Shoah: De ‘oneg shabbat’ archieven

Laat de wereld lezen en weten”

Door Judith Schachter

Juni 1946, de ruines van Warschau. Diep in de aarde, in een kelder onder het Joods Getto worden enkele metalen dozen opgegraven. Deze dozen bevatten de Getto-archieven bekend als de ‘Oneg Shabbat –Archieven’, de belangrijkste verzameling documenten over het lot van het Poolse Jodendom tijdens de Holocaust. Ook bekend als de Ringelblum-Archieven, bevinden die zich vandaag in het Joods Historisch Instituut van Warschau.

In kannen en kruiken werden de documenten diep onder de aarde begraven.
In 1946 werden het eerste en het tweede deel van de archieven opgegraven.

Stichter en directeur van het geheime Oneg Sjabbat Archief was Doctor Emmanuel Ringelblum (1900-1944). Als derde generatie historicus werd Ringelblum geboren in Buczacz, Polen (thans Oekraïne). In 1927 behaalde hij zijn doctoraat geschiedenis aan de universiteit van Warschau. Vanaf een jonge leeftijd hoorde hij bij de linkse ‘Poale Zion’ en was hij actief in het publieke leven. Hij gaf een tijdje les en werkte later ook bij het Joint Distribution Commitee (JDC) in Polen. Als redacteur van het Instituut voor Joods Onderzoek (YIVO) publiceerde de jonge historicus niet minder dan 126 wetenschappelijke artikels.

Advertentie

In november ’38 stuurde het JDC hem naar de grensstad Zbaszyn waar zesduizend joodse vluchtelingen uit Duitsland in erbarmelijke omstandigheden verzameld waren. (De deportatie naar Zbaszyn zou nog ergere gevolgen kennen. Een Joodse student in Parijs, Hershel Grynspan, krijgt te horen wat zijn ouders in Zbaszyn hebben doorstaan en vermoordt uit wraak de Duitse diplomaat Von Rath. De Nazis gebruikten dit voorval als excuus voor de “Kristallnacht”.)

Ringelblum bracht 5 weken in niemandsland Zbaszyn door. Deze mensen

van Poolse nationaliteit waren Duitsland uitgezet, maar mochten Polen niet in. Zijn ervaringen maakten een diepe indruk op hem, al was dit maar een voorproefje van wat hij zou meemaken in het Getto van Warschau.

Een brief die hij schreef aan een vriend hierover:

Beste Raphael

Emmanuel Ringelblum
Ik ben op vakantie in Srodborow. Ik kom net terug uit Zbaszyn waar ik 5 weken heb verbleven. Ik ben van de weinigen die het daar zolang heb uitgehouden. Bijna al de anderen zijn na een min of meer korte periode ineengestort. Ik heb noch de kracht noch de kalmte om je alles wat in Zbaszyn is gebeurd te beschrijven. Volgens mij is er nog nooit zo’n felle, genadeloze deportatie van een joodse gemeenschap uitgevoerd als deze Duitse. (…)

In de loop van deze vijf weken hebben we een heel ‘dorp’ opgericht met afdelingen voor bevoorrading, hospitalisatie, kleermakers, schoenmakers, een juridische afdeling en een immigratiedepartement. Er zijn verschillende leesruimtes, een bibliotheek en de religieuze groepen hebben een Talmudschool opgericht. De vluchtelingen beschouwden ons als broers die zich spoedig hebben ingezet om hen te hulp te staan in tijd van nood.(…)

Advertentie

Zbaszyn is het symbool geworden voor de hulpeloosheid van de Joden van Polen.

Gelieve mijn beste wensen te aanvaarden.

Emmanuel

Toen de Duitsers in september 1939 Polen binnenvielen, verbleef Emmanuel Ringelblum in het buitenland. Zijn vrienden probeerden hem over te halen de oorlog in het veilige Zwitserland uit te zitten. Maar de historicus in hart en ziel was er zich van bewust dat dit een historisch moment was, en keerde terug. Hij ging ook meteen door met z’n werk voor het JDC, stond aan de leiding van welzijnprogramma’s en richtte gaarkeukens op in het Getto van Warschau. Beseffend dat er geen precedent bestond voor wat er aan het gebeuren was, besloot Ringelblum een complete beschrijving van de ongelofelijke gebeurtenissen vast te leggen voor toekomstige historici.  Dit leidde tot het lanceren van Ringelblums grootste kunststuk: Het geheime Oneg Shabbat-Archief. Oneg Shabbat is Hebreeuws voor ‘met plezier de sabbat beleven’ en slaat gewoonlijk op de culturele samenkomsten die plaatsvinden op deze dag. Het archief van Ringelblum had een toepasselijke naam, want om geen argwaan te wekken ontmoetten de leden elkaar in het geheim op zaterdagmiddag.

Een voorbeeld van een opgegraven document, identiteitsdocumenten

Hun hoofddoel was het oprichten van een documentatie-infrastructuur die het lot van de Joodse gemeenschap op alle niveaus beschreef. Hiervoor rekruteerden ze mensen uit alle politieke, religieuze en ideologische strekkingen van de Joodse gemeenschap; mannen en vrouwen, orthodoxe Joden en vrijdenkers, filosofen en de gewone man in de straat. Ze wendden zich tot opvoeders en vroegen hen verslagen op te stellen over de Joodse opvoeding in het Getto, tegelijkertijd verzamelden ze getuigenissen van kinderen om zo hun standpunt te kunnen noteren. Behalve Literaire teksten en dagboeken bevinden zich in de archieven o.a. tekeningen, portretten, gedichten,liedjes en krantenknipsels.

Uit de notities van E. Ringelblum:

veelzijdigheid was het hoodprincipe van ons werk.Objectiviteit was ons ander streven..We wilden de hele waarheid naar buiten brengen, hoe bitter die ook mocht zijn. Onze documentatie is authentiek en onveranderd…”

Volgens overlevende Oneg Shabbat lid Hirsch Wasser, werd elk artikel door Ringelblum gecontroleerd, soms voegde hij er zijn eigen commentaar bij. Wanneer bekende personen in het Getto werden vermoord, schreef hij hun korte biografie, bijvoorbeeld over Mordechai Anielewitz, leider van de Getto opstand en over dokter Janus Korczak, de gerenommeerde pedagoog, auteur en directeur van het weeshuis. Ringelblums eigen dagboek, vertaald en gepubliceerd in enkele talen, uit zich als een pijnlijke getuigenis van mensen, gevangen temidden nodeloos geweld en ongekende brutaliteit. Het is een portret van de mens beproefd in een tijd van crisis, soms gedreven door gierigheid en zelfbehoud, doch meer gekenmerkt door momenten van nobiliteit. De flitsen van aardse humor verhelderen de pagina’s met verrassende frequentie.

5 oktober 1940

Galgen humor: Waarom zouden de Duitsers Londen moeten bombarderen en de Engelsen Berlijn ?
Al dit heen en terugvliegen is zonde van de benzine.
De Duitsers zouden Berlijn moeten bombarderen en de Engelsen, Londen…
Uit het dagboek van E.Ringelblum

Hoewel Oneg Shabbat zich vooral bezig hield met het lot van de joden van Warshau, verzamelden zij talrijke gegevens over andere steden, dorpen en verzetsbewegingen. Ze documenteerden ook de deportatie en vernietiging van de Poolse Joden.

Toen het bestaan van het Getto ten einde liep, stuurden de archivarissen elk stukje informatie over de moorden naar de Poolse ondergrond, die de gegevens vervolgens het land uitsmokkelden. Zo hielp Oneg Shabbat de gruweldaden van de nazi’s te onthullen.

HET EINDE VAN ONEG SHABBAT

Rabbijn Klonimus Shapira droeg zijn inspirerende Shabbat voordrachten aan de Ringelblum Archieven over voor hij in 1943 werd vermoord. Zijn broer heeft zijn schriften laten publiceren onder de naam E’ish Kodesh’ het Heilige Vuur, een boek dat thans in vele Chassidische huishoudens op de plank ligt.

Tussen juli en september 1942 deporteerden de Nazi’s 300.000 Joden uit het Getto van Warschau naar Treblinka, waar ze bij aankomst meteen vergast werden. Terwijl de deportaties nog aan de gang waren, besloten de nog levende Oneg Shabbat leden dat de tijd was gekomen om hun gegevens te verbergen.

In metalen melkbussen en dozen werden ze in het holst van de nacht in 3 delen begraven. Een deel van de archieven werd in 1946 ontdekt onder de ruines van Novolipki straat 68; een tweede deel werd iets verder opgegraven in het jaar 1950. Het derde deel is ondanks verschillende graafpogingen – de laatste dateert van 2001- (nog) niet teruggevonden.

3 augustus 1942, Warschau

Wij zijn genoodzaakt ons te haasten, het gevaar nadert…
Het is onze wens dat de komende generaties ons lijden en onze folteringen niet vergeten, dat de bevrijde wereld te weten komt hoe er in zulke zware tijden toch mensen waren die de moed hadden zich over deze opdracht te ontfermen.
Met groot enthousiasme hebben wij deze bergplaats gegraven, de dozen ingepakt.
Wij zien onze verantwoordelijkheid in, het gevaar schrikt ons niet af. Wij beseffen dat we hier een stuk geschiedenis aan het schrijven zijn.

Waar verbergen wij deze schat? Al rukken ze onze ledematen uit, we zullen niets onthullen.(…)
Ik zou zo graag het moment meemaken wanneer deze schat weer opgegraven wordt en wij de waarheid kunnen uitschreeuwen, maar dat zullen wij spijtig genoeg niet meemaken.(…)
Wij kunnen nu in vrede sterven, onze missie is volbracht!

Testament van David Graber, 19 jaar oud

De archiefmaterialen en Ringelblums eigen geschreven kronieken vormen de meest uitvoerige en meest waardevolle bron van informatie die we hebben over de joden in het bezette Polen.

In maart 1943 ontsnapten Ringelblum en zijn gezin met de hulp van Poolse vrienden uit het Getto en doken onder in het Arische (niet-Joodse) deel van Warschau. Met Pasen dat jaar keerde hij terug naar het Getto, waar net de opstand was uitgebroken. Hij werd aangehouden en gedeporteerd naar het werkkamp Trawniki, maar ontsnapte, vermomd als spoorwegarbeider, met behulp van twee verzetsleden. Hij dook weer onder bij zijn gezin, maar in maart 1944 werd hun schuilplaats ontdekt en belandden ze in de Pawiak gevangenis van Warschau. Volgens een getuigenis kreeg hij een aanbod van andere gevangenen om zich te redden doch wou hij zijn familie niet achterlaten. Een paar dagen later werden Ringelblum, zijn vrouw Judith en hun 13-jarige zoon Uri temidden van de ruines van het Getto van Warschau doodgeschoten. Ringelblum werd begraven in een massagraf… niet al te ver van zijn levenswerk verwijderd.

Tot zijn laatste dagen bleef Ringelblum schrijven, een getuigenis van de ongenaakbare ziel van de historicus die zoveel moeite deed om er zich van te vergewissen dat toekomstige generaties een duidelijk beeld zouden verkrijgen van het Joodse leven gedurende de Holocaust. In een van zijn laatste dagboekfragmenten schrijft hij: “hoewel wij gedoemd zijn te sterven, hebben we ons  menselijk gezicht niet verloren”

Het is dit menselijk gezicht dat de mensheid niet zal vergeten…

Judith Schachter is historica en geeft les over de Holocaust in Antwerpen