Toespraak Sam van Rooy bij de herdenking van Mala Zimetbaum
De jaarlijkse plechtigheid die B’nai B’rith Antwerpen organiseerde ter nagedachtenis van de vermoorde Antwerpse heldin Mala Zimetbaum lokte dit jaar veel publiek. Een verslag van deze avond kan u terugvinden in onze eerstvolgende editie.
Voo wie er niet bij kon zijn brengen wij hier de integrale speech van Sam Van Rooy, gastspreker van de avond.
Spreektekst herdenking Mala Zimetbaum over antisemitisme, door Sam van Rooy
Geachte dames en heren,
Beste vrienden,
Het is een grote eer om als vriend van het Joodse volk en verdediger van Israël, hier vanavond, op de herdenking van de moedige Mala Zimetbaum, te mogen spreken.
Advertentie
Mala Zimetbaum moet voor ieder van ons een voorbeeld zijn en blijven. Een voorbeeld van hoe iemand die misschien relatief makkelijk de oorlog zou kunnen hebben overleefd, er toch voor koos om haar leven te wagen. Haar moed staat in schril contract met de houding van vele mensen, die als gevolg van de hedendaagse lafheid en onverschilligheid, zelfs in onze relatief veilige samenleving nog niet durven op te treden wanneer men getuige is van een daad van antisemitisme.
Vorig jaar heeft de voorzitter van B’Nai B’Rith, Dr. René Trau, een aantal pertinente dingen gezegd over antisemitisme. Twee stellingen uit zijn betoog zouden nog in ieders geheugen gegrift moeten staan: “Antisemitisme is terug” en “Passiviteit staat gelijk aan medeplichtigheid”. Ik kom daar later op terug.
Wij kunnen op een herdenking als deze inderdaad niet voorbijgaan aan dat verschrikkelijke woord, aan die aperte vorm van racisme, aan die afschuwelijke discriminatie die ‘antisemitisme’ heet. Dit beladen woord tekent immers jammer genoeg de geschiedenis van het Joodse volk. Het Joodse volk, waarvan vandaag door sommigen – vaak, maar niet altijd, door antisemieten – wordt beweerd dat het niet bestaat – dat het een uitvinding is. Dat is natuurlijk klinkklare nonsens, en hoe wetenschappelijk het zogenaamde ‘bewijs’ daarvan ook is, men moet zich steeds blijven afvragen wat de beweegredenen en intenties zijn van zij die zich bezighouden met dat soort onderzoek en een dergelijke stelling poneren.
Antisemitisme, dames en heren, is een eeuwenoud fenomeen. Het kan voortkomen uit verschillende ideologieën, zoals het christendom, nationalisme, nationaalsocialisme, communisme, racisme, fascisme en de islam.
Sinds de oudheid al treden sentimenten van haat en afkeer jegens Joden op, telkens in andere vormen. In oorsprong droegen deze sentimenten vooral een religieus – een christelijk – karakter. Later werd antisemitisme ook sociaal-economisch gemotiveerd, om in de negentiende eeuw tevens van biologische, raciale, motieven te worden voorzien. Het scala aan vooroordelen jegens Joden is even opmerkelijk als walgelijk: ze beslaan het religieuze, sociologische, economische, politieke en biologisch-racistische domein. Men kan het zo gek niet bedenken of ‘de Jood’ is er al wel eens van beschuldigd. Zo beweerde men in de Middeleeuwen dat de Joden de pest veroorzaakten, onder meer omdat ze weinig of niet besmet raakten. De reden daarvan was echter hun grote mate van hygiëne.
Maar de term antisemitisme werd voor het eerst gebruikt rond 1870 in Duitsland, door de jodenhatende journalist Wilhelm Marr. Hij bedacht de term als eufemisme voor het Duitse Judenhass – Jodenhaat. Hoewel de meeste mensen bij de term antisemitisme onmiddellijk denken aan Hitler, Mein Kampf, nazisme en de jaren dertig van de vorige eeuw, schreef deze Wilhelm Marr in 1880 al een pamflet met als titel: De weg naar de overwinning van het Germanendom over het judaïsme. Daarin schetst hij een beeld van een conflictueuze situatie tussen Joden en Duitsers, gebaseerd op de verschillende kwaliteiten van het ‘Joodse en het Germaanse ras’. Het voortbestaan van het Germaanse ras zou enkel verzekerd zijn als het Joodse ras wordt vernietigd. In 1879 stichtte hij daartoe de Liga van Antisemieten, de eerste Duitse organisatie die specifiek de zogenaamde bedreiging van Duitsland door de Joden wilde bestrijden en hun gedwongen vertrek uit het land aanhing. Moshe Zimmerman schreef de enige omvangrijke studie over deze Wilhelm Marr, met als veelzeggende titel: The Patriarch of Anti-Semitism. Daarin wordt onder andere Marrs samenwerking belicht met andere grondleggers van wat kan worden genoemd het moderne, niet-christelijk geïnspireerde antisemitisme, zoals Karl Marx en de Duitse componist Richard Wagner. Deze laatste concludeerde bijvoorbeeld dat wanneer hij iemand niet mocht, diegene dus wel een Jood moest zijn, of dat anders toch minstens diens moeder een Jodin moest zijn.
Het pamflet van Wilhelm Marr kon wat jodenhaat betreft serieus tellen, maar toen was daar Adolf Hitler, die tijdens zijn gevangenschap Mein Kampf schreef. Na de machtsovername van Hitler in 1933, werd in Duitsland het antisemitisme in zijn uiterste vorm toegepast middels de discriminerende rassenwetten van Neurenberg, die vanaf 1935, ten tijde van het Derde Rijk, werden ingevoerd. Deze antisemitische wetgeving, die voortkwam uit een sociaal-darwinistische denkwijze, escaleerde in de houding dat de Joden en ‘andere inferieure elementen’ moesten worden uitgeroeid. Het ‘Joodse ras’ werd simpelweg als inferieur beschouwd aan het ‘Germaanse ras’. De nazi’s zagen de Joden als ‘bacillen’, als Untermenschen die de Duitse natie ‘ziek maakten’. Wat was begonnen met pesterijen, uitschelden, molestaties en sporadische moorden, ontaardde in de zogeheten ‘Endlösung der Judenfrage’. De Holocaust, of beter de Shoah, waarbij 6 miljoen Joden werden vermoord, grotendeels in concentratie- en vernietigingskampen, werd een feit. Een van deze kampen was Auschwitz-Birkenau, waarnaar in 1942 het 20-jarige meisje Mala Zimetbaum werd gedeporteerd. Door haar tomeloze hulpvaardigheid werd ze al snel de hoop van menig gevangene. Maar ze wilde meer doen. Ze wilde aan de wereld laten weten wat er in Auschwitz gebeurde. Ze wilde laten weten waartoe antisemitisme had geleid. Twee jaar later werd deze heldin, nadat ze na een succesvolle ontsnappingspoging werd opgepakt, geëxecuteerd.
Advertentie
Ofschoon het antisemitisme dat aan de basis lag van deze enorme genocide niet theologisch was geïnspireerd, wordt algemeen aangenomen dat een genocide van dergelijke omvang mogelijk was als gevolg van de aanwezigheid van latent en soms virulent antisemitisme, dat sterk verankerd was in de christelijke cultuur van het Avondland. Vandaag moeten wij blijven hameren op de medeplichtigheid van de Katholieke Kerk aan het wereldwijde antisemitisme, en aan de Jodenvervolging van de nazi’s.
Naast Mein Kampf, dames en heren, zijn er ook de Protocollen van de wijzen van Sion. Het omvat een fictief verslag van een vergadering die in 1897 zou hebben plaatsgevonden, van Joodse leiders die plannen zouden smeden met als doel wereldheerschappij. Voor antisemieten zijn de Protocollen hét bewijs van het ‘Joodse gevaar’, en ze werden gedurende de 20e eeuw dan ook gretig gebruikt door antisemitische bewegingen in Duitsland, Oost-Europa en de VS. In het Midden-Oosten wordt vandaag nog steeds niet getwijfeld aan de echtheid van de Protocollen van de wijzen van Sion, dat er tezamen met Mein Kampf als zoete broodjes verkoopt. Mein Kampf is in het zogenaamde gematigde Turkije reeds aan zijn tiende druk toe. In Beiroet stonden begin 2010 de Protocollen op nummer één in de boeken-toptien. Ook de Afghanen zijn vol bewondering voor Hitlers Mein Kampf.
Dit is geen toeval. Winston Churchill, die terecht de appeasement-politiek van Neville Chamberlain jegens nazi-Duitsland hekelde, noemde Mein Kampf, nadat hij de oorspronkelijke, niet-opgepoetste versie had gelezen, de nieuwe Koran. Churchill vond in het heilige boek van de Mohammedanen niet alleen dezelfde Ubermenschengedachte terug, maar ook het antisemitisme. Nog opmerkelijker is dat de Amerikaanse islamoloog Dr. B. French na tekstanalyses concludeerde dat de Koran haatdragender is ten opzichte van Joden dan Mein Kampf. In Mein Kampf is namelijk 6,8 procent van de tekst antisemitisch, in de Koran 10,6 procent.
Men zou zich kunnen afvragen of het een goede zaak is dat de term ‘antisemitisme’ uiteindelijk gemeengoed is geworden, en niet de duidelijkere en ‘waterdichte’ term ‘jodenhaat’. Immers, tezamen met de teloorgang van het historisch bewustzijn en de toename van het hedendaags antisemitisme, wordt heden ten dage steeds vaker geopperd dat ook het Arabisch een semitische taal is, en dat dus ook haat jegens Arabieren moet vallen onder de term ‘antisemitisme’. Het valt op dat zij die deze piste willen bewandelen, zijnde de herdefiniëring van het begrip ‘antisemitisme’, veelal een sinistere agenda hebben, namelijk het bijzondere leed dat het Joodse volk werd en wordt aangedaan, zo veel mogelijk bagatelliseren. Een bagatellisering ten faveure van het Arabische volk, dat sinds het ontstaan van Israël een perverse strijd voert om wie het grootste slachtoffer is. Het betrekken van de term ‘antisemitisme’ op het Arabische volk, past met andere woorden in een bredere strategie die erop is gericht van Joden daders en agressors te maken, en van Arabieren en moslims slachtoffers. Daarbij horen bijvoorbeeld ook de perverse vergelijking tussen de zogenaamde ‘nakba’ en de Holocaust, en tussen de Gazastrook en het Getto van Warschau.
Men moet deze perverse denkpiste dus blijven bestrijden, en mijns inziens volstaat het om Midden-Oostenkenner Bernard Lewis te citeren, die droogjes opmerkt:
“Antisemitisme ging nooit en nergens over iets anders dan over Joden.”
Iemand anders zei: “Er wordt niets gewonnen met het toepassen van de term antisemitisme op anti-Arabische discriminatie, hoe verwerpelijk dit ook moge wezen, behalve dan dat verwarring wordt gesticht en de aandacht wordt afgeleid van anti-Joodse vijandigheid.”
In dit verband is het volgens mij even belangrijk om gewag te maken van het virulente antisemitisme dat vandaag uitgaat van Arabische moslims in Europese steden, als ze weer eens in groten getale op straat komen, niet om te demonstreren tegen hun eigen onvrije landen of tegen de islamitische malaise waarin hun eigen broeders en zusters leven, maar wel tegen het enige vrije land in het Midden-Oosten: Israël.
Alsof dit nog niet genoeg is, dames en heren, liep afgelopen donderdag het bericht binnen dat moslims in Zwitserland hun zogenaamde discriminatie aanklagen door rond te lopen met een gele ster waarin het woord ‘Muslim’ staat geschreven. Wat men systematisch probeert is duidelijk: de moslim transformeren tot de nieuwe Jood. “Misschien,” zo stelt arabist Hans Jansen, “hebben wij op school niet voldoende opgelet, maar volgens mij hebben de nazi’s Joden nooit inburgeringscursussen aangeboden, of hen huursubsidie, zorgtoeslag, studiefinanciering, kinderbijslag of bijstand uitgekeerd.”
Met andere woorden, dames en heren: de perverse geesten die vandaag proberen moslims, die als geen andere bevolkingsgroep in de watten worden gelegd, te vergelijken met de Joden in de jaren dertig, hebben een sinistere agenda, en maken zich schuldig aan antisemitisme.
En zo komen we bij het laatste luik: het hedendaagse antisemitisme.
Zoals gezegd is antisemitisme jammer genoeg van alle tijden. Het kende een aantal dieptreurige hoogtepunten, en ook vandaag is het nog zeer sterk aanwezig, om niet te zeggen: helemaal terug van weggeweest.
Een kenmerk van het hedendaagse antisemitisme, ook wel antisemitisme 2.0 of neo-antisemitisme genoemd, is dat men het doorgaans steeds beter probeert te maskeren, en daar ook steeds beter in slaagt.
Ook typerend voor antisemitisme 2.0 is de postmoderne mens, die vaak een of meerdere antisemitische gedachten in zich draagt, maar zich er niet terdege van bewust is dat deze effectief passen in het Hitleriaans rijtje van antisemitische denkbeelden. Bepaalde vooroordelen over Joden, zoals complottheorieën als zouden ‘de Joden’ achter de schermen alles in de wereld bepalen, zijn zeer wijd verspreid, zowel in het Oosten als in het Westen, zowel bij jong als bij oud, zowel bij laagopgeleid als hoogopgeleid, zowel bij links als bij rechts, zowel bij progressief als bij conservatief, en zowel bij de gelovige als bij de ongelovige. En het ergste is: ze worden doorgaans niet eens beschouwd als antisemitisch.
Ofschoon de termen ‘antisemitisme 2.0’ en ‘neo-’ of ‘nieuw-antisemitisme’ de verdienste hebben de aandacht te trekken en te vestigen op bepaalde facetten van het hedendaagse antisemitisme, sta ik er eerder weigerachtig tegenover, omdat ze tegelijkertijd bij sommige mensen ten onrechte de indruk wekken dat men te maken heeft met een totaal nieuw fenomeen, waardoor er opnieuw een opening wordt gecreëerd om de ziekelijke idee te ventileren dat Joden het aan zichzelf hebben te wijten.
De valse bepaling van de Verenigde Naties van 1975, dat zionisme een vorm van racisme is, en die gelukkig in 1998 werd ingetrokken, is er mede de oorzaak van dat antizionisme, in tegenstelling tot antisemitisme, algemeen aanvaard is.
Het ontstaan van de staat Israël, het enige land ter wereld waar ‘vuile Jood’ slechts betekent dat je je moet gaan wassen, heeft jammer genoeg niet alleen een duidelijke toename van antisemitisme als gevolg, maar heeft ook als gevolg dat zowel antizionisme als anti-Israëlisme worden gebruikt om antisemitisme te maskeren. Vaak ook overlappen ze elkaar of komt het één voort uit het ander, waarbij men de ene term, bijvoorbeeld antizionisme, gebruikt om zijn antisemitisme mee te verbergen of goed te praten. Dat maakt het extra moeilijk te bestrijden.
De Franse filosoof Vladimir Jankélévitch schreef in 1986 in dat verband: “Het antizionisme is voor heel wat mensen een buitenkans, want het geeft hen toestemming en zelfs het recht en de plicht om in naam van de democratie antisemitisch te zijn. Antizionisme is gerechtvaardigd antisemitisme dat eindelijk binnen ieders bereik ligt. Het is een vrijbrief om democratisch antisemitisch te zijn.” Einde citaat.
Dames en heren,
Ik vertelde daarstraks dat men in de Middeleeuwen Joden beschuldigde van het veroorzaken van de pest. Sindsdien is er echter jammer genoeg weinig of niets veranderd: vandaag worden Joden er onder andere van beschuldigd het aidsvirus te hebben gefabriceerd, voor de vogelgriep te hebben gezorgd, de aanslagen van 11 september te hebben gepleegd, en met een atoomexplosie de tsunami van 2004 te hebben veroorzaakt. U merkt het: vrijwel elke misdaad, ziekte of natuurramp wordt zelfs vandaag nog, niet zelden door een of andere islamitische televisiepresentator, imam of ayatollah, op de Joden gestoken. Zo zegt een Zweeds-Algerijnse journalist met droge ogen op de Iraanse televisie dat de Mossad verantwoordelijk is voor de aanslagen in Oslo.
Dames en heren, men kan het zo gek niet bedenken, of de Jood, de Mossad, de zionisten of de zionistische entiteit zit erachter. Via Google en Youtube vindt men een lange lijst van de meest afschuwelijke antisemitische indoctrinatie in de islamitische wereld, gaande van de Joden die de wereld willen veroveren, over de Joden die organen stelen, tot de Joden die liever sterven dan dat ze geld zouden verliezen. Joseph Goebbels, de minister van propaganda in Nazi-Duitsland, zou er waarlijk jaloers op zijn.
En het ergste is, dames en heren, en dat weet ik ook uit eigen ondervinding: steeds meer jonge niet-moslims die door de media en in de academische wereld worden geïndoctrineerd met Israëlhaat en antizionisme, beginnen deze antisemitische leugens te geloven. Toen ik laatst op mijn Facebookpagina zonder meer schreef dat we Israël nu meer dan ooit moeten steunen, verloor ik een vriendin die tegen mij zei, en ik citeer: “Shit man, gij zijt echt gestoord!”. Zij zou nooit zo hebben gereageerd mocht ik hebben geschreven dat we de Palestijnen, Cuba, China of Iran moeten steunen.
Ik geef het toe, dames en heren: af en toe hoort men nog wel eens iets van een of andere bisschop die antisemitische uitlatingen doet. En er bestaan her en der nog wel wat neonazi’s die af en toe hun arm schuin in de lucht steken en antisemitische slogans schreeuwen. En inderdaad heersen in sommige landen in Oost-Europa, zoals Hongarije, jammer genoeg nog steeds relatief breed gedragen antisemitische sympathieën. Zelfs in Japan, waar amper Joden wonen, is antisemitisme vrij sterk aanwezig.
Maar het grote gevaar voor het Joodse volk, zowel in Europa, de VS als in Israël, schuilt vandaag in het monsterverbond van Groen en Rood: een alliantie tussen islamofiel en cultureel marxistisch links, en de islam.
De socioloog Mark Elchardus deed onlangs onderzoek naar antisemitisme bij moslimjongeren in Brussel, waaruit bleek dat de helft van de Brusselse moslimjongeren antisemitisch is. Zijn conclusie was even helder als logisch: “Het antisemitisme bij die moslimleerlingen is theologisch geïnspireerd en er is een rechtstreeks verband tussen moslim-zijn en antisemitische gevoelens koesteren”. Het zal u niet verbazen dat een islamitische denktank onmiddellijk klacht indiende tegen Elchardus, en dat ook islamofiel links in Vlaanderen er alles aan deed om de resultaten te nuanceren, te bagatelliseren, en af te zwakken.
Men moet de inconvenient truth, de ongemakkelijke waarheid onder ogen durven zien, dat zowel in de theorie als in de praktijk van de islam antisemitisme een deugd is, en dat het dus in essentie de islamitische doctrine is die het grootste probleem vormt voor de Joodse gemeenschappen in de VS en in Europa, en voor het Joodse volk in Israël. De historische verhalen over het zogenaamde gelijkwaardig samenleven van Joden en christenen onder moslimheerschappij, zijn immers fictie, die onder anderen door de Joodse historica Bat Ye’or overvloedig zijn weerlegd. Zij muntte de term ‘dhimmi’, de minderwaardige status die niet-moslims hebben onder islamitische heerschappij. Deze minderwaardige status vloeit uit niets anders voort dan de Koran en de islamitische overleveringen.
Alleszeggend is dan ook dat Hitler veel sympathie koesterde voor de antisemitische islam, en dat de groot-moefti van Jeruzalem, Amin al-Hoesseini, sympathie had voor de nazi’s en met hen collaboreerde. Zo richtte al-Hoesseini, die als voorbeeld gold voor Yasser Arafat, zelfs een islamitische SS-divisie op van 12 duizend moslims. Recent verscheen hierover een boek van twee Duitse onderzoekers, dat handelt over de connectie tussen het Derde Rijk, de Arabieren en Palestina, met als veelzeggende titel Nazi Palestine. The Plans for the Extermination of the Jews in Palestine.
Het verwondert dan ook niet dat als men vandaag de islamitische media volgt, het duidelijk wordt dat het antisemitisme uit alle poriën van de islamitische wereld druipt, van Pakistan tot Marokko. Het gebied waar Israël op legitieme wijze is ontstaan, behoort volgens de islamitische doctrine tot de dar al-harb (het huis van de oorlog), en moet en zal dar al-islam worden (het huis van de islam). Als Hamas zegt dat de Joden in zee moeten worden gedreven, of als Hezbollah stelt dat het goed is dat alle Joden zich in Israël verzamelen, zodat ze allemaal tegelijk kunnen worden vernietigd, dan is dat geen ontspoord extremisme, maar een logisch gevolg van de antisemitische islam.
Het is dan ook geen toeval dat tussen 1948 en 1951 circa 800.000 Joden uit de Arabische wereld werden verdreven, terwijl ze al hun bezittingen moesten achterlaten. En het is ook niet verwonderlijk, dat de zogenaamde ‘Arabische Lente’ in Tunesië er onder andere uit bestond dat een synagoge in brand werd gestoken door moslims, terwijl ze zongen ‘O Joden, het leger van Mohammed zal terugkeren.’ In Egypte moest de Israëlische ambassadeur na de revolutie rennen voor zijn leven, terwijl een woedende moslimmenigte de ambassade aanviel en in brand stak, antisemitische leuzen scandeerde, en daarbij niet gehinderd werd door het Egyptische leger.
De malaise is, dames en heren, dat de meeste westerlingen jammer genoeg het antisemitisme van de islam niet onder ogen willen zien. Ik haalde daarstraks het onderzoek van Dr. B. French aan, die concludeerde dat de Koran antisemitischer is dan Mein Kampf, om nog maar te zwijgen over de Hadith. Men kan daar eindeloze theologische en theoretische discussies over voeren, maar de praktijk is onontkoombaar: in Europa zijn het moslims die in grote steden voor angst zorgen bij Joden, die in moslimwijken bijvoorbeeld hun keppel niet meer durven dragen, en die haastig beslissen om naar Israël te verhuizen.
Inderdaad heeft het ontstaan van de staat Israël zowel bij Links als bij moslims het antisemitisme nieuw leven ingeblazen, tot hoogten die men zich twintig jaar geleden nooit zou hebben durven voorstellen. De Noorse journalist Erik Eiglad, schrijft in zijn verslag van de anti-Israëlbetogingen in Oslo:
“De rellen in Oslo waren de meest gewelddadige in drie decennia. (…) De oorlog in Gaza werd door moslims als voorwendsel gebruikt om gewelddadige aanvallen op Joden te plegen. (…) In de uitbarsting van agressie zat een duidelijk patroon van klassieke en moderne uitingen van antisemitisme. (…) Wat me het meest choqueerde was het feit dat vele links-radicalen en prominente intellectuelen dit in de media bagatelliseerden.”
Een ander voorbeeld is van 13 april 2002, toen Nederland de grootste manifestatie van antisemitisme sinds 1945 beleefde. Door de hoofdstad trokken 15 duizend mensen die antisemitische leuzen schreeuwden en Joden molesteerden. Joden werden aan het gas gewenst, en er werd verwezen naar de overleveringen van de profeet Mohammed, die in Khaybar een massamoord op de Joden uitvoerde. De betoging was een samenwerking tussen linkse autochtonen en moslims, zogezegd tegen Israël. Dit, dames en heren, is het Europa van vandaag.
Het is een regelrechte schande dat anno 2011 nog steeds Joden worden lastiggevallen als ze met een keppeltje over straat lopen, dat Joodse graven worden vernield en dat auto’s met hakenkruisen worden bekrast. Meestal zijn de daders moslims. En het is nooit andersom. Joden vallen geen mensen lastig, dat moeten zelfs de grootste antisemieten toegeven. Het is bijna niet te geloven dat leraren anno 2011 in zogenaamde zwarte scholen geen les meer durven te geven over de Shoah, omdat moslims dit niet dulden en hen zelfs bedreigen. Nadat een leraar in Parijs, kort na nine eleven, uitlegde dat Hitler 6 miljoen Joden had vermoord, riep een leerling: ‘Hitler zou een goede moslim zijn geweest.’
Joden kunnen in het Zweedse Malmö, waar dertig procent moslim is, niet meer zichtbaar als Jood door de straten lopen. Bij anti-Israëlbetogingen worden Joden gemolesteerd en bekogeld met stenen en molotovcocktails, en dit terwijl de pro-Israëldemonstranten altijd op een rustige en vredevolle manier demonstreren. En de socialistische burgemeester van Malmö? Die doet niets, want die is ook zeer sterk antizionistisch, hij wil geen stemmen verliezen en hij wil de moslimgemeenschap te vriend houden.
Het is een gotspe dat anno 2011 Joodse gemeenschappen in Europa hun activiteiten en scholen voortdurend zwaar moeten beveiligen. En dat is het gevolg van islamitische dreigingen. Daarentegen hoeft niets of niemand te vrezen voor aanslagen van Joden. Maar als het Joodse volk in Israël zichzelf verdedigt, dan is het kot te klein en worden – godbetert! – de Joden de nieuwe nazi’s genoemd. Deze orwelliaanse praktijken zijn vandaag jammer genoeg schering en inslag.
Dames en heren, toen ik begon te schrijven aan deze tekst werd ik wederom geconfronteerd met de bittere waarheid: wie het wil hebben over antisemitisme kan blijven schrijven en komt het ene na het andere schrijnende voorbeeld tegen, genoeg om bibliotheken mee te vullen. Zo kreeg ik het bericht binnen over Hugo Deckers, algemeen secretaris van de onderwijsvakbond die, vanwege de uitbreiding van de nederzettingen als reactie op het Palestijns lidmaatschap van de Unesco, een dreigement uit aan het adres van de Joodse scholen. Het is goed dat Joods Actueel keihard terugsloeg.
In de VS vraagt de aan de Universiteit van Californië speechende David Horrowitz aan een jonge, welbespraakte moslima of ze achter de hoop van Hezbollah staat, namelijk dat alle Joden zich in Israël zouden verzamelen zodat er niet wereldwijd op ze moet worden gejaagd. “Are you for it or against it,” vraagt David Horrowitz aan het moslimmeisje, terwijl een volle zaal haar aanstaart. Zonder blikken of blozen antwoordt ze: “For it.”
Het antisemitisme dat leeft bij heel wat jonge, op het eerste gezicht geïntegreerde moslims, dames en heren, die via de schotelantennes en de moskeeën worden vergiftigd met de meest antisemitische denkbeelden, is van dezelfde rabiate strekking als het antisemitisme van bijvoorbeeld de radicale islamprediker Yusuf Al-Qaradawi, die in zijn preken Hitler eert omdat die de Joden terecht zou hebben gestraft.
Wie zou denken dat ik te pessimistisch ben: onderzoeken tonen aan dat antisemitisme overal ter wereld toeneemt, zelfs in de VS. In Noorwegen bijvoorbeeld, wordt één derde van de Joodse studenten minstens twee tot drie keer per maand verbaal of fysiek lastiggevallen. 51 procent van de studenten in Noorwegen ziet het woord Jood als een scheldwoord.
En dan, dames en heren, is er een nieuw twee jaar durend onderzoek uit Italië, dat ik al knarsetandend heb doorgenomen.
– Niet minder dan 44 procent van de Italianen is antisemitisch.
– Er is een alarmerende exponentiële stijging van het aantal Italiaanse antisemitische websites. Verschillende websites hadden als doel zwarte lijsten te maken van alle Joodse professoren, magistraten, zaakvoerders enzovoort.
– Italiaanse moslims vormen allianties met zowel segmenten uit politiek links als rechts, en aanvallen plannen tegen lokale Joodse gemeenschappen, synagogen, scholen en begraafplaatsen.
– De Italiaanse politie weigert af en toe om Joodse culturele evenementen te beveiligen als gevolg van dreigementen.
– Israëlische studenten in Italië worden met de dood bedreigd door Arabische studenten, die “Allah Akbar” en “Itbach el Yahud” – slacht de Joden af – naar hen roepen. Israëlische studenten aan de Universiteit van Turijn verbergen hun identiteit omdat ze doodsbang zijn.
Dames en heren, de bevindingen van dit recente onderzoek uit Italië zijn angstaanjagend, en doen wat mij betreft maar aan één woord denken: Kristallnacht.
Dokter Manfred Gerstenfeld, een autoriteit wat antisemitisme betreft, stelt onomwonden dat wat Nederland betreft, en ik citeer, “de immigratie van grote groepen moslims allicht het meest negatieve effect heeft voor de Joodse gemeenschap sinds de Tweede Wereldoorlog.” Einde citaat.
Dames en heren, ik heb gesproken over antisemitisme, vroeger en nu, en ik heb geprobeerd aan te geven van welke kanten het grootste gevaar voor het Joodse volk afkomstig is. Maar ik zou willen afsluiten met een belangrijk boek uit 2009 van George Gilder. Het boek heeft als titel The Israel Test, ‘an unconventional book by an unconventional man’. Ik wil niet nalaten het u zeer sterk aan te bevelen. Luistert u even mee, ik citeer uit het boek:
“Joden excelleren verbazingwekkend genoeg zo overduidelijk op elk intellectueel domein, dat ze iedereen overtreffen, zelfs op het vlak van antisemitisme.” Einde citaat. Net als Georges Gilder ben ook ik erg bezorgd over de toename van Joodse zelfhaat, over de toename van Joods antisemitisme. Het is een regelrechte ramp dat steeds meer Joden anti-Israëlisch, antizionistisch of zelfs antisemitisch zijn, en zo in de kaart spelen van de vijanden van het Joodse volk.
Maar vooral de analyse die George Gilder maakt van de oorzaken van antisemitisme, deel ik volledig en wil ik u niet onthouden. Ik geef u een aantal opmerkelijke citaten:
“Voor 1933 wonnen de Duitsers 37 Nobelprijzen, waarvan er 11 werden gewonnen door Joodse Duitsers.”
“In landen waar Joden vrij zijn om uit te vinden en te creëren, zorgen ze voor opmerkelijke rijkdom en welvaart, en daarmee wekken ze afgunst en achterdocht op.”
“Welke nonsens de antisemieten ook mogen uitkramen, ze haten de Jood alleen maar omdat hij duidelijk beter, bedrevener en bekwamer is dan zijzelf.”
“Israëlhaat komt net zoals antisemitisme voort uit een afkeer van Joods succes.”
En last but not least:
“De haat jegens Joden belichaamt een algemene afkeer van uitmuntendheid en creativiteit.”
(“The hatred of Jews epitomizes a general resentment of excellence and creativity.”)
U begrijpt het, dames en heren: antisemitisme wordt in essentie gedreven door een afkeer van creativiteit en uitmuntendheid, en door jaloezie op succes. Het Joodse volk heeft immers een cultuur die, meer dan welke andere cultuur ook, zeer grote successen oplevert en op vele domeinen excelleert. Alleen al het enorme aantal Joodse Nobelprijswinnaars is daarvan een bewijs, maar ook, niet te vergeten, dat kleine lichtpunt in de duisternis van het Midden-Oosten: de Joodse staat Israël.
Het hedendaagse antisemitisme van met de antisemitische islam collaborerende westerlingen, zoals de giftige slang Lucas Catherine, alsook het hedendaagse antisemitisme van zowel links als rechts, van jong en oud, progressief en conservatief, laagopgeleid en hoogopgeleid, en gelovig en ongelovig, moeten in het licht van de analyse van George Gilder worden bekeken: men is jaloers op het Joodse volk.
Ik dank u.