Rabbijn Daum over ‘orthodoxie tegenover zionisme’ en de ‘reformbeweging in de V.S.’


In ons maandblad brengen wij een uitgebreide reeks over het “Sociaal, religieus en cultureel overzicht van de ontwikkeling van het Jodendom”. Deze reeks is thans al aan zijn 11de editie toe (maart 2011). Hieronder brengen we deel vijf. Deze kunt u ook downloaden als PDF.

De Reformbeweging in de Verenigde Staten van Amerika en Canada –
De houding van de orthodoxie tegenover het opkomende zionisme

Door prof . Rabbijn Ahron Daum ,B.A. MS., ANTWERPEN

De auteur is opperrabbijn emeritus van de Joodse gemeente van Frankfurt-am-Main en woont thans in Antwerpen. Hij is erkend leraar joodse godsdienst en onderwijst ook op individuele basis Hebreeuws en joodse studies. Tevens is hij actief op het domein van joods-religieuze outreach. Contact opnemen kan per e-mail via ahron. daum@pandora.be of telefonisch op 03 218 65 56 – 0486 520 330

De New York Central Synagogue
In het wereldcentrum van de Reformbeweging ontwikkelden de reformgemeenten zich volledig onafhankelijk. De eerste tempel werd door Duits-Joodse immigranten in 1841 in South-Carolina gebouwd. In het midden van de 19de eeuw introduceerde men belangrijke veranderingen in de gebedenboeken van de traditionele gemeenten. Onder het bewind van de reformrabbijn Jitschak Meir Wise (1819-1900) kende het Reform Jodendom een echte bloei in Noord-Amerika. Hij streefde ernaar om het Reform liberale Jodendom als toonaangevend te ontwikkelen, om zo de traditionele orthodoxe gemeenschap te beïnvloeden.

Zijn medestander, de reformrabbijn David Einhorn (1809-1879), opponeerde vurig tegen elk contact met het religieus traditionele jodendom die volgens hem een ouderwetse traditie was en niet compatibel met de Moderne Tijd. Hij pleitte voor een universeel contact met de niet-Joodse omgeving.

Advertentie

In 1875 heeft men in Cincinnati het Reform Rabbijnseminarie Hebrew Union College opgericht, die tot op vandaag het belangrijkste centrum is voor het opleiden en rekruteren van Reform-rabbijnen, dit voor zowel vrouwen als mannen.

Op een belangrijke conferentie in 1885 te Pittsbourg uitte men heel kritische tonen tegen de Halacha (Joodse Wet) en Talmoed, waarbij een zeer distantiërende houding werd aangenomen tegen elke zionistische gedachte.

Zelfs na de Balfour Declaratie in 1919, toen het Joodse volk een recht op het thuisland in Palestina werd toegestaan, werd deze antizionistische koers verdergezet, dit omdat ze hinder en achteruitgang vreesden in hun streven om de Joden daar te ‘amerikaniseren’. Het zionistisch idee was vooral van toepassing op de door pogroms vervolgde en gediscrimineerde Joodse massa in Oost-Europa.

Hun radicale verandering in deze instelling is vast te stellen aan de vooravond van de Shoah in Europa in 1937. Het Reform-jodendom, dat het jodendom van het prille begin tot nu alleen als een geloofsgemeenschap zag, kwam terug tot de oorsprong namelijk dat de Joden een volk en natie zijn, en ondersteunde het idee van een Joods vaderland.

Deze verandering kan ook gezien worden in het licht van de grote immigratie (voor en na de Tweede Wereldoorlog) van Oost- en West-Europese Joden naar Amerika. Naast een sociale vooruitgang werd naar een meer traditioneel nationaal georiënteerde Reformbeweging verlangd.

Deze nieuwkomers uit Europa bewerkstelligden in de Amerikaanse Reformbeweging vele veranderingen. Zij waren langzamerhand ook de spirituele leiders geworden die zeer geëngageerd het zionisme ondersteunden en de moderne Hebreeuwse taal weer als een verenigd nationaal element zagen.

Een van de geprofileerde en zionistische leiders is Magnes Judah Leon (1877-1948), die zijn rabbinale functie in Amerika opgaf en naar het toenmalige Palestina emigreerde. Daar stichtte hij de Hebreeuwse universiteit in Jeruzalem waar hijzelf de eerste rector van was. Verder was hij een pionier op het gebied van het bestendigen van de vrede tussen Joden en Palestijnen.

Advertentie

Als gevolg van de Shoah zijn de Joodse overlevenden van de uitroeiingkampen en het bevrijde Europa massaal naar Amerika en het toenmalige Palestina geëmigreerd om niet meer verder te moeten leven op de bloedige Europese bodem alsook om contact te vermijden met deze overwegend passieve, collaborerende en koude omgeving.

Deze Joodse vluchtelingen en emigranten hebben in grote mate bijgedragen tot de verandering van het antizionistische standpunt van de Reformbeweging. Met andere woorden, de Reformbeweging reformeerde opnieuw. Nu staat ze volledig achter het zionistische idee en een Joodse thuisland en staat, Eretz Jisraël.

De houding van de orthodoxie tegenover het opkomend zionisme

Een verandering in de houding van de orthodoxe maatschappij heeft plaats met de opkomst van het moderne zionisme. Deze eerste golf van Tsion-Liefhebbers stond in zijn prille begin onder religieuze leiding en inspiratie, met prototypes als Rabbi Tsvi Kalisher en Rabbi Shmuel Mohilewer.

In een latere fase worden deze prototypen vervangen door seculiere, areligieuze maar wel charismatische leiders, zoals Leon Pinsker en Theodor Herzl.

Deze ontwikkeling binnen het vroegere zionisme (van religieus naar seculier) bracht met zich mee dat de orthodoxie meer en meer afstand nam van dit zionisme.

De orthodoxie concentreerde zich rond de Yeshivot (Talmoedscholen) van Oost-Europa, waarvan de beroemdste de jesjiva van Volozhin (Wit-Rusland) was. Ze werd gesticht door Rabbi Chaim van Volozhin (1741-1821), de meest vertrouwde leerling van de Gaon van Vilna, Rabbi Shlomo ben Elia.

Deze jesjiva moest uiteindelijk, na meer dan honderd jaar bloei, de deuren sluiten doordat de Russische tsaristische regering eiste dat de leerlingen en de aanstaande rabbijnen naast hun religieuze opleiding ook een minimum seculiere opleiding volgden. De laatste twee bekende rabbijnen die deze jesjiva leidden, Rabbi Chaim van Brisk en Rabbi Naftali Tzvi Berlin, weigerden dit.

Rabbi Naftali Tzvi Berlin was bekend voor zijn encyclopedische kennis alsook voor zijn fenomenaal herinneringsvermogen. Hij heeft o.a. een beroemd commentaar geschreven op de Thora onder de naam Ha’emek Davar. Naast een ongelofelijke liefde voor het land Israël, was hij een geëngageerde Tsion-Liefhebber en steunde met raad en daad de eerste kern van de Chovevei Tsion (de eerste terugkerenden naar Eretz Israël). Zijn zoon, Rabbi Meir Bar Ilan (1880-1947) was een van de kopstukken van de Mizrachi-beweging. Naar hem is de enige religieuze universiteit van Israël genoemd, namelijk de Bar Ilan Universiteit in Ramat Gan.

Rabbi Chaim Soloveitchik is afkomstig uit een zeer beroemde dynastie van rabbijnen. Zijn vader, Rabbi Joseph Ber Soloveitchik (1820-1892) was rabbijn in meerdere steden, waaronder Brisk in Polen. Zijn zoon, Rabbi Chaim, was getrouwd met de kleindochter van de Netziv. Samen met zijn aangetrouwde grootvader leidden zij de Volozhin jesjiva als rectoren. Rabbi Chaim werd wereldberroemd door zijn analytische methodiek in het leren en het begrijpen van de Talmoed. Vandaag wordt zijn leermethode bijna in alle Yeshivot en niet-chassidische Talmoedscholen gedoceerd. Na de sluiting van de Volozhin jesjiva keerde Rav Chaim van Brisk naar zijn geboortestad terug en bleef daar als rabbijn werken.

Beide rabbijnen hadden een diametrale houding tegenover het moderne zionisme. Rabbi Naftali Tzvi Berlin was tijdens zijn leven een grote supporter vanaf de eerste fase Chovevei Tsion tot en met de zionistische beweging van Herzl. Zijn zoon, Rabbi Meir Berlin, heeft in grote mate de nationale religieuze zionistische beweging Mizrachi geformeerd en beïnvloed.

Aan de andere kant was Rabbi Chaim van Brisk eerder terughoudend, sceptisch en zelfs vijandig tegenover het zionisme. Dit vooral omdat hij het seculiere, profane karakter van de zionistische beweging als een bedreiging voor de Thorawereld zag. De meeste grote Litouwse citadellen van Talmoed hebben zijn grote voorbeeld gevolgd. Deze Yeshivot ontwikkelden een zeer gedistantieerde houding tegenover het zionisme.

Vooral in de chassidische dynastieën van Oost-Europa, die zich in korte tijd verspreidden, cultiveerde men een vijandige houding tegen het zionisme, dit tot aan de Shoah. Men zag in deze beweging een reflectie van een geseculariseerd jodendom dat niet compatibel is met de Thoragetrouwe ideeën van het chassidisme.

De orthodoxe en de ultraorthodoxe, chassidische dynastieën Munkasz en Satmar, zagen in de Mizrachi-beweging een legitimatie en het verlenen van een koosjer certificaat voor het bevorderen van onkoosjere ideeën en praktijken. Dit kwam er vooral na het 10de zionistische congres in 1911 te Basel, waar men naast een politieke dimensie ook een culturele, profane dimensie aan het zionisme toekende.

Nederlandse bewerking: Bathia Chava (Petra Vanhamme)