Verontrustend: SP.a heeft als enige politieke partij geen probleem met de term ‘Joodse lobby’

tobback
SP.a partijvoorzitter Bruno Tobback

Een verontrustende evolutie op het linkerspectrum van de politieke arena, de socialistische partij weigert om de denigrerende term ‘Joodse lobby’ te veroordelen. Ze doet dat als enige van de democratische partijen in Vlaanderen. Michael Freilich: “hiermee is een dieptepunt bereikt”.

“Is het mogelijk om voorkeur te geven aan de term ‘Israëllobby’ en niet langer ‘Joodse lobby’ te gebruiken?” vroeg Joods Actueel aan alle  partijvoorzitters van Vlaamse democratische partijen.

Door het adjectief ‘Joods’ te gebruiken, stigmatiseer je een hele bevolkingsgroep én propageer je een onwaarheid. Wat is er mis met die term?
1. Het is denigrerende en doet denken aan vervlogen gewaande tijden waar dergelijke algemeenheden over Joden eveneens bon ton waren.  Toen hoorde men ook dat ‘de Joden’ alle media in hun macht hadden, dat zij de banken controleerden of de overheid dirigeerden.

2. Bovendien is de term ook inhoudelijk niet correct, omdat er Joden zijn die uitgesproken pro-Palestijns zijn en uiteindelijk zijn er ook veel niet-Joden die Israël steunen.

Vergelijk het een beetje met de oproep om de term ‘allochtoon’ niet meer te gebruiken, die enkele maanden geleden de ronde deed. In dit geval is de argumentatie echter nog sterker, want niet alleen is de term ‘Joodse lobby’ denigrerend, maar scheert men met het gebruik ervan een hele bevolkingsgroep over één kam.

Advertentie

Hieronder de reacties van de andere partijen
CD&V heeft onmiddellijk telefonisch contact opgenomen na ontvangst van onze vraag en liet weten dat CD&V, met name voorzitter Wouter Beke “hier voor honderd procent achter staat”.

N-VA voorzitter Bart De Wever stuurde onze redactie dezelfde dag nog een sms-bericht dat hij instemt met het verzoek. Hij stuurde een volgend sms’je met de mededeling dat wat hem persoonlijk betrof, de vraag zelfs niet relevant was, omdat hij dergelijke terminologie in het verleden nooit gebruikt had en ze ook nooit zou gebruiken.

GROEN-voorzitter Wouter Van Besien liet weten dat hij onze oproep om een behoorlijke terminologie te gebruiken, begrijpt en dat het inderdaad om een correct gegeven ging, hij voegt er ook aan toe dat hij bereid is om rekening te houden met die vraag.

Open VLD-voorzitter Gwendolyn Rutten reageerde: “We hebben begrip voor deze vraag. De Joodse gemeenschap is immers te divers om ze in één globale term te vatten”.

Niets mis mee, volgens SP.a
Bruno Tobback liet echter kortweg weten deze term persoonlijk niet te hanteren maar dat deze uitspraak bij anderen ressorteert onder vrije meningsuiting. Wij dachten dat we het verkeerd begrepen hadden, maar ook na nieuwe contactname bleef de kwalificatie “valt onder de vrije meningsuiting” op het SP.a-hoofdkwartier behouden. Waarvan akte.

CGKR
Onze lezers weten ook dat wij de vraag stelden aan het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding. Maar het Centrum stuurde ons ondanks aandringen steeds met een ‘nieuw’ kluitje in het riet en dat drie maanden lang. Tot dat hoofdredacteur Freilich vorige maand een opiniestuk publiceerde met de titel: “Moet ik soms een hoofddoek aantrekken om antwoord te krijgen van het Centrum?“. Nog geen week later kregen we plots antwoord.

Het CGKR wijst daarin dat er: “Wetgevingen zijn ter bestrijding van racisme en discriminatie en dat ze dienvolgens strikt dienen geïnterpreteerd te worden. Het is daarom niet uitgesloten dat bepaalde uitspraken, die ongetwijfeld een antisemitisch karakter vertonen, niet vallen onder de toepassingsvoorwaarden van de wetgeving en dus niet strafrechtelijk kunnen veroordeeld worden, ook al zijn ze verwerpelijk”.

Advertentie

Dat was de vraag niet
Het valt op dat het CGKR enkel voor een juridische benadering kiest en daarmee opnieuw de kans mist om een morele aanbeveling te formuleren. “Als we een juridisch advies nodig hebben, verkiezen we om beroep te doen op de deskundigheid van een advocaat, daarvoor hebben we het Centrum niet nodig”, reageerde onze hoofdredacteur Michael Freilich. Het CGKR wekt sterk de indruk enkel nog te reageren op berichten in de media, een beleid dat door de meerderheid van de burgers in ons land al langer als een gebrek aan visie wordt aanzien.