Dossier onder de loep: De Palestijnse vluchtelingen

D814-031De tijd heelt het ergste leed, zo wordt gezegd. Het tegendeel is waar voor wat de problematiek van de Palestijnse vluchtelingen betreft. De 600.000 oorspronkelijke vluchtelingen zijn ondertussen aangegroeid tot enkele miljoenen. In de loop der jaren groeide de vluchtelingenkwestie uit tot het meest ‘succesvolle’ politieke wapen in de strijd tegen Israël en het voornaamste struikelblok voor een permanente vredesregeling. Maar wat zeggen de VN resoluties nu eigenlijk over de Palestijnen die in 1948 hun dorp ontvlucht zijn? Een reden om zich onder te dompelen in de regels van het internationale recht, ver weg van de dagelijkse portie ‘emo-verslaggeving’, die we sinds het conflict in Gaza door de media voorgeschoteld krijgen.

Door Savasorda

Recht op terugkeer

Salman Abu-Sitta verwoordt het in een publicatie van het Nederlandse Palestina Comité, als volgt: ‘De Palestijnse vluchtelingen weten zich solide gesteund door het internationaal recht. VN-resolutie 194 is in de 52 jaar die tussen 1948 en 2000 zijn verstreken 135 maal door de internationale gemeenschap herbevestigd. Het betreft hier een onvervreemdbaar recht, waaraan elke politieke overeenkomst ondergeschikt is, dat niet ingeperkt kan worden, noch bij volmacht of door wie dan ook weg onderhandeld kan worden’. (Soemoed 27/245).

Abu-Sitta is niet alleen, overal ter wereld wordt resolutie 194 aangehaald als het internationaal document bij uitstek om het Palestijnse recht op terugkeer te rechtvaardigen. Dat is in ons land niet anders, getuige de vele opiniestukken in kranten als De Morgen en op websites van het Actieplatform Palestina. Op 14 januari van dit jaar onderschreven een heleboel academici (alweer) een oproep tot boycot van Israël en in hun tekst kon je ook volgend zinnetje terugvinden: ‘Ook de miljoenen Palestijnse vluchtelingen blijven in de kou staan, al hebben ze volgens VN-resolutie 194 al sinds december 1948 het recht om terug te keren naar hun land’. Maar klopt dat wel? Laten we resolutie 194 van dichtbij bekijken.

Resolutie 194 van de Algemene Vergadering van de VN (11/12/1948)

Resolutie 194 ontstond in de nadagen van de Israëlische onafhankelijkheidsoorlog, waarin de Arabische buurstaten de pas ontstane Joodse staat probeerden ‘in de zee te drijven’, zoals dat in die tijd plastisch werd omschreven. De UNO-resolutie bestaat uit vijftien punten, waarvan de belangrijkste zijn:

  • Artikel 4 & 5 waarin beide partijen opgeroepen worden om zo spoedig mogelijk contact op te nemen met de Verzoeningscommissie om alle onderlinge problemen eens en voor altijd op te lossen via onderhandelingen.
  • Artikel 7 over de bescherming en vrije toegang tot de heilige plaatsen.
  • Artikel 8 over de ontwapening van Jeruzalem, dat onder directe controle van de VN zou moeten komen.
  • Artikel 9 over de vrije toegang tot Jeruzalem.
  • Artikel 11 over de terugkeer van vluchtelingen en schadevergoeding aan hen die niet terug willen keren. Dit artikel stelt: ‘The refugees wishing to return to their homes and live at peace with their neighbours should be permitted to do so at the earliest practicable date’. Vertaald: ‘De vluchtelingen die wensen terug te keren naar hun thuis en in vrede leven met hun buren zouden terug mogen keren en dit op de eerstvolgend uitvoerbare datum’.

Hierbij enkele belangrijke opmerkingen:

arabische
Een Arabisch vluchtelingenkamp
  • De tekst stelt niet dat alle vluchtelingen terug moeten keren, maar terug zouden mogen keren. Er staat niet ’the refugees must be permitted to return’ maar wel ‘should be permitted to return’.
  • Resoluties van de Algemene Vergadering van de VN zijn niet bindend volgens het internationale recht. Daarom kan resolutie 194 ook niet als een onderdeel van dat internationale recht worden beschouwd. Enkel resoluties van de Veiligheidsraad zijn bindend.
  • Wat bijna niet geweten is, is dat de Arabische landen tegen resolutie 194 stemden! Waarom dan? Simpel, net omdat er geen verplichting in staat die het recht op terugkeer voor de Palestijnen garandeert! Egypte, Irak, Libanon, Saoedi-Arabië, Syrië en Jemen stemden tegen de resolutie. Jordanië was toen nog geen lid van de Verenigde Naties.
  • Wat ook niet verteld wordt is dat Israël vóór resolutie 194 stemde! Net omdat het bereid was te praten met de Arabische landen om een oplossing te vinden. De Arabische landen weigerden echter om Israëlische vertegenwoordigers te ontmoeten, laat staan met hen te onderhandelen over een vreedzame regeling.
  • En een Joodse vluchtelingenkamp
    En een Joods vluchtelingenkamp

    De Arabische landen verwierpen ook alle andere paragrafen uit de resolutie, met name die over de demilitarisering van Jeruzalem, de vrije toegang tot de heilige stad, het opstellen van een verzoeningscommissie en de erkenning van de staat Israël. Je kunt moeilijk, tientallen jaren na datum zeggen dat je de resolutie wel goed vindt, en nog meer, dat je er slechts 1 artikel uit wenst te respecteren. Dat is absurd. En nog meer, een artikel waarbij je van een vraag (should be) een eis maakt(must be).

  • Let wel, het artikel heeft het niet over Palestijnse of Arabische vluchtelingen maar over ‘vluchtelingen’ tout court. Reden hiervoor is dat ook honderdduizenden Joden moesten vluchten uit Arabische landen na de oprichting van Israël. De resolutie geldt eveneens voor hen terwijl het duidelijk is dat zij niet terug kunnen keren naar hun huizen in Egypte, Syrië, Libanon enz.
  • Een ander vermeldenswaardige opmerking: met geen woord rept de resolutie over de nazaten van de vluchtelingen!
Advertentie

Een groot aantal vervolgresoluties van de VN, zoals resolutie 242 van de Veiligheidsraad roepen op tot een eerlijke oplossing van het vluchtelingenprobleem, zonder enige verwijzing naar vroegere resoluties. Ze zijn dus geen ‘bevestiging’ van het ‘Recht op Terugkeer’, zoals vaak wordt geopperd.

Verder staat er in Resolutie 194: ‘de Verzoeningscommissie heeft de opdracht de repatriëring, de herhuisvesting en de economische en sociale rehabilitatie van de vluchtelingen te bevorderen, alsook de uitbetaling van compensatie(gelden)’.
Maar, in geen enkel Arabisch land kregen de Palestijnen het burgerschap, behalve in Jordanië, waar dit alleen maar gebeurde in het kader van de aanhechting van de Westbank, een gebied dat het land bezet hield sinds de oorlog van 1948 tot 1967. Ook in Arabische landen leven de Palestijnen verplicht in armoedige vluchtelingenkampen. Van herhuisvesting en van economische en sociale integratie kwam evenmin iets in huis. Bovendien overtraden de Arabische landen zestig jaar lang artikel 11 door te weigeren om enige compensatie te betalen voor de Joodse vluchtelingen, die uit de Arabische landen verdreven werden.
In 1985 kwam de Algemene Vergadering met een rapport, waarin ze toegaf dat de Verzoeningscommissie had gefaald. In dat rapport staat dat Israël noch de Arabische landen akkoord gingen met de resolutie. ‘De Arabische overheden echter zijn niet bereid om punt 5 van de resolutie uit te voeren, waarin wordt opgeroepen om tot een algemeen akkoord te komen over alle kwesties tussen hen en Israël. De Arabische overheden in hun contact met de Commissie hebben op geen enkele wijze aangetoond, klaar te zijn voor een vredesregeling met de Staat Israël’ (paragraaf 8).

De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens:

Artikel 13

1.       Een ieder heeft het recht zich vrijelijk te verplaatsen en te vertoeven binnen de grenzen van elke Staat.
2.       Een ieder heeft het recht welk land ook, met inbegrip van het zijne, te verlaten en naar zijn land terug te keren.

Artikel 17

1.       Een ieder heeft recht op eigendom, hetzij alleen, hetzij samen met anderen.
2.       Niemand mag willekeurig van zijn eigendom worden beroofd.

Artikel 29

1.       Een ieder heeft plichten tegen de gemeenschap, zonder welke de vrije en volledige ontplooiing van zijn persoonlijkheid niet mogelijk is.
2.       In de uitoefening van zijn rechten en vrijheden zal een ieder slechts onderworpen zijn aan die beperkingen, welke bij de wet zijn vastgesteld en wel uitsluitend ter verzekering van de onmisbare erkenning en eerbiediging van de rechten en vrijheden van anderen en om te voldoen aan de gerechtvaardigde eisen van de moraliteit, de openbare orde en het algemeen welzijn in een democratische gemeenschap.
3.       Deze rechten en vrijheden mogen in geen geval worden uitgeoefend in strijd met de doeleinden en beginselen van de Verenigde Naties.

Artikel 30

Geen bepaling in deze Verklaring zal zodanig mogen worden uitgelegd, dat welke Staat, groep of persoon dan ook, daaraan enig recht kan ontlenen om iets te ondernemen of handelingen van welke aard ook te verrichten, die vernietiging van een van de rechten en vrijheden, in deze Verklaring genoemd, ten doel hebben.

Advertentie

Wat ook vaak wordt aangehaald als basis voor het recht op terugkeer is de Universele verklaring van de Rechten van de Mens. Artikel 13 is bedoeld om burgers het recht te geven om hun land te verlaten, wat in sommige landen niet toegestaan was (zoals bijvoorbeeld in de voormalige Sovjet-Unie). De clausule dat deze burgers ook het recht hadden om naar hun land terug te keren ontstond in dezelfde context.

Juridisch gesproken waren de Palestijnen nooit burgers of inwoners van Israël, zodat deze regel in hun geval niet van toepassing is.

Bovendien kan artikel 29/2 enkel tegen het Palestijnse recht op terugkeer geïnterpreteerd worden. Want hoe zouden de rechten en vrijheden en het algemeen welzijn van de grote meerderheid van de Israëlische burgers nog kunnen verzekerd worden wanneer 4 à 5 miljoen (dat aantal wordt aan Palestijnse zijde naar voren geschoven) Palestijnen, die geen enkele band met Israël hebben het land binnenstromen?

Ook stelt de verklaring dat deze mensenrechten niet uitgeoefend mogen worden tegen de doelstellingen en principes van de Verenigde Naties. Het vernietigen van de Israëlische soevereiniteit ten gevolge van een massale Palestijnse instroom is een schending van artikel 1, paragraaf 2 van het Charter van de Verenigde Naties, dat stelt dat de UNO gebaseerd is op het principe van de soevereine gelijkheid van alle leden.

Verschillende Arabische leiders hebben in het verleden verklaard dat “indien de vluchtelingen naar Israël terugkeren, Israël zou ophouden te bestaan” (President Nasser van Egypte, 1960). Hedendaagse uitspraken van Hamasleiders of van de Iraanse president Ahmedinejad wijzen erop dat dit nog steeds voor hen het na te streven doel is.

Twee staten voor twee volkeren
Maar Israëlische leiders zijn ook niet blind voor de huidige problemen: ze beseffen dat de Palestijnen ten gevolge van al die ‘gemiste kansen’ vaak in erbarmelijke omstandigheden leven en ze willen een echte vredesregeling. Daarom hebben ze er ook mee ingestemd dat er een Palestijnse staat komt opdat er twee staten zouden zijn voor twee volkeren.

Het probleem is echter dat de Palestijnen de Israëlische voorstellen nooit hebben willen aanvaarden. Zelfs toen Ehud Barak op de vredesonderhandelingen in Camp David en Taba (2000-2001) het aanbod deed om 96% van het sinds 1967 bezette gebied te ontruimen, botste dit op een afwijzing door Arafat die bleef eisen dat alle vluchtelingen en hun nakomelingen naar Israël zouden mogen terugkeren. Arafat eiste met andere woorden, twee staten voor één volk!

Besluit
Uit de analyse van de wetteksten blijkt dat er geen internationaal erkend ‘Recht op Terugkeer’ voor de Palestijnse vluchtelingen bestaat.
Net zoals het moedwillig in stand houden van de vluchtelingenkampen gedurende 60 jaar bedoeld is als een ‘politiek wapen’, is het steeds herhalen van het zelfverklaarde ‘recht op terugkeer’ een belangrijk wapen geworden in de strijd om de publieke opinie. Herhaling is een belangrijk pedagogisch principe: als men een stelling voldoende herhaalt raakt die algemeen bekend en verkrijgt die zo een zekere geloofwaardigheid. Daarom wil Savasorda feiten naar voren brengen om de in brede kringen aanvaarde slogans op hun waarde te toetsen en zo nodig te weerleggen.

Natuurlijk zijn er naast de juridische aspecten nog heel wat andere belangrijke elementen in het Palestijnse vluchtelingenprobleem. In één van onze volgende onderzoeken zullen die zeker aan bod komen.

bronnen:
1.
Alex Safian, http://www.camera.org/index.asp?x_context=7&x_issue=8&x_article=185
2.  Committee for Accuracy in Middle East Reporting in America
3.
Salman Abu-Sitta http://www.palestina-komitee.nl/soemoed/27/245
4.       http://www.actieplatformpalestina.be/content/achtergrondinfo/algemeen/Recht%20op%20terugkeer%20Palestijnse%20Vluchtelingen.pdf
5.       De universele verklaring van de rechten van de mens
6.       http://www.cidi.nl/dossiers/vl/1948-12-11.html
7.      http://nl.wikipedia.org/wiki/Resolutie_194_Algemene_Vergadering_Verenigde_Naties
8.      Wim Kortenoeven, Feiten en achtergronden van het Arabisch-Israëlisch conflict, Soesterberg, 2005