Joodse Job Cohen (PvdA) grootste kanshebber premierschap Nederland
Als we de politieke analisten mogen geloven – en niet de eerste de beste – zit de Amsterdammer Job Cohen gebeiteld om het premierschap van Jan-Pieter Balkenende over te nemen. Daarmee zou Nederland voor het eerst een Joodse eerste minister krijgen en één met de meest uitgesproken Joodse naam die te bedenken valt.
Zowel de New York Times als de Duitse krant Der Spiegel zijn van oordeel dat hij de volgende premier wordt. Ook twee opiniepeilingen in Nederland wijzen in die richting. Een peiling van het instituut Maurice de Hond geeft Cohen 55% van de stemmen, Balkenende 25% en Wilders 17%. In een poll van de EenVandaag (bekend Nederlands TV-programma, nvdr) waarin 16.000 deelnemers naar hun mening werd gevraagd, toont hetzelfde beeld.
Cohen kwam eerder al in beeld als mogelijke premier bij een vorige verkiezing, maar de uitslag van zijn partij was toen dermate teleurstellend dat de christendemocraten de premier konden leveren. Na het onverwachte vertrek van Wouter Bos als lijsttrekker van de PvdA aan het begin van deze maand, zien de kansen van Cohen er echter beter uit. Iedereen gaat er namelijk vanuit dat het verlies van de christendemocraten bij de afgelopen gemeenteraadsverkiezingen zich ook zal vertalen in verlies bij de komende parlementsverkiezingen (in juni) en volgens de opiniepeilingen zit Cohens partij ook daarvoor in de lift.
Job Cohen is natuurlijk het best bekend als burgemeester van Amsterdam, hij werd in Haarlem geboren als Marius Job Cohen op 18 oktober 1947. Zijn beide ouders overleefden de oorlog door onder te duiken en voor hen was het naar eigen zeggen het mooiste geschenk dat hun zoon uitgerekend in de stad waar zij moesten onderduiken voor de nazi’s, burgemeester werd. Cohen werd in 2005, na de moord op Theo van Gogh, door een moslimextremist ook ernstig bedreigd, maar wist zijn natuurlijke leiderschap aan te wenden om de hoogoplopende spanningen tussen de verschillende bevolkingsgroepen te beheersen, waarop Time Magazine hem uitriep als Europese held van het jaar 2006. Cohen, die vrijzinnig-joods is, zei in een interview dat het burgemeesterschap van Amsterdam zijn bewustzijn voor zijn Joods zijn heeft aangescherpt.
Voor zijn criminaliteitsbeleid kreeg Cohen bakken kritiek over zich heen, men verweet hem een te softe aanpak. Maar Cohen bleef overtuigd en zei na de moord op Theo van Gogh: “Ik ben er meer dan ooit hartgrondig van overtuigd dat er uiteindelijk geen andere manier is om vooruit te komen”. In 2006 bewezen de misdaadcijfers zijn gelijk en sindsdien verliest Amsterdam in een ijltempo zijn bedenkelijke status van ‘de stad waar alles is toegelaten’. Het beleid van Cohen dat er op gericht is om groepen in te sluiten in de samenleving in plaats van ze uit te sluiten, werpt zijn vruchten af en de slimme politicus is daarmee bij de Nederlandse burger in aanzien gestegen.
Een andere Duitse krant, Die Welt, neemt de gevolgen van de onverwachte wending in de Nederlandse politiek voor de extreemrechtse PVV van Geert Wilders onder de loep en concludeert dat die, door het aantreden van Job Cohen, in vrije val geraakt is en hoe dan ook de volgende vier jaar in de oppositie mag gaan zitten kniezen. “Het lijkt erop dat Cohen het antidepressivum is dat we nodig hebben”, aldus een lezer. In Israël reageert het publiek verdeeld, nogal wat lezers reageren uit vrees voor een verslechtering van de relaties tussen Israël en Nederland met een linkse Cohen.