoals in Nederland) een canon op te stellen, we hebben bewust vermeden om te verwijzen naar specifieke gebeurtenissen bij het opstellen van de eindtermen. Met andere woorden we hebben geen lijstje gemaakt met zeer specifieke gebeurtenissen uit onze geschiedenis waarvan we vinden dat die zeker moeten aan bod komen. Het is aan de leerplannen en de leerkrachten om dit specifiek in te vullen.

studenten
Joods Actueel: Is dat voor elk vak zo?

Frank Vandenbroucke: Dat is voor elk vak zo. Onze stelling is: de school moet van de leerlingen verdraagzame burgers maken. Bijgevolg krijgt ‘verdraagzaamheid’ ruimschoots aandacht in de eindtermen. Overigens, verdraagzaamheid is zo belangrijk dat het zelfs vakoverschrijdende aandacht krijgt . Het komt bijvoorbeeld eveneens aan bod in de lessen over gezondheid, welzijn, sociale vaardigheden enz.

In het geschiedenisonderricht is er plaats geruimd voor ‘verantwoord burgerschap’ en de eindtermen voorzien in een leerstofaanbod dat vooral beoogt om onze scholieren te wapenen tegen racisme en vooroordelen. Maar zeer fundamenteel, zeker voor mij, is dat men verdraagzaamheid ook moet ‘aanleren’. Het is uitermate belangrijk dat jonge mensen in het onderwijs een goed oordeelsvermogen ontwikkelen t.a.v. racisme, vooroordelen, stigma’s, clichés enz. en vooral dat ze er de capaciteit meekrijgen om zich te ontwikkelen tot eerzame burgers in een verdraagzame samenleving, in een democratie.

Joods Actueel: Uit onderzoek blijkt evenwel dat jongeren steeds minder afweten van de Holocaust en de Jodenvervolging. Gaan we dan wel juist te werk?

Frank Vandenbroucke: In het specifieke geval van de Holocaust kan je dan misschien opmerken dat we eerder theoretisch werken en dat er geen verankering is in de historische werkelijkheid. Maar we zijn in elk geval wel duidelijk over de geschiedenis van de 20ste eeuw en de plaats die de Tweede Wereldoorlog daar inneemt. Premier Verhofstadt heeft eigenlijk gezegd: ‘Ik wil de verplichting invoeren om les te geven over de Tweede Wereldoorlog.’ Wij komen in ons onderwijs daar zeker aan tegemoet vooral in de behandeling van het Belgische aandeel in de Shoah. De Tweede Wereldoorlog zit als een scharniermoment in de geschiedenis. Je moet dan met je leerlingen bespreken wat er is gebeurd en waarom. Het is dan uiteraard onmogelijk om over deze periode les te geven en de Jodenvervolging niet te behandelen. Je kan de opkomst van het nazisme niet bespreken zonder het Joodse drama te verkennen. Anderzijds kan je ook de bevrijding niet bespreken zonder de kampen, de politieke gevangenen enz. te bekijken.

Anderzijds vrees ik wel dat jullie een punt hebben. Inderdaad, 13- en 14-jarigen en zelfs jongeren tot 18 jaar, worden niet meer geconfronteerd met de directe informatie waarover onze generatie wel beschikte. Onze ouders konden uit eigen ervaring nog vertellen over de oorlog, bij de huidige schoolpopulatie is dat niet langer het geval. We zullen dus ernstige inspanningen moeten leveren om hen op de hoogte te brengen van de feitelijkheden over de Jodenvervolging. Daarom ook dat de eigen memorialen zoals de Dossinkazerne en het Fort van Breendonk een uitermate grote rol moeten spelen. Maar ook kleine musea zoals bijvoorbeeld het museum in Meensel-Kiezegem zijn erg belangrijk . Bij onze jeugd groeit het verkeerd begrip dat Auschwitz ver weg is, ergens in het buitenland en dat in een ver verleden ligt. Maar dat was niet zo! Auschwitz was vlak bij de deur! De mensen werden hier opgepakt en gedeporteerd.


Joods Actueel:
Aan de hand van de onderzoeksresultaten waarover ik hier beschik en die uit het onderwijsveld komen, blijkt dat er vandaag nog leraars zijn die aan het leerplan kunnen voldoen zonder te spreken over het nazisme of de Holocaust. Of klopt dat niet?

Frank Vandenbroucke: “Dat lijkt me eerlijk gezegd onvoorstelbaar. Het is toch duidelijk hoe we leerlingen willen vormen in het onderwijs. Het moeten in de eerste plaats verdraagzame mensen zijn, die vooroordelen kunnen onderkennen.”

Joods Actueel: Wij zijn het daar volmondig mee eens. Maar stel dat de overheid de Holocaust zou opnemen in de eindtermen dan zouden zelfs leraars die nu onderwerpen zeer breed naar eigen goeddunken kunnen invullen in dat geval toch verplicht zijn de Holocaust ook echt te behandelen. Als wij naar de geschiedenis van Europa kijken stellen we vast dat juist de Holocaust zijn gelijke niet kent. Men zegt vaak ‘wie vergeet is gedoemd te herhalen’ maar mag ik daar aan toevoegen ‘wie nooit heeft geweten…’, tja dan moet ik de zin zelfs niet meer afmaken.

Frank Vandenbroucke: Laat me een voorbeeld geven van de manier waarop wij werken: het is zeker belangrijk te weten waar en wanneer de eerste atoombom is gegooid. Ik vermoed echter dat het aantal scholieren dat over deze feiten nog goed geïnformeerd is beduidend kleiner in aantal is dan in mijn generatie. Maar moeten we daarom in de eindtermen specifiek gaan aangeven waar en wanneer de eerste atoombom viel? Belangrijk is wél bij jongeren het besef te laten ontwikkelen welke nefaste gevolgen bepaalde aanwendingen van technologische en wetenschappelijke realisaties, in dit geval de atoombom, kunnen veroorzaken. Dat is toch het doel dat we voor ogen hebben.

Om terug te komen op uw vraag. Het opnemen van het specifieke begrip Holocaust leidt naar een canon en dat is net waar we niet voor kiezen. Voor geen enkel vak. Maar om in te gaan op de verzoeken om de Shoah op te nemen in de eindtermen zou je dus beter kunnen stellen dat er voldoende aandacht aan de opname van herinneringseducatie in die eindtermen moet besteed worden. Herinneringseducatie integreren in je lessen kan je natuurlijk niet zonder daarbij de Holocaust of de Shoah aan bod te laten komen. Wij moeten herinneringseducatie dus inderdaad een plaats geven binnen de eindtermen. Dat is van groot belang en dient zeker te gebeuren.


Joods Actueel
: Dit zal zeker sterk geapprecieerd worden. Kunt u ons uitleggen welke invulling u geeft aan herrinneringseducatie?

Frank Vandenbroucke: Ik heb tijdens de persconferentie in Leuven (over het project ‘Auschwitz, hoe leg je het uit, nvdr.) het als volgt omschreven: herinneringeducatie betekent voor mij dat je de actuele problematieken belicht en onderricht vanuit een houding die verantwoord burgerschap en verdraagzaamheid aangeeft en dat je die begrippen gaat ondersteunen met de kennis van het verleden, met getuigenissen uit het verleden en het liefst nog getuigenissen van nog levende getuigen. Al besef ik ook dat we nu een tijdstip naderen waarop het inschakelen van levende getuigen problematisch zal worden. Vandaar dat scholen op zoek moeten gaan naar methodes – om op basis van die herinneringen – jongeren inzicht te laten verwerven in alle mogelijke gevolgen die onverdraagzaamheid kunnen veroorzaken. Daarbij, en dat is een vanzelfsprekendheid, moet het onderwijs op zoek blijven gaan naar verwerkingsvormen die nauw aansluiten bij de leefwereld van de jongeren.
Joods Actueel: Ons onderzoek toont een duidelijk verschil tussen de verschillende netten in ons onderwijs. De leerplannen van het gemeenschapsonderwijs bijvoorbeeld vermelden zeer expliciet de genocide, in het vrij onderwijs is dat niet het geval. Hoe komt dat?

Frank Vandenbroucke: Naast de eindtermen zijn er ook leerplannen. In die leerplannen vertaalt men eigenlijk wat de eindtermen concreet betekenen en daar is er een verschil van het ene onderwijsnet tot het andere. Mijn persoonlijke kritische kijk op de toestand van ons geschiedenisonderricht doet me eerder besluiten dat er tekorten zijn op het terrein van het algemene onderwerp herinneringseducatie. Daarmee bedoel ik dat het leren verbanden leggen tussen gebeurtenissen en toestanden uit het verleden naar de eigentijdse situaties uit de eigen leefwereld te kort schiet. Herinneringseducatie verdient het dus om degelijk aandacht te verwerven in ons onderwijs, daar zijn goede argumenten voor. En daar zal ik voor blijven ijveren.

Joods Actueel: Mogen we aannemen dat het ministerie van onderwijs ook zelf zal peilen of de doelstellingen bereikt werden en daarna de eindtermen zal evalueren?

Frank Vandenbroucke: Dat zijn we inderdaad van plan, maar dat zal niet dit jaar zijn. Wij houden jullie op de hoogte.

Joods Actueel: Hartelijk dank voor dit gesprek.