Opiniestuk van Hilde Kieboom in De Morgen

Volgend opiniestuk van Hilde Kieboom verscheen vandaag in de krant De Morgen. Ze vroeg om deze tekst ook hier te plaatsen.

Laat me eerst een misverstand wegnemen: het was nooit mijn bedoeling om de ‘amnestie-eis op de in- of preformatietafel van Bart De Wever en Elio Di Rupo te leggen’, zoals het de afgelopen weken her en der te lezen stond.  Ik begrijp ook wel dat het al een half mirakel zou zijn als die twee heren en hun partijen in de formatieperiode een akkoord zouden vinden over institutionele hervormingen, sociaal-economische herstelmaatregelen en de sanering van de openbare financiën. Mijn reflectie over het onverzoende oorlogsverleden van ons land in het Knack-interview van eind juni ging verder: namelijk dat een eventueel ‘compromesso storico’ waar een regering geleid door N-VA aan Vlaamse kant en door PS aan Franstalige kant voor zou staan, ook een kans zou bieden voor verzoening in het heikele dossier van het Belgische oorlogsverleden. Dat dit idee in nieuwsarme zomer- en formatietijden mediatiek zou worden uitvergroot tot een concreet voorstel of zelfs tot een ‘eis’, behoort tot de wetten van het mediaspel, die ik niet anders kan dan aanvaarden. Ook alle complottheoriën – alsof ik zou zijn uitgestuurd door het Vaticaan,het Hof, of De Wever himself – neem ik er gerust bij: ik wacht alleen nog op de suggestie dat de CIA achter mijn uitspraak  zat.

Dat het woord ‘amnestie’ enorm gevoelig ligt in de Belgische geschiedenis, wist ik natuurlijk wel. Dat het  zo gevoelig ligt heb ik misschien onderschat. Maar aan de andere kant: had ik het alleen over ‘verzoening’ gehad, dan had men die term wellicht als ‘wollig’ omschreven. Wat is overigens amnestie? Ik moet zeggen dat ik dat niet weet: ik ben geen jurist, geen politica, geen historica. Ik had het dan ook steevast over ‘een of andere vorm van amnestie’. Tegelijk stel ik vast dat ook juristen, politici en historici het er niet over eens zijn: de enen stellen dat amnestie ‘amnesie’ zou inhouden, terwijl anderen zeggen dat ‘vergeven’ niet hoeft neer te komen op ‘vergeten’. Voor de enen betekent amnestie het uitwissen van de ‘schuld’, alsof er nooit een fout zou zijn geweest, terwijl anderen zeggen  dat amnestie alleen neerkomt op het uitwissen van de ‘straf’, overigens na schuldbekentenis. Voor de enen kan amnestie aanleiding geven tot keiharde financiële compensatieclaims, terwijl het voor anderen niet meer hoeft te zijn dan loutere symboliek. ‘Amnestie’ zou een fout signaal zijn naar de jongere generaties, omdat het het verschil tussen goed  en kwaad zou uitwissen, terwijl het voor anderen juist betekent een streep onder het verleden te trekken om zo een nieuwe toekomst op te bouwen. En zo kan ik nog even doorgaan. Kortom, het debat verzandt in een oeverloze semantische discussie, en het gebrek aan definitie leidt tot een dovemansgesprek. De vraag van Elio Di Rupo aan UCL-prof Philippe Van Meerbeeck – of er geen andere term dan ‘amnestie’ zou kunnen worden bedacht – is dus niet onterecht. Wat dacht u van ‘verzoening’?

Er waren uitgesproken negatieve reacties vooral vanuit de joodse wereld, weerstanders- en antifascistische organisaties, overigens met respect voor mijn persoon en mijn goede bedoelingen geformuleerd, wat ik waardeer. Ik heb alle begrip voor hun huiver: als ‘verzoening’ zou betekenen dat collaboratie met het nazi-fascisme zou worden vergoelijkt of dat het leed van de slachtoffers zou worden gebanaliseerd, dan hoeft het voor mij ook niet. In heel wat persoonlijke contacten met critici uit deze hoek heb ik dat hopelijk duidelijk kunnen maken.

Advertentie

Volledigheidshalve moet ik hier evenwel aan toevoegen dat ik ook heel veel goede reacties heb gekregen, uit de meest verschillende hoeken : Vlamingen én Franstaligen, gelovigen en vrijzinnigen, pro-Belgische en pro-Vlaamse kringen, ‘witte’ en ‘zwarte’ milieus. Al deze dingen bevestigen mij, nog meer dan voorheen, in mijn aanvoelen: dit land kampt wel degelijk met een onverwerkt verleden, en een of ander signaal van verzoening zou nog altijd welgekomen zijn. Wanneer is het de geschikte tijd daarvoor?  Mijn motto is: beter laat dan nooit. Anders is  het zoals de Engelsen zeggen: “for a long time it seemed too early, and then suddenly it appeared to be too late.”

Vanuit mijn werk met Sant’Egidio in vredesbemiddeling na gewapende conflicten in de Balkan, Afrika en Latijns-Amerika, weet ik: verzoening is altijd een moelijke oefening.  Zeker als het gaat over je eigen land en je eigen verleden. Dat neemt niet weg dat het best wel gebeurt: want het is niet automatisch zo dat een de wonde van een onverzoend verleden uiteindelijk wel cicatriseert en heelt met de tijd. Eerder ettert ze verder, zelfs van generatie op generatie, en geeft ze aanleiding tot nieuwe vormen van haat, vijanddenken en gebeurlijk zelfs nieuw geweld.