Reactie Amnesty International op online lezersbrief

Beste redactie,

Amnesty International heeft met veel verbazing het opiniestuk over onze organisatie gelezen op uw website op 21 maart.
https://joodsactueel.be/2010/03/21/opinie-amnesty-international-vlaanderen-en-vulgaire-jodenhaat-een-klik-van-elkaar-verwijderd/

hierbij onze repliek:

Amnesty Vlaanderen organiseert regelmatig presentaties over Amnesty-cases bij lokale Amnesty schrijfgroepen. In Sint-Niklaas belichtte Pieter Stockmans de situatie in het Palestijnse dorpje Jayyus. Regelmatig geeft Amnesty ook presentaties over andere mensenrechtenschendingen die wij aanklagen. Zo spraken wij onlangs nog in een school in Antwerpen, nota bene met een meerderheid moslimleerlingen, over de raketbeschietingen van Palestijnse gewapende groepen en de gruwelen waaraan Hamas zich bezondigt tegen de eigen burgers in Gaza.

Wij lazen het verslagje van de avond in Sint-Niklaas op uw website. De auteur beschuldigt ons van simplificatie, maar de manier waarop de auteur de presentatie en het brede werk van Amnesty International simplificeert, wekt onze verontwaardiging op. Het verslagje staat vol leugens en de helft van het artikel is opgebouwd rond commentaren onder you tube filmpjes waarin Amnesty wordt geïnterviewd. Haatdragende antisemitische boodschappen zijn in strijd met de waarden waar Amnesty voor staat. Wij betreuren dan ook dat Amnesty hiermee in verband wordt gebracht door een commentaar onder een filmpje waarin een vertegenwoordiger van onze organisatie wordt geïnterviewd. Het filmpje waar de anonieme lezer naar verwijst, is afkomstig van de you tube pagina van Associated Press. Het spreekt vanzelf dat Amnesty noch de controle heeft, noch de verantwoordelijkheid draagt van wat er op deze internetpagina verschijnt.

Advertentie

Wij betreuren dat de kritiek die wij krijgen niet gestoffeerd is met inhoudelijke argumenten. Dat sterkt ons in de overtuiging dat onze publicaties feitelijk moeilijk aanvechtbaar zijn. Amnesty staat gekend om zijn betrouwbaar en nauwgezet onderzoek aan de hand van divers bronnenmateriaal. Dat is een beleid waar onze Internationale Ledenvergadering op toeziet. Wij nodigen critici uit het bronnenmateriaal te raadplegen, in plaats van Amnesty blindelings te beschuldigen ‘enkel Palestijnse bronnen’ te gebruiken. Al 5 jaar brengt Amnesty-activist Pieter Stockmans evenveel tijd door in Israël als in de bezette Palestijnse gebieden. Hij bracht ook een bezoek aan Sderot, het Israëlische stadje aan de grens met de Gazastrook dat regelmatig beschoten wordt. Hij zag daar raketinslagen in een speeltuin van kinderen. Stockmans vermeldde dit tijdens de lezing, maar de anonieme lezer verkoos om een leugen te verkondigen: “In Tel Aviv landde hij op Ben Goerion Airport – tot zover zijn bezoek aan Israël – en reed toen spoorslags naar de Westbank waar hij dubieuze informatie vergaarde om zijn Israëlhaat te stofferen.”

Wij merken een groeiende, en duidelijk aangestuurde tendens van het ‘demoniseren’ van mensenrechtenorganisaties die actief zijn rond het Israëlisch/Palestijnse conflict. Steeds meer wordt kritiek op mensenrechtenschendingen vanwege de Israëlische regering automatisch als antisemitisme bestempeld. Amnesty voelt zich niet aangesproken. Wij klagen overal ter wereld mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdaden aan, ook, en zeker, als ze gepleegd worden door staten die zichzelf een democratie noemen. Spijtig genoeg blijkt deze tactiek van ‘demonisering’ effectief, als hij maar vaak genoeg wordt toegepast en als er te weinig tegen gereageerd wordt. In de VS heeft deze tactiek ervoor gezorgd dat kritiek op grove mensenrechtenschendingen vanwege de Israëlische overheid heel moeilijk is geworden. Journalisten, academici, middenveldorganisaties worden zwaar onder druk gezet als ze mensenrechtenschendingen aanklagen. Zo ver mag het in ons land niet komen. Amnesty zal daar mee op toezien en steeds reageren wanneer mensenrechtenverdedigers ten onrechte worden zwartgemaakt om schendingen te vergoelijken.

Wie het jaarrapport van Amnesty International 2009 er op naslaat, kan vaststellen dat Amnesty International allerminst een eenzijdig beeld schetst. Maar liefst 157 landen worden onder de loep genomen. Israël wordt niet geviseerd, zoals opnieuw blijkt uit het meest recente Amnesty-bericht naar aanleiding van de top van Arabische Liga op 27 maart 2010: “Dezelfde mensenrechten moeten op dezelfde manier worden toegepast op conflicten in Israël en de bezette Palestijnse gebieden, Soedan, Somalië en Jemen. In al deze conflicten zijn het nog steeds de burgers die de grootste kost betalen, terwijl de lidstaten van de Arabische Liga (…) politieke overwegingen zwaarder laten doorwegen dan hun verplichtingen tegenover het internationale recht.” En zouden wij werkelijk de middelen van onze beweging investeren in onderzoek naar mensenrechtenschendingen in de interne strijd tussen Hamas en Fatah en er een omvattend rapport over publiceren, als het ons enkel om Israëlhaat te doen zou zijn? Amnesty-sympatisanten kennen hun organisatie terecht als een organisatie die het niet opneemt voor bepaalde groepen, maar voor slachtoffers van mensenrechtenschendingen, tot welke groep zij ook behoren. Amnesty is niet pro-Palestijnen of pro-Israël. Amnesty is pro-mensenrechten.

Amnesty International hoopt dat Israëli’s en Palestijnen een duurzame vrede vinden. Hoe kan een Israëli die in angst leeft voor een raket die op de speeltuin van zijn kind kan vallen, openstaan voor de andere? Hoe kan een Palestijnse boer die zijn inkomen verliest doordat een leger hem de toegang tot zijn eigen grond ontzegt, openstaan voor de andere? Openheid kunnen we enkel creëren door een wederzijds respect voor mensenrechten.

Karen Moeskops, directeur Amnesty International Vlaanderen, Pieter Stockmans, coördinator Landenteam Israël/bezette Palestijnse gebieden/Palestijnse Autoriteit